Tomas Baum

OPCW, niet langer een Nobele onbekende

Tomas Baum Directeur van het Vlaams Vredesinstituut

De Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens heeft in Oslo de Nobelprijs voor de Vrede gekregen. De organisatie mag dan al lang een onbekende geweest zijn, er zijn redenen om ze niet onbemind te laten.

Verrassing alom twee maanden geleden: niet het Pakistaanse meisje Malala, de Congolese dokter Mukwege of een van de andere 259 genomineerden won de Nobelprijs voor de Vrede 2013. Het is de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) die de Prijs in ontvangst mocht nemen in aanwezigheid van de Noorse koning. Zoals steeds is de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede goed voor enige controverse. Dit jaar kwamen vooral uit de context van de Syrische burgeroorlog heel wat kritische geluiden. De OPCW verdient echter een pleidooi pro Nobelprijs: de organisatie mag dan al lang een onbekende geweest zijn, er zijn redenen om ze niet onbemind te laten.

Uitzonderlijk

De OPCW is het uitvoerend orgaan van de Chemical Weapons Convention (CWC). Dat verdrag is om verschillende redenen een bijzonder ontwapeningsregime. Ten eerste is het erg normatief: het legt een volledig verbod op voor de productie, opslag en gebruik van chemische wapens. Zo zijn er niet veel ontwapeningsverdragen: zelfs het Non-proliferatieverdrag over nucleaire wapens kent geen zo’n streng uitgangspunt. Ten tweede is het CWC zo goed als universeel. Er zijn geen andere ontwapeningsverdragen die, ondanks alle strategische, culturele en politieke verschillen tussen landen, zo breed gedragen worden. Enkel zes landen doen (nog) niet mee: Angola, Birma, Egypte, Noord-Korea, Israël en Zuid-Soedan. Syrië werd dit jaar de arm omgewrongen om het toetredingsproces in te zetten. Ten derde is het een werkend ontwapeningsregime. Dat klinkt cynisch in een jaar waarin duizenden Syrische burgers omkwamen door chemische wapens, maar over de tijd bekeken, heeft het CWC er sinds 1997 – door de inzet van de OPCW – voor gezorgd dat al veel chemische wapens verdwenen zijn uit de wereld. Begin 2012 had de OPCW in totaal 51 505 ton chemische wapens ontmanteld; dat is 72% van de totale voorraad van de aangesloten staten.

Het vuile werk

Dat brengt ons bij het specifieke belang van het werk van de OPCW. Deze Nobelprijs is ook en vooral een erkenning voor de honderden technici die met gevaar voor eigen gezondheid en leven die vuile chemische wapens helpen ontmantelen en opruimen. Anders dan vredesonderzoekers met hun analyses en advies (zoals wijzelf), diplomaten met hun onderhandelde compromissen, of bloggers en observatoren allerhande, zorgt de OPCW-staf er letterlijk voor dat wapen per wapen, en stock per stock verdwijnt. Dit soms in erg gevaarlijke en explosieve omstandigheden. Dat verdient een Nobelprijs.

Waarom de OPCW de Nobelprijs verdient

Tomas Baum

Puzzelstukje

De kritiek op de toekenning van de Nobelprijs aan de OPCW werd vooral gelinkt aan het Syrische conflict: de OPCW heeft gebruik van chemische wapens in Syrië niet kunnen voorkomen; Assad is gerehabiliteerd door de deal rond de chemische wapens; en wat met de 100.000 Syriërs die door conventionele wapens omkomen? Terechte opmerkingen, maar ten onrechte op de rug van de OPCW geladen. OPCW werkt binnen de grenzen van het CWC, en daar was Syrië geen lid van. De impact van de deal rond chemische wapens is hun verantwoordelijkheid niet. En elk chemisch wapen dat ze daar momenteel ontmantelen, kan niemand nog op onschuldige burgers afvuren. Dat is maar één puzzelstukje bij de uitweg uit het verschrikkelijke conflict, maar een wel een (levens)belangrijk.

Onvoltooid

De OPCW zal dus terecht de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst nemen. Enerzijds als erkenning voor het reeds geleverde ontwapeningswerk en de inspanningen in Syrië. Anderzijds wijst de Nobelprijs de landen die nog niet aansloten bij het CWC extra op hun verantwoordelijkheid en kan dit mee het duwtje in de rug zijn voor een volledig universele ban op chemische wapens. Bovendien maakt de prijs het ook moeilijker voor landen die treuzelen bij het uitvoeren van hun verplichtingen (zoals Rusland en de VS) om hun engagementen te blijven uitstellen. De OPCW is dus nog lang niet klaar met zijn werk. De Nobelprijs voor de Vrede zal overigens nooit kunnen worden toegekend aan iemand die werk voor de vrede volledig heeft voltooid. Dat werk is immers nooit af.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content