Op bezoek bij de offshorebewaarder in Panama

Journalist Joel Matriche van Le Soir kocht een retourtje Panama en klopte in het belastingparadijs aan bij het officiële bedrijfsregister. Hoe reageert de poortwachter van offshorebedrijven op de komst van een Panama Papers-journalist?

Op bezoek bij de offshorebewaarder in Panama

Een grijs gebouw van enkele verdiepingen langs de Central Españalaan in Panama. Eens voorbij de ontvangstbalie in de vorm van een halve maan en de drukbezochte wachtzaal op het gelijkvloers van het Registro Publico de Panama, kom je aan een tiental genummerde loketten. Hier gebeuren de registraties en schrappingen van bedrijven, wijzigingen en updates van statuten.

Een paar honderd dollar, drie directeurs -meestal aangeleverd door een dienstverlener zoalsals Mossack Fonseca-, de stempel van een notaris en van één van de bedienden van de Registro Publico volstaan om een offshore op poten te zetten.

Op de eerste verdieping zijn de bureaus afgescheiden door tussenwanden en is de sfeer veel gedempter. Enkele bediendes, herkenbaar aan hun grijs-en-witte uniform, lopen heen en weer. Hier kan je, in theorie, het Panamees bedrijfsregister inkijken.

In theorie volstaat het om de naam van een Panamese onderneming te geven aan één van de bediendes, om vervolgens het inschrijvingsnummer en de statuten van het bedrijf te ontvangen. Maar alle goede wil van de wereld en alle getokkel op toetsenborden ten spijt, hebben we de statuten (de handelsnaam van het bedrijf, de juridische vorm, de namen van zijn officiële directeurs…) van slechts twee van de vijf aangevraagde bedrijven ontvangen.

Tipje van de sluier

De gegevensdatabank van het Panamese bedrijfsregister is sinds 2008 ook toegankelijk op het internet. Dat was alvast een stap vooruit -een stap die andere belastingparadijzen zoals de Britse Maagdeneilanden, Samoa of Jersey nog moeten zetten. Toch is er ook in Panama nog veel werk aan de winkel. De aanvragen zijn enorm ingewikkeld, het register is niet up-to-date en het is helaas onmogelijk om te zoeken op de naam van een bestuurder of directeur. Dat laatste verwijt geldt trouwens ook voor de Belgische gegevensbank van rechtspersonen.

Panama houdt heel wat bedrijfsinformatie geheim, en maakt er zelfs één van zijn belangrijkste verkoopsargumenten van.

Een paar jaar geleden doorbrak Daniel O’Huighinn, een jonge Schotse autodidactische programmeur, een stuk van die ondoordringbare muur. Op twee maanden tijd slaagde hij erin de namen van de directeurs van alle geregistreerde bedrijven op te vissen. Daarna heeft hij ze geïndexeerd en vrij toegankelijk gepubliceerd op internet. Zo konden journalisten onder meer ontdekken dat de twee dochters van de president van Azerbeidzjan discreet eigenaar zijn van een telecomoperator. Of dat de familie Porsche een offshorebedrijf had opgezet.

Het datalek van het Panamese advocatenkantoor Mossack Fonseca, dat we via Süddeutsche Zeitung en het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) konden inkijken, licht een tipje van de sluier op de archieven van de Registro Publico. Het lek geeft immers niet alleen de namen van directeurs en bestuurders van offshores prijs, maar vaak ook van aandeelhouders en de uiteindelijk begunstigden achter de offshore bedrijven.

De Panama Papers zijn een samenwerking tussen Süddeutsche Zeitung, ICIJ, Knack, Le Soir, De Tijd en MO*. Voor zijn bezoek aan Panama ontving Le Soir-collega Joel Matriche een werkbeurs van het Fonds pour le journalisme en Fédération Wallonie-Bruxelles.

Partner Content