Overleeft Burundi de dood van president Nkurunziza?

Helemaal stabiel is Burundi de afgelopen kwarteeuw nooit meer geworden. De vraag is nu hoe het land de plotse dood van president Petero Nkurunziza zal overleven, die pas enkele maanden geleden verheven werd tot ‘guide suprême du patriotisme‘.

De Burundese president Petero Nkurunziza is gestorven. Een natuurlijke dood, hartaanval op 55 jaar, dat is althans de officiële versie. Zijn opvolger en partijgenoot Evariste Ndayishimiye was op 20 mei al verkozen bij verkiezingen die internationaal aanvaard werden als voldoende transparant en betrouwbaar. Hij zou in augustus pas de eed afleggen maar die opvolging kan nu vervroegd worden. Toch heerst grote ongerustheid in het kleine Burundi. Na Melchior Ndadaye in 1993 en Cyprien Ntaryamira in 1994 is Petero Nkurunziza nu al de derde president die tijdens zijn ambtstermijn relatief jong sterft, al ging het bij die twee eerste wel om politieke moorden. Helemaal stabiel is Burundi de afgelopen kwarteeuw nooit meer geworden. De vraag is dus hoe het land deze plotse dood van de man zal overleven, die pas enkele maanden geleden verheven werd tot ‘guide suprême du patriotisme‘.

Les ténèbres s’abattent sur notre pays‘, ‘Donkere wolken pakken samen boven ons land’. Die boodschap stuurde mij een topfiguur van het huidige Burundese regime minder dan een uur na de bekendmaking van de dood van zijn president. Zelfs al had Nkurunziza zijn opvolging goed geregeld, toch was het overduidelijk dat hij voortaan achter de schermen de sterke man zou blijven. Daarvoor had hij de eretitel van ‘opperste leider van het patriotisme’ zelfs niet nodig.

Van rebellenleider tot opperste leider

Petero Nkurunziza was als rebellenleider voor het eerst in 2005 door het parlement tot president verkozen. Toen had Burundi al meer dan tien jaar burgeroorlog achter de rug met waarschijnlijk een kwart miljoen doden en twee vermoorde presidenten. De moeizame onderhandelingen tussen het militaire regime en de rebellenbeweging van Nkurunziza mondden uit in het vredesakkoord van Arusha, democratische verkiezingen en enige stabiliteit. De voormalige Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela had bemiddeld en toen ik hem destijds in Arusha interviewde sprak hij zijn volle vertrouwen uit in Petero Nkurunziza.

De jonge rebellenleider ontpopte zich tot een populistische president, voortdurend op ronde in de heuvels, het diepe binnenland van Burundi. Elke nieuwe school, elk ziekenhuisje of herstelde brug werd door hem ingehuldigd waarna onveranderlijk een voetbalmatch volgde waar uiteraard de voetbalgekke president zeker moest scoren voor de ogen van de mensenmassa. Als dat niet lukte, dan zwaaide er wat, gonsde het in de heuvels. Zo groeide zijn populariteit verder. Wie in die tijd door Burundi trok en met eenvoudige dorpsbewoners sprak begreep heel goed waarom hij de rechtstreekse presidentsverkiezingen van 2010 niet kon verliezen. Beslissingen zoals de gratis gezondheidszorg voor jonge moeders en kinderen deden de rest. Uiteraard werd dat beleid voor 30 tot 40% betaald met Westers ontwikkelingsgeld, zoals in alle landen in de regio.

Intussen slaagden zijn politieke tegenstanders er niet in om front te vormen. Vooral de militaire en economische machtsgroepen in de toenmalige hoofdstad Bujumbura, gedomineerd door de oude Tutsi-elite, konden het moeilijk verteren dat nu een nieuwe elite aan de macht gekomen was, verankerd in de etnie van de Hutu-meerderheid. Toch zorgde het Arusha-akkoord ervoor dat die macht ingeperkt werd. Door een ingewikkeld quotasysteem bleef de Tutsi-minderheid verzekerd van een stevige aanwezigheid in alle openbare diensten, de politiek en het leger inbegrepen, en dus van haar veiligheid.

Crisis en staatsgreep

In 2015 wilde Petero Nkurunziza voor de derde keer president worden. Volgens zijn politieke tegenstanders en de meeste Westerse waarnemers en deskundigen schond hij daarmee de grondwet en het Arusha-akkoord. Volgens Nkurunziza en zijn partij ging het grondwettelijk om een tweede mandaat omdat hij bij zijn eerste mandaat niet rechtstreeks verkozen was maar door het parlement ‘aangesteld’. Het grondwettelijk hof, met vooral partijgetrouwen, bevestigde die stelling en Petero Nkurunziza werd kandidaat-president. Betogingen tegen ‘het derde mandaat’ liepen nu helemaal uit de hand, vooral in Bujumbura. De ordediensten grepen hard in. De tegenstanders van Nkurunziza beschuldigden hem van een poging tot genocide tegen de Tutsi-minderheid, hoewel die ook sleutelposities inneemt in de politiek en de ordediensten. Een poging tot staatsgreep tegen Nkurunziza door hoge Tutsi-militairen mislukte. Uiteindelijk werd de president herkozen met bijna 70% van de stemmen, ruim 20 procentpunten minder dan vijf jaar eerder. Onafhankelijke waarnemers waren er nauwelijks.

De crisis zal uiteindelijk zeker 500 doden kosten, mogelijk een veelvoud. Zo’n 400.000 Burundezen vluchten naar de buurlanden, vooral naar Tanzania. De militaire en politieke kern achter de staatsgreep worden goed ontvangen door het Rwandese regime dat de onrust in Burundi geregeld weer oppookt . Sommigen komen in België terecht. Jarenlang zullen zij proberen om het verzet tegen Nkurunziza op te bouwen maar zonder veel succes. Sommigen keren na enkele jaren terug naar huis, anderen geven hun politieke actie op. De afgelopen jaren was Petero Nkurunziza erin geslaagd om zijn land min of meer te stabiliseren, ondanks de sancties van verschillende Westerse donoren, ook België.

En nu?

Voor de verkiezingen dit jaar stelt hij zich uiteindelijk niet kandidaat hoewel hij dat volgens de aangepaste grondwet had kunnen doen. Zijn partij schuift Evariste Ndayishimiye naar voor. Die haalt het met vlag en wimpel van een andere Hutu-kandidaat. Van een dreiging met een genocide op de Tutsi’s wordt niet meer gesproken. De pers staat alweer zwaar onder druk. De politieke vrijheden worden zeker niet gegarandeerd voor iedereen en de angst voor de almachtige partij van de president blijft heersen. Toch aanvaarden de Westerse landen de uitslag en verwelkomen ze de nakende vreedzame machtsoverdracht van de ene president naar de andere, gepland in augustus. Alleen dat al is uitzonderlijk in de regio.

De plotse dood van de machtigste man van Burundi gooit nu roet in het eten.

Als de entourage van Nkurunziza, grotendeels de entourage van de aankomende president, erin slaagt om de kalmte te bewaren zou dit het begin kunnen worden van een nieuwe relatie met de Westerse donoren. Die raken nu onverwacht verlost van de man die terecht of onterecht het imago had gekregen van een dictatoriale heerser, zeker sinds de crisis van 2015.

Maar als opposanten in het binnenland én het buitenland, zeker in Rwanda, gebruik zouden maken van deze nieuwe slag om een machtsgreep te plegen, dan riskeert Burundi een zoveelste periode van onstabiliteit en dus heel veel ellende, tot diep in de heuvels. Nu al zijn in Bujumbura tegenstanders van Nkurunziza opgepakt die zijn dood aan het vieren waren. De hardnekkige geruchten dat de president vergiftigd zou zijn wijzen er al op dat er veel achterdocht en angst heerst. Een snelle machtsoverdracht naar de pas-verkozen president en voldoende internationale steun voor diens bewind kan mogelijk voorkomen dat een van de armste landen ter wereld opnieuw wegzinkt in een diepe tragedie na de dood van de man die ondanks alles vijftien jaar lang enige hoop had gebracht diep in de heuvels.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content