Op café in Zweden: ‘Eerst zien of het allemaal echt zo serieus is voordat we hele boel op slot doen’

Stockholm op 26 maart 2020 © AFP

In Zweden mogen cafés wel openblijven, en dat is in het Europa van vandaag een unicum. ‘De toekomst moet uitwijzen of Zweden gelijk heeft gehad.’

De pubquiz gaat donderdagavond gewoon door. In Brygghuset, een biercafé op het centrale plein Järntorget in de Zweedse stad Gothenburg, zitten de deelnemers zij aan zij aan lange tafels. Een stuk of veertig man, is het — de opkomst is een stuk minder dan normaal, vertelt barman Eby Wilson (34), in wiens kroeg toch makkelijk honderd, honderdvijftig gasten passen. Maar het zijn net genoeg bierdrinkers om voor open te blijven.

Parallel aan de bar, op een meter afstand, markeert een streep tape de gewenste ruimte tussen gast en barman. ‘Barhangen mag niet meer’, zegt Wilson, terwijl een paar meter verderop een stamgast zich aan de bar overeind houdt.

Waar nagenoeg het hele continent op slot zit en de meeste niet-vitale voorzieningen zijn opgeschort, kan de Zweed zich gewoon nog bezatten op ’t café.

Op een doorsnee donderdagavond is het hier, in deze buurt rond de populaire uitgaansstraat Andra Långgatan, een gebral van jewelste. Nu voelt het meer als zondagmorgen. Op de stoep voor de cafés worden de terrassen opgebouwd; die mogen uitbaters dit jaar vervroegd in gebruik nemen, een maatregel waarmee de regering hoopt dat het horecabezoek wat aantrekt. Sommige bars zijn donker en dicht. De cafés waar wel licht brandt ogen ongezellig leeg.

Maar gezellig of niet: ze mogen wel openblijven, en dat is in het Europa van vandaag een unicum. Waar nagenoeg het hele continent op slot zit en de meeste niet-vitale voorzieningen zijn opgeschort, kan de Zweed zich gewoon nog bezatten op ’t café.

En dat niet alleen: de kinderen kunnen nog naar school, de rustelozen naar de fitness, de bourgondiërs naar het restaurant. Natuurlijk: de overheid hamert op handen wassen, op anderhalve meter sociale distantie en draagt 70-plussers op vooral thuis te blijven. Maar in vergelijking met, zeg, de potdichte buurlanden Noorwegen en Denemarken zijn die aanbevelingen een lachertje.

Dat terwijl het aantal Zweedse covid19-gevallen en -doden dat van beide buren overstijgt. Vrijdag had Zweden 5500 bevestigde coronabesmettingen en waren in totaal 308 burgers aan het virus overleden, tegenover 54 Noorse sterfgevallen en 123 Deense.

Lichtzinnig?

Waarom is het Zweedse regeringsbeleid dan relatief lichtzinnig? Een eenduidig en bevredigend antwoord is daar moeilijk op te geven. Politicoloog Li Bennich-Björkman van de Uppsula Universiteit wijst op het wederzijds vertrouwen: het uitzonderlijke vertrouwen van de bevolking in de autoriteiten, die vast beter weten wat goed voor ze is, maar ook dat van de overheid in hun burgers. De nadruk ligt hier op het gezonde verstand van het individu.

‘Elke Zweed’, sprak premier Stefan Löfven vorige week tijdens een persconferentie, ‘heeft de verantwoordelijkheid zichzelf te beschermen en daarmee ook zijn omgeving’. De staatsepidemioloog Anders Tegnell riep de bevolking op de ‘curve af te vlakken’, maar benadrukte dat ‘dit zou moeten lukken met de huidige aanbevelingen’, in plaats van ‘de draconische maatregelen van de rest van Europa’.

Tomas Tejland (61) die in de Irish Embassy met een collega een biertje drinkt, meent dat ‘Zweedse politici niet zo’n grote behoefte aan machtsvertoon’ hebben als politiek leiders elders. De regering geeft veel van haar macht uit handen, in dit geval aan de volksgezondheidsautoriteit Folkhälsomyndigheten. Die heeft het vooralsnog afgeraden scholen en andere publieke voorzieningen te sluiten. De Deense instantie voor volksgezondheid had evengoed zo’n lockdown afgeraden, maar daar legde de premier die aanbeveling naast zich neer. ‘De toekomst’, zegt Tejland, ‘moet uitwijzen of Zweden gelijk heeft gehad.’

‘Zweden zijn arrogant’, verklaart bargast Lukas Johnsson (31) het beperkte overheidsingrijpen. ‘Het kan ons niet zoveel schelen wat er in de rest van de wereld gebeurt. De regering wacht rustig af. Die wil eerst zien of het allemaal echt zo serieus is voordat ze de hele boel op slot doen.’

‘We vrezen vooral voor onze economie’, valt zijn vriend Olof Berglund (30) hem bij. ‘Ik verkocht auto’s, maar door het gebrek aan klanten was ik niet meer nodig.’ Johnsson zit momenteel ook werkloos thuis. Hij beschouwt het meer als een vakantie. ‘Ik ben werknemer bij Volvo. Ze hebben alle productie gestaakt, maar ik krijg gewoon nog doorbetaald.’

Nemen de heren dan helemaal geen coronamaatregelen? ‘Jawel’, zegt Johnsson luchtig. ‘Ik was mijn handen als ik naar de wc ben geweest. En ik doe dit (trekt zijn mouw over zijn hand, red.) als ik een deur opendoe.’

Vooral onder de in Zweden wonende buitenlanders doet de grap de ronde dat de bevolking zich altijd al heeft voorbereid op de coronacrisis; sociale distantie is voor Zweden een tweede natuur. De afgelopen weken is er ook vrijwillige eenheid van de moraalpolitie opgestaan, die niet te beroerd is zijn medemens op diens verwerpelijke gedrag te wijzen. Dat is de burgerverantwoordelijkheid waar premier Stefan Löfven keer op keer aan refereert.

Maar dat verantwoordelijkheidsgevoel lijkt op donderdagavond toch te sneuvelen bij een biertje.

Partner Content