Saïd El Khadraoui (SP.A)

Opnieuw investeren in Europese economie zonder de ’truuken van de foor’

Saïd El Khadraoui (SP.A) Gemeenteraadslid voor SP.A in Leuven

‘We hebben ons de afgelopen jaren in Europa kapot bespaard. Dat heeft niet enkel vreselijke sociale gevolgen gehad; Europa slaagt er daardoor evenmin in krachtig te investeren in relancemaatregelen. De Europese Commissie heeft dat nu- rijkelijk laat- begrepen,’ schrijft Europees parlementslid Saïd El Khadraoui.

De Europese Commissie kondigt een reeks initiatieven aan om de langetermijnfinanciering van de Europese economie aan te zwengelen. Dat is geen dag te vroeg. Met een leger van meer dan 26 miljoen werklozen in januari 2014 kan Europa zich geen uitstel permitteren. Want om opnieuw jobs te creëren, zijn er investeringen nodig en die kosten geld. Verschrikkelijk veel geld. Europa heeft maar liefst 1.000 miljard euro nodig om de doelstellingen van Europa 2020, ondermeer inzake transport, telecom, energie en infrastructuur… te realiseren.

Hoe we deze funding gap de komende jaren zullen dichten, wordt de grote uitdaging van de volgende Europese legislatuur. De cijfers tonen aan dat de financiële inspanningen de afgelopen jaren bergafwaarts gingen. De waarde van gefinancierde infrastructuurprojecten in de EU daalde met meer dan 50 procent, van ruim 70 miljard euro in 2010 tot ongeveer 34 miljard euro in 2012. Door de gigantische besparingsprogramma’s die conservatieve meerderheden de lidstaten oplegden, liepen ook de publieke investeringen in infrastructuurprojecten fors terug. In de hele EU bedroegen de uitgaven voor publieke projecten in 2013 gemiddeld 2,3 procent van het BNP, een stuk minder dan de 2,5 procent in het voorgaand decennium. We hebben ons dus wel degelijk lam bespaard.

De financiering van Europese infrastructuurprojecten is in zeer grote mate – voor maar liefst 75 procent – afhankelijk van bankkredieten. In de VS wordt slechts 20 procent van alle lange termijnfinanciering georganiseerd door banken, de rest komt van de kapitaalmarkt. Maar de Europese banken houden de vinger op de knip om aan de nieuwe kapitaalvereisten te voldoen. Symptomatisch hiervoor zijn de problemen die KMO’s ondervinden in hun financiering. Uit laatste cijfers van de Europese Centrale Bank blijkt dat Griekse, Spaanse en Italiaanse KMO’s die bij een bank aankloppen maar 33 tot 50 procent kans maken om ook daadwerkelijk een lening te krijgen. In Duitsland daarentegen keren de KMO’s in 87 procent van de gevallen terug met geld op zak. De landen die het zwaarst getroffen zijn door de crisis, hebben het dus moeilijker om hun economische relance te organiseren.

Omdat banken vandaag moeilijk doen over kredietverlening, zijn er alternatieve financieringsbronnen nodig en de Europese Commissie geeft dat eindelijk toe. Beter laat dan nooit. Zo kunnen pensioenfondsen aangesproken worden voor de financiering van maatschappelijke infrastructuurprojecten. Dat moet – omdat er geïnvesteerd wordt met geld van gepensioneerden – voorzichtig gebeuren, maar er is toch wel enige speelruimte om veilig te investeren. De toekomstige hervorming van de regelgeving inzake pensioenfondsen zou hierop moeten focussen

Daarnaast kunnen ook verzekeraars een belangrijkere rol spelen in de financiering van infrastructuurprojecten.. Ook het spaargeld kan nuttiger geactiveerd worden. In België werd daarop ingespeeld met de zogenaamde volkslening. De Commissie lijkt dit voorbeeld te willen volgen en denkt aan de oprichting van een Europese spaarrekening die een gestandaardiseerd kader kan aanreiken om spaarders aan te moedigen hun spaargeld naar infrastructuurwerken te kanaliseren. Naar Amerikaans voorbeeld kan er ook meer geld opgehaald worden op de kapitaalmarkt, als daartoe de huidige obstakels weggewerkt worden. Ook een relatief nieuw instrument zoals crowdfunding moet ingezet worden als methode om geld op te halen.

De financiële crisis heeft ons geleerd om voorzichtig te zijn. De Europese sociaal-democraten eisen dan ook dat financiering die buiten de banken verloopt, transparant gebeurt. Het gaat hier immers over de sector van het schaduwbankieren die de laatste jaren explosief gegroeid is. Want hoe strenger de regels voor de banken, hoe groter de schaduwbanksector. Volgens een laatste schatting spreken we over financiële activiteiten en entiteiten die goed zijn voor 71.000 miljard euro. Dat we deze middelen proberen in te zetten voor de financiering van de reële economie is op zich een goede zaak. Het voor echter cruciaal dat de schaduwbanksector niet langer in de schaduw blijft, maar volledig transparant wordt, gereguleerd en onder toezicht. Zo moeten instellingen die opereren als een bank, zoals sommige fondsen, ook geregeld worden als een bank. Dat dit geen evidentie is, bewijst het gevecht rond de nieuwe regels inzake geldmarktfondsen. Als rapporteur in het Europees parlement over dit dossier stelde ik voor om sommige van deze fondsen een beperkte kapitaalbuffer op te leggen zodat de fondsen tegen een stootje kunnen als het misloopt en niet moeten rekenen op de belastingbetaler om hen te redden. Dat was voldoende voor liberalen en conservatieven om dit dossier te blokkeren. De sector is immers allergisch voor regelgeving en vindt daarin steun bij Europees Rechts.

De Europese Commissie lijkt ook de techniek van het securitiseren opnieuw leven te willen inblazen als alternatieve financieringstechniek. Deze securitiseringstransacties hebben een zeer kwalijke reputatie vanwege hun rol in de financiële crisis van 2007-2008. ‘Slechte’ hypothecaire leningen werden verpakt, beoordeeld door dezelfde ratingbureaus die ze eerst zelf verpakt hadden en vervolgens doorverkocht, dikwijls aan Europese banken. Securitisatie houdt dus ernstige risico’s in maar kan ook een belangrijke rol spelen bij financiële bemiddeling, op voorwaarde dat de spelregels duidelijk zijn. Wil de Europese Commissie deze vorm van financiële doping stimuleren – want daar komt het eigenlijk op neer – dan kan dit slechts onder zeer strikte begeleiding van de toezichthouders en in volle transparantie inzake de risico’s van de onderliggende leningen. Verder is er nood aan een duidelijke definitie van kwalitatief hoogwaardige securitisatie, aan meer standaardisering en aan een beperking op het aantal keer dat leningen verpakt mogen worden. Slechts dan zou securitisering een interessante vorm van alternatieve financiering kunnen zijn.

Dat we ons lam hebben bespaard en dat die besparingswoede een economische relance afremt, hebben de Europese sociaal-democraten tot in den treure aangekaart. Zonder nieuwe en krachtige investeringstechnieken geraken we nooit uit het slop. Dat de Europese Commissie dit eindelijk inziet en vandaag met pakket ideeën komt om financiering van lange termijnprojecten rond te krijgen, is een goede zaak. Wij zullen er over waken dat dat veilig kan gebeuren en dat de ‘truuken van de foor‘ die de financiële sector voorheen bedacht en die ons de verdoemenis hebben ingestort, onmogelijk worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content