‘Overbevissing, fake labels en maffiapraktijken: er hangt een geurtje aan de vis op uw bord’

De internationale visindustrie is rot, schrijft huisarts en auteur Staf Henderickx. Hij stelt ‘de ecocide van de oceanen’ aan de kaak. ‘De grote visserijconcerns zouden voor het Internationaal Strafhof van Den Haag moeten verschijnen.’

De romantiek van de visserij zoals door Ernest Hemingway beschreven in zijn novelle De oude man en de zee behoort al lang tot het verleden. Visserij is big business geworden.

Volgens de FAO (de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) steeg de voedselconsumptie van vis per persoon van 9 kg in 1961 tot 20,3 kg in 2017. De globale productie van seafood bedroeg 179 miljoen ton in 2018. In 2011 ging 154 miljoen ton naar menselijke consumptie. Enorme hoeveelheden.

Pauly slaat de nagel op de kop. Voor hun winstvergroting moet alles wijken: wateren leegvissen, vervalsen van scheepsregistraties en vangstpapieren, belastingen ontduiken, scheepsbemanning uitbuiten en ga zo maar door. De Nederlandse visgiganten doen vrolijk mee aan deze praktijken. Per jaar lossen hun schepen zo’n vierhonderd miljoen kilo bevroren haring, makreel en blauwe wijting in de Nederlandse havens. Dat is een derde van alle Europese quota voor deze vissoorten. Twee inspecteurs moeten die import controleren. Dat zegt genoeg.

Moet de ‘ecocide van de oceanen’ ook gecriminaliseerd worden? Voor een internationaal tribunaal zoals het Strafhof van Den Haag moeten verschijnen zou de visserijconcerns kunnen afschrikken want nu komen ze er bij de zeldzame bestraffing vanaf met belachelijk lage boetes. De vis wordt eerst rot aan de kop. De internationale visindustrie is de kop en die is zo verrot dat ze dreigt de hele visserij te verrotten. Een echte koerswijziging van de Titanic van de visindustrie is alleen mogelijk als hun roofbouw botst op een ijsberg van verzet. Hopelijk is het dan niet te laat voor de baarmoeder waaruit alle leven op aarde is ontstaan. De aarde staat of valt met de zee.

Vis wordt eerst rot aan de kop

De Franse zeebioloog Daniel Pauly ziet de industriële freezer-trawlers als het grootste probleem. Zij brachten volgens hem Wall Street in de visserij: ‘In plaats van tien procent willen ze vijftig procent rendement per jaar. En het hoeft niet duurzaam, want als het ene gebied leeg is, gaan ze naar het volgende. Dat is waarom de ambachtelijke, kleinschalige vissers per definitie betere vissers zijn. Zij zijn gebonden aan hun locatie en moeten dus wel rekening houden met de visbestanden in hun gebied.’ (De Groene Amsterdammer, 21.01.2021)

Pauly slaat de nagel op de kop. Voor hun winstvergroting moet alles wijken: wateren leegvissen, vervalsen van scheepsregistraties en vangstpapieren, belastingen ontduiken, scheepsbemanning uitbuiten en ga zo maar door. De Nederlandse visgiganten doen vrolijk mee aan deze praktijken. Per jaar lossen hun schepen zo’n vierhonderd miljoen kilo bevroren haring, makreel en blauwe wijting in de Nederlandse havens. Dat is een derde van alle Europese quota voor deze vissoorten. Twee inspecteurs moeten die import controleren. Dat zegt genoeg.

Moet de ‘ecocide van de oceanen’ ook gecriminaliseerd worden? Voor een internationaal tribunaal zoals het Strafhof van Den Haag moeten verschijnen zou de visserijconcerns kunnen afschrikken want nu komen ze er bij de zeldzame bestraffing vanaf met belachelijk lage boetes. De vis wordt eerst rot aan de kop. De internationale visindustrie is de kop en die is zo verrot dat ze dreigt de hele visserij te verrotten. Een echte koerswijziging van de Titanic van de visindustrie is alleen mogelijk als hun roofbouw botst op een ijsberg van verzet. Hopelijk is het dan niet te laat voor de baarmoeder waaruit alle leven op aarde is ontstaan. De aarde staat of valt met de zee.

Wat met het duurzame label?

Als je vis koopt in de supermarkt, merk je dat er op de verpakking van wild gevangen vis een blauw embleempje met een witte vis prijkt. Dat bewijst dat die vis gevangen is volgens de milieunormen van duurzame visserij. Die werden in 1997 vastgelegd door de Marine Stewardship Councel of MSC, een internationaal erkende ngo die dit keurmerk aflevert.

In een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Nature van 2 september 2010 bekritiseerden zes wetenschappers het beleid van het MSC: het MSC wordt gesponsord door geld van de visindustrie, certificaten worden toch afgeleverd voor bedreigde vissoorten, krillvangst voor vis- en veevoeder krijgt het certificaat, visserijconcerns slepen makkelijk certificaten in de wacht terwijl kleine duurzame visserijen grote problemen ondervinden om het certificaat te bemachtigen.

Vervuilende vismeelfabrieken

En dan zijn er nog de visverwerkende vismeelfabrieken. Na China is Peru met slechts 33,5 miljoen inwoners de grootste visserijnatie ter wereld. En nochtans wordt er vooral één soort visjes gevangen: de ansjovis, lekker op een pizza, maar hier worden ze verwerkt tot vismeel.

Miljoenen tonnen vis worden door de industriële visvangst verwerkt, een proces dat gore afvalstoffen en veel smurrie genereert … rotzooi die zomaar in zee wordt geloosd. En de wildgroei van vismeelfabrieken aan de Peruviaanse kusten brengt nog andere problemen met zich mee.

De overbevissing maakt dat de boten steeds dieper in zee moeten omdat de ansjovispopulatie zich onvoldoende kan herstellen. Het aantal zeevogels is met 90 procent afgenomen. Het aantal dolfijnen slinkt ook snel omdat hun natuurlijk voedsel terugloopt en omdat jaarlijks naar schatting 2500 dolfijnen illegaal worden gedood. Het aantal vissers is teruggevallen van 5000 naar 1700. Vele ex-vissers werken nu in de vismeelfabrieken. Terwijl Peru tonnen vis uitvoert, lijden vele gezinnen honger en worden ze zelfs ziek door de vismeelfabrieken. De levensverwachting in de stad Chimbote aan de Ferrolabaai ligt 20 procent onder de nationale levensverwachting.

De oplossing: kweekvis?

In het grootwarenhuis vind je een boeket van vissoorten, maar tegenwoordig voor het overgrote deel kweekvis. Aquacultuur is een bomende industrie, jaarlijks goed voor 100 miljard stuks boerderijvis. In 2018 lag de totale aquacultuurproductie op 114,5 miljoen ton met een waarde van 264 miljard dollar, waarvan 82,1 miljoen ton visteelt goed voor 66 procent van de totale productie. Aquacultuur van weekdieren zoals oester en mossel bedraagt 21 procent en die van kreeftachtigen 11 procent. Met 47,6 miljoen ton staat de Volksrepubliek China bovenaan, gevolgd door India met 7,1 miljoen ton en op de zevende plaats Noorwegen met 1,4 miljoen toen.

Aquacultuur wordt door de producenten naar voor geschoven als oplossing om de overbevissing te counteren. Maar het plaatje is allesbehalve zo mooi als het wordt gepresenteerd. Voor de Schotse kust bevinden zich massieve pontons met onderwaterkooien waarin zalm en forel worden gekweekt. De Schotse westkust is volgestouwd met zulke viskwekerijen, eigendom van vier grote maatschappijen: Marine Harvest, Sea Farms, Lighthouse Caledonia en Grieg Seafood Hjaltland, alle vier genoteerd op de beurs van Oslo. Waar zit dan het probleem?

Omdat gekweekte vis een vrij grauwe kleur heeft worden kleurstoffen zoals canthaxanthin en astaxanthin met het vismeel vermengd zodat het vlees een attractieve rode of oranje kleur krijgt.

Veel kweekvissen zoals zalm en forel zijn carnivoren die zich dus voeden met kleine visjes. Om een ton zalm of forel te oogsten heb je gemiddeld vier ton kleine visjes nodig. Daardoor belandt 27 procent van de totale visvangst niet op een bord, maar worden de kleine zeevissen verwerkt tot vismeel en visolie. Volgens de Canadese wetenschappers van het Sea Around Us-project wordt jaarlijks gemiddeld 20 miljoen ton vis verwerkt tot visvoeder, dat ook dient voor kippen- en varkensvoer.

Omdat de vissen opgepakt zitten in kooien zoals in de intensieve veehouderij zijn ze erg gevoelig voor ziektes. De kwekers trachten de luizenplaag onder controle te krijgen met insecticiden en de infecties met extra antibiotica. Omdat gekweekte vis een vrij grauwe kleur heeft, worden kleurstoffen zoals canthaxanthin en astaxanthin met het vismeel vermengd zodat het vlees een attractieve rode of oranje kleur krijgt.

Onderzoek van het Amerikaanse ministerie van Landbouw toonde aan dat gekweekte zalm meer dan dubbel zoveel vet bevat dan zijn wilde confrater. Het besluit van professor Ronald Hites van de universiteit van Indiana is vrij alarmerend: ‘Het eten van gekweekte zalm kan gezondheidsrisico’s inhouden die de voordelen van de visconsumptie tenietdoen.’

Zoals in elk kapitalistisch bedrijf is de hoofdbekommernis van deze viskwekerijen ‘met zomin mogelijk kosten zoveel mogelijk winst genereren’. Of met andere woorden ‘met zo goedkoop mogelijk voeder een zo dik mogelijke vis kweken’. De kassa rinkelt op de beurs van Oslo, maar zelf eten de rijke Noren geen kweekvis.

Vis wordt eerst rot aan de kop

De Franse zeebioloog Daniel Pauly ziet de industriële freezer-trawlers als het grootste probleem. Zij brachten volgens hem Wall Street in de visserij: ‘In plaats van tien procent willen ze vijftig procent rendement per jaar. En het hoeft niet duurzaam, want als het ene gebied leeg is, gaan ze naar het volgende. Dat is waarom de ambachtelijke, kleinschalige vissers per definitie betere vissers zijn. Zij zijn gebonden aan hun locatie en moeten dus wel rekening houden met de visbestanden in hun gebied.’ (De Groene Amsterdammer, 21.01.2021)

Pauly slaat de nagel op de kop. Voor hun winstvergroting moet alles wijken: wateren leegvissen, vervalsen van scheepsregistraties en vangstpapieren, belastingen ontduiken, scheepsbemanning uitbuiten en ga zo maar door. De Nederlandse visgiganten doen vrolijk mee aan deze praktijken. Per jaar lossen hun schepen zo’n vierhonderd miljoen kilo bevroren haring, makreel en blauwe wijting in de Nederlandse havens. Dat is een derde van alle Europese quota voor deze vissoorten. Twee inspecteurs moeten die import controleren. Dat zegt genoeg.

Moet de ‘ecocide van de oceanen’ ook gecriminaliseerd worden? Voor een internationaal tribunaal zoals het Strafhof van Den Haag moeten verschijnen zou de visserijconcerns kunnen afschrikken want nu komen ze er bij de zeldzame bestraffing vanaf met belachelijk lage boetes. De vis wordt eerst rot aan de kop. De internationale visindustrie is de kop en die is zo verrot dat ze dreigt de hele visserij te verrotten. Een echte koerswijziging van de Titanic van de visindustrie is alleen mogelijk als hun roofbouw botst op een ijsberg van verzet. Hopelijk is het dan niet te laat voor de baarmoeder waaruit alle leven op aarde is ontstaan. De aarde staat of valt met de zee.

Neoliberale visserij

Sinds de jaren 1970 waait de neoliberale wind ook over zeeën en oceanen met hetzelfde parool: private eigendom van de quota zou maken dat de vissers beter zorg zouden dragen voor de visbestanden en dat de marktmechanismen voor meer efficiëntie zouden zorgen.

Overbevissing, fake labels en maffiapraktijken: er hangt een geurtje aan de vis op uw bord.

Zoals in alle industrieën duwde de neoliberale politiek ook de visserij echter in handen van monopolies die alleen gaan voor winstmaximalisering. Het intact houden van visbestanden en biodiversiteit botst totaal met dat winstprincipe. Dat ondertussen de vissersdorpen aan de Europese kusten leeglopen en verkrotten zal hen worst wezen.

Ondertussen ontsnappen de multinationals aan het betalen van belastingen door het organiseren van een wirwar van dochterbedrijven met onderlinge geldstromen. Hun namen verschijnen wel in de Panama Papers. De echte winst wordt gesluisd naar belastingparadijzen.

In dezelfde jaren 70 voerden vele landen beperkingen op de visvangst in door quota’s op te leggen om zo toen al de overbevissing aan banden te leggen. Op het eerste gezicht positief, maar de visrechten werden toegekend aan private bedrijven en in werkelijkheid betekende dat het begin van een noodlottige privatisering en monopolisering van de visvangst. Wanneer je een grond pacht, moet je daarvoor betalen. De zeeën werden van dan af het nieuwe Wilde Westen. Zoals kleinschalige boeren worden weggeconcurreerd door de agrifood-multinationals, kwijnen wereldwijd kleine vissers weg omdat beursgenoteerde fabrieksboten de zeeën inpikken.

De situatie van de visserij verschilt van land tot land. Zo zijn in Frankrijk de visrechten niet vrij verhandelbaar, maar verbonden aan het bezit en de grootte van een schip. Grote bedrijven kopen voor grof geld kleine boten met hun visrechten over.

Aan de overkant van het kanaal zijn veel Britse quota in handen van grote Britse bedrijven met Britse schepen. Hun reusachtige fabriekstrawlers vissen alle vis weg voor de ogen van de kleine vissersboten. Alles Brits, maar de eigenaars zitten in Nederland en incasseren daar de winsten. Alleen het IJmuidse visserijbedrijf Cornelis Vrolijk bezit een kwart van alle Engelse quota.

Vele vissers die voor de Brexit stemden, zijn er dus aan voor de moeite. Brexit zal voor hen niets veranderen.

Vismaffia

Ook in de visserij is zogezegd iedereen gelijk voor de wet, maar is de wet niet gelijk voor iedereen. De wet bevoordeelt immers de machtigste en kapitaalkrachtigste en bij overtreding komen zij er ook het makkelijkst mee weg. Van die stelling levert de internationale visserij pijnlijke bewijzen aan. Want de illegale visserij is uitgegroeid tot een zeemonster met veel koppen.

De FAO definieert illegale visserij als visvangst die niet wordt uitgevoerd, aangegeven of geregistreerd volgens de geldende nationale wetgeving en internationale reglementering. De illegale visserij houdt zich niet aan de afgesproken visgronden, de vangstseizoenen, de netvoorschriften, de vissoorten en -quota, de bijvangst, de afgesproken aanleghavens en ga zo maar door. En de vismaffia beschikt over vele middelen om de wet te omzeilen. De illegale vaartuigen registreren zich onder een goedkope vlag, wisselen voortdurend van naam, leveren hun vangst af in dubieuze havens, gebruiken niet toegelaten netten en wisselen op zee ladingen uit.

Dat rijke landen visbestanden roven van arme landen is wraakroepend.

De omzet van de illegale visserij wordt ruw geschat op 11 tot 26 miljoen ton, dat is tot 20 procent van de wereldwijde visvangsten met een waarde van 10 tot 23,50 miljard dollar. En dat cijfer groeit. Volgens de FAO is nu al 30 procent van de visserij illegaal. De benadeelde, meestal arme landen lopen daardoor heel wat inkomsten mis. Vooral Afrika kreunt onder de illegale visvangst. De vissersboten komen uit de Europese Unie, Rusland en China. De hele westkust van Afrika is een goudmijn van vis. Volgens de Britse milieuorganisatie Environmental Justice Foundation (EJF) verliest Guinea 34.000 ton vis door illegale visvangst. Mozambique mist daardoor jaarlijks 57 miljoen dollar aan inkomsten. Dat rijke landen visbestanden roven van arme landen is wraakroepend.

De illegale visvangst, en met als gevolg overbevissing, heeft ook catastrofale gevolgen voor de zeeën en oceanen. Al in 2003 becijferden wetenschappers van de Dalhousie University dat in vijftig jaar tijd 90 procent van het roofvissenbestand naar de haaien ging. Met haar enorme zuurstofproductie door fytoplankton zijn de oceanen de tweede long van de aarde. Maar daar waar het leven op aarde begon, worden nu beursgenoteerde giganten in hun winsthonger mede verantwoordelijk voor de vernietiging van de zeeënbiotopen. Verschillende vissoorten dreigen definitief te verdwijnen, andere soorten zoals schildpadden, dolfijnen, zeezoogdieren en -vogels lijden onder de roofbouw. Soms wordt onherstelbare schade aangericht aan de zeebodem.

Onder verdachte omstandigheden overleden

De dapperste landen aan de kusten van Afrika en Zuid-Amerika zetten waarnemers in op de fabrieksschepen. Maar die waarnemers worden dikwijls omgekocht of bedreigd. En op zee is een ongeluk vlug gebeurd. Volgens de krant The Guardian komen er jaarlijks waarnemers onder verdachte omstandigheden om het leven. Bovendien zit de wetgeving vol mazen. Zo werd op 13 maart 2017 de garnalenkotter Starr Shrimper XXV door de Liberiaanse kustwacht aan de ketting gelegd wegens vissen zonder vergunning. Het schip is een van de zeventig schepen van het Nigeriaanse visbedrijf Atlantic Shrimpers Ltd. een dochterbedrijf van visserijconcern Cornelis Vrolijk. Atlantic Shrimpers kreeg een boete en het schip ging voor drie maanden aan de ketting. Cornelis Vrolijk gaf de kapitein de schuld en ontsloeg hem. De garnalen van Atlantic Shrimpers worden op de Europese markt verkocht als ‘duurzaam’ want hun boten zijn uitgerust met een apparaat dat schildpadden vermijdt, maar om tijd te sparen wordt dat dikwijls afgezet. Fabrieksschepen moeten ook verplicht een zender aanzetten, waardoor autoriteiten de koers van de schepen kunnen nagaan. Maar in slecht gecontroleerde wateren wordt ook dat toestel voor lange periode uitgeschakeld.

Wat ook buiten de statistieken van overbevissing valt is het fenomeen van highgrading, opwaardering: het overboord kieperen van tonnen vis om plaats te maken voor vis die een grotere opbrengst levert. De praktijk wordt bevestigd door ex-bemanning van trawlers. Tweehonderd ton wijting wordt in zee gestort als ze op makreel stuiten. Het gebeurt uiterst zelden dat een trawler hierop wordt betrapt en beboet. Fabrieksschepen sjoemelen ook met de quota door foutieve oorsprong van het vangstgebied in te vullen. Makreel verkopen als schelvis, geheime pijpleidingen van de kade recht naar de visfabriek, te kleine mazen van de netten, vervalste weegschalen, een vals gewicht op de etiketten van de verpakking … de liefde is vindingrijk, maar de visfraude nog veel meer. In oktober 2020 stuurde de Europese Commissie een officiële waarschuwing aan het adres van Nederland omdat het veel te weinig onderneemt tegen al dat gesjoemel. Hoe dapper!

Wat met het duurzame label?

Als je vis koopt in de supermarkt, merk je dat er op de verpakking van wild gevangen vis een blauw embleempje met een witte vis prijkt. Dat bewijst dat die vis gevangen is volgens de milieunormen van duurzame visserij. Die werden in 1997 vastgelegd door de Marine Stewardship Councel of MSC, een internationaal erkende ngo die dit keurmerk aflevert.

In een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Nature van 2 september 2010 bekritiseerden zes wetenschappers het beleid van het MSC: het MSC wordt gesponsord door geld van de visindustrie, certificaten worden toch afgeleverd voor bedreigde vissoorten, krillvangst voor vis- en veevoeder krijgt het certificaat, visserijconcerns slepen makkelijk certificaten in de wacht terwijl kleine duurzame visserijen grote problemen ondervinden om het certificaat te bemachtigen.

Vervuilende vismeelfabrieken

En dan zijn er nog de visverwerkende vismeelfabrieken. Na China is Peru met slechts 33,5 miljoen inwoners de grootste visserijnatie ter wereld. En nochtans wordt er vooral één soort visjes gevangen: de ansjovis, lekker op een pizza, maar hier worden ze verwerkt tot vismeel.

Miljoenen tonnen vis worden door de industriële visvangst verwerkt, een proces dat gore afvalstoffen en veel smurrie genereert … rotzooi die zomaar in zee wordt geloosd. En de wildgroei van vismeelfabrieken aan de Peruviaanse kusten brengt nog andere problemen met zich mee.

De overbevissing maakt dat de boten steeds dieper in zee moeten omdat de ansjovispopulatie zich onvoldoende kan herstellen. Het aantal zeevogels is met 90 procent afgenomen. Het aantal dolfijnen slinkt ook snel omdat hun natuurlijk voedsel terugloopt en omdat jaarlijks naar schatting 2500 dolfijnen illegaal worden gedood. Het aantal vissers is teruggevallen van 5000 naar 1700. Vele ex-vissers werken nu in de vismeelfabrieken. Terwijl Peru tonnen vis uitvoert, lijden vele gezinnen honger en worden ze zelfs ziek door de vismeelfabrieken. De levensverwachting in de stad Chimbote aan de Ferrolabaai ligt 20 procent onder de nationale levensverwachting.

De oplossing: kweekvis?

In het grootwarenhuis vind je een boeket van vissoorten, maar tegenwoordig voor het overgrote deel kweekvis. Aquacultuur is een bomende industrie, jaarlijks goed voor 100 miljard stuks boerderijvis. In 2018 lag de totale aquacultuurproductie op 114,5 miljoen ton met een waarde van 264 miljard dollar, waarvan 82,1 miljoen ton visteelt goed voor 66 procent van de totale productie. Aquacultuur van weekdieren zoals oester en mossel bedraagt 21 procent en die van kreeftachtigen 11 procent. Met 47,6 miljoen ton staat de Volksrepubliek China bovenaan, gevolgd door India met 7,1 miljoen ton en op de zevende plaats Noorwegen met 1,4 miljoen toen.

Aquacultuur wordt door de producenten naar voor geschoven als oplossing om de overbevissing te counteren. Maar het plaatje is allesbehalve zo mooi als het wordt gepresenteerd. Voor de Schotse kust bevinden zich massieve pontons met onderwaterkooien waarin zalm en forel worden gekweekt. De Schotse westkust is volgestouwd met zulke viskwekerijen, eigendom van vier grote maatschappijen: Marine Harvest, Sea Farms, Lighthouse Caledonia en Grieg Seafood Hjaltland, alle vier genoteerd op de beurs van Oslo. Waar zit dan het probleem?

Veel kweekvissen zoals zalm en forel zijn carnivoren die zich dus voeden met kleine visjes. Om een ton zalm of forel te oogsten heb je gemiddeld vier ton kleine visjes nodig. Daardoor belandt 27 procent van de totale visvangst niet op een bord, maar worden de kleine zeevissen verwerkt tot vismeel en visolie. Volgens de Canadese wetenschappers van het Sea Around Us-project wordt jaarlijks gemiddeld 20 miljoen ton vis verwerkt tot visvoeder, dat ook dient voor kippen- en varkensvoer.

Omdat de vissen opgepakt zitten in kooien zoals in de intensieve veehouderij zijn ze erg gevoelig voor ziektes. De kwekers trachten de luizenplaag onder controle te krijgen met insecticiden en de infecties met extra antibiotica. Omdat gekweekte vis een vrij grauwe kleur heeft, worden kleurstoffen zoals canthaxanthin en astaxanthin met het vismeel vermengd zodat het vlees een attractieve rode of oranje kleur krijgt.

Onderzoek van het Amerikaanse ministerie van Landbouw toonde aan dat gekweekte zalm meer dan dubbel zoveel vet bevat dan zijn wilde confrater. Het besluit van professor Ronald Hites van de universiteit van Indiana is vrij alarmerend: ‘Het eten van gekweekte zalm kan gezondheidsrisico’s inhouden die de voordelen van de visconsumptie tenietdoen.’

Zoals in elk kapitalistisch bedrijf is de hoofdbekommernis van deze viskwekerijen ‘met zomin mogelijk kosten zoveel mogelijk winst genereren’. Of met andere woorden ‘met zo goedkoop mogelijk voeder een zo dik mogelijke vis kweken’. De kassa rinkelt op de beurs van Oslo, maar zelf eten de rijke Noren geen kweekvis.

Vis wordt eerst rot aan de kop

De Franse zeebioloog Daniel Pauly ziet de industriële freezer-trawlers als het grootste probleem. Zij brachten volgens hem Wall Street in de visserij: ‘In plaats van tien procent willen ze vijftig procent rendement per jaar. En het hoeft niet duurzaam, want als het ene gebied leeg is, gaan ze naar het volgende. Dat is waarom de ambachtelijke, kleinschalige vissers per definitie betere vissers zijn. Zij zijn gebonden aan hun locatie en moeten dus wel rekening houden met de visbestanden in hun gebied.’ (De Groene Amsterdammer, 21.01.2021)

Pauly slaat de nagel op de kop. Voor hun winstvergroting moet alles wijken: wateren leegvissen, vervalsen van scheepsregistraties en vangstpapieren, belastingen ontduiken, scheepsbemanning uitbuiten en ga zo maar door. De Nederlandse visgiganten doen vrolijk mee aan deze praktijken. Per jaar lossen hun schepen zo’n vierhonderd miljoen kilo bevroren haring, makreel en blauwe wijting in de Nederlandse havens. Dat is een derde van alle Europese quota voor deze vissoorten. Twee inspecteurs moeten die import controleren. Dat zegt genoeg.

Moet de ‘ecocide van de oceanen’ ook gecriminaliseerd worden? Voor een internationaal tribunaal zoals het Strafhof van Den Haag moeten verschijnen zou de visserijconcerns kunnen afschrikken want nu komen ze er bij de zeldzame bestraffing vanaf met belachelijk lage boetes. De vis wordt eerst rot aan de kop. De internationale visindustrie is de kop en die is zo verrot dat ze dreigt de hele visserij te verrotten. Een echte koerswijziging van de Titanic van de visindustrie is alleen mogelijk als hun roofbouw botst op een ijsberg van verzet. Hopelijk is het dan niet te laat voor de baarmoeder waaruit alle leven op aarde is ontstaan. De aarde staat of valt met de zee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content