Ook de komende zes jaar zal Poetin voortdurend achterom moeten kijken
Zoals na elke ‘herverkiezing’ zal Vladimir Poetin de komende zes jaar de duimschroeven aanhalen. Tegelijk is het maar de vraag wat die populariteit echt waard is.
Toen Dmitrij Peskov, Poetins besnorde woordvoerder, in november 2023 het Moskouse Staatsinstituut voor Internationale Relaties bezocht, kreeg hij van een bevallige studente de vraag der vragen: hoe moet de president die na Poetin komt eruit zien? Peskovs antwoord was naar goede Kremlintraditie cryptisch: ‘Hetzelfde.’ Waarna hij een kort pauze liet vallen, en vervolgde: ‘Of hij zal anders zijn, maar toch hetzelfde.’
Het is een truc die het Kremlin al jaren toepast: er is geen alternatief. In 2012, toen Poetin na vier jaar afwezigheid terugkeerde naar het presidentschap, luidde de slogan al: kto, esli ne Putin? (‘wie dan wel, als het Poetin niet is?’) Vladimir Poetin is geen politicus die zich verkiesbaar stelt en hoopt steun te krijgen van een meerderheid van de bevolking, maar een onontkoombaarheid.
Met zijn antwoord gaat Peskov zelfs een stap verder: ook als Vladimir Poetin het presidentschap ooit zal verlaten, is er geen alternatief mogelijk. Poetin is als het weer: het kan vriezen, dooien, regenen of opdrogen, maar het is er altijd, het heeft geen begin en geen einde, en het is onmogelijk om het te controleren. Russen kunnen slechts opteren om zich erop te kleden.
Goudlokje-autoritarisme
Die totale versmachting van elke vorm van dissidentie is een relatief recent fenomeen. Toen Poetin 24 jaar geleden aantrad, was Rusland geenszins een democratie. Ook in de beginjaren was er al stevige repressie voor wie zich manifesteerde als politiek alternatief. Kritische journalisten die te diep in de potten roerden, riskeerden toen al hun leven. Maar tegelijk was het vroege Poetinisme niet repressiever dan strikt nodig. Het hoefde niet ostentatief in het rond te moorden.
Zoals alle autoritaire systemen moedigde het poetinisme vooral passiviteit aan. Russen hoefden niet met vlaggetjes te zwaaien, mochten hoeren en boeren en konden aan de keukentafel schelden op alles wat hen lief was. Zelfs betogingen in Moskou werden vaak oogluikend toegestaan als een soort ventiel voor maatschappelijk ongenoegen.
Dat veranderde nadat Poetin in 2012 terugkeerde naar het presidentschap. Opgejaagd door de Arabische revoluties en de Maidanrevolutie van 2014, waarin hij de boze hand van het Westen ontwaarde, haalde het regime de duimschroeven aan. Plotseling sprak Poetin – de man die minstens een buitenechtelijk kind heeft bij een concubine en in 2013 van zijn vrouw scheidde – over de deugd van conservatieve waarden. LGBT-organisaties waren plots een wereldwijd complot om Moeder Rusland te knechten. Mensenrechtenactivisten werden plots buitenlandse agenten.
Waar de repressie voorheen nog gepaard ging met een zekere wettelijke onderbouwing, nemen de staatsorganen tegenwoordig niet eens meer de moeite om het Russische publiek af te dreigen. Het Openbaar Ministerie kondigde afgelopen week expliciet aan dat het hard zal optreden tegen het creatieve protestplan van Aleksej Navalny, die voor zijn dood het idee lanceerde om op verkiezingsdag om 12 uur massaal op te dagen. Het Ministerie waarschuwde eerder ook al expliciet om niet op straat te komen na de dood van Navalny, of weg te blijven van anti-oorlogsmanifestaties van de soldatenmoeders.
Opmerkelijk genoeg richt de repressie zich op beide kanten van het debat. Tegenstanders van de oorlog worden opgespoord en gevolgd. Zelfs de oncharismatische lapzwans Boris Nadezjdin kreeg niet eens de kans om zichzelf te registreren voor de presidentsverkiezingen. Maar ook de hypernationalisten die vinden dat Rusland net harder tekeer moet gaan in Oekraïne, voelen de repressie. Igor Girkin, de luidruchtige hypernationalist die in 2014 een Russische militie in de Donbas leidde, werd in januari veroordeeld tot vier jaar strafkamp. Vocale steun voor de Russische oorlog is zoals in het sprookje van Goudlokje: het mag niet te koud zijn, niet te warm, en de juiste temperatuur is moeilijk te bepalen.
Geen land voor oude presidenten
Tegelijk is het duidelijk dat Poetin nog steeds een legitimiteitsprobleem heeft. Repressie is een handig instrument om eventuele protesten te doen verstommen, maar geen enkele autoritaire leider wordt er populairder door. Zorgde de annexatie van de Krim in 2014 nog voor een langdurige boost in zijn populariteit, dan was die steun voor 2022 ernstig afgekalfd.
Aan de oppervlakte is die steun dezer dagen nochtans algemeen. Krijgen Russen de vraag of ze ‘de activiteiten van Vladimir Poetin’ steunen, bevestigt een enorme hoeveelheid van de ondervraagden – in de laatste Levada-peiling maar liefst 86 procent – hun steun voor de president. De reden voor die steun is niet strikt vrijwillig. Zoals de Russische sociologe Jekatarina Schulmann het vorig jaar in Knack stelde: ‘Voor Russen klinkt elke vraag in een peiling ongeveer als: “Steunt u het beleid van de regering, of wilt u voor vijftien jaar het strafkamp in?”’
Aan de andere kant ervaren heel wat Russen best wel positieve kanten aan de oorlog. Doordat het Russische leger vooral rekruteert in de armere regio’s, is er een enorme welvaartstransfer. Jongemannen die voorheen doelloos rondhingen verdienen nu fortuinen – evenwel terwijl ze enorme risico’s lopen. Ondanks het enorme aantal gesneuvelden en gewonden zijn veel gezinnen er de voorbije twee jaren op vooruitgegaan. Vooral in de privésector zijn de lonen gevoelig gestegen. Tegelijk zorgt de stijgende inflatie ervoor dat Russen aan de onderkant van de samenleving de gevolgen voelen.
Er is bovendien sociologisch onderzoek dat suggereert dat Russen niet bepaald enthousiast zijn over hun huidige en volgende president. Er is bijvoorbeeld de enquête van Russian Field, die niet alleen peilt naar politieke verwachtingen, maar ook probeert te achterhalen hoe Russen hun ideale toekomstbeeld zien. Het contrast tussen beide is enorm. In dat ideale toekomstbeeld wil 82 procent de oorlog beëindigen (nadat Rusland zijn doelen heeft volbracht), maar gelooft slechts 56 procent dat dat onder Poetin zal gebeuren. 58 procent wil een staakt-het-vuren met Oekraïne, maar slechts 29 procent verwacht dat het onder Poetin zal gebeuren. Ondanks de massale antiwesterse propaganda hoopt 51 procent van de ondervraagden nog steeds dat Rusland de banden met het Westen zal herstellen en hoopt 56 procent dat de sancties zullen opgeheven worden.
Hetzelfde fenomeen doet zich voor wanneer er gepeild wordt naar de steun voor Vladimir Poetin. In de peiling die Russian Field begin september 2023 organiseerde, kregen Russen de vraag aan welke karakteristieken de ideale Russische presidentskandidaat moet voldoen. De allergrootste afknapper bleek leeftijd: maar liefst 68 procent van de ondervraagden gaf aan geen president te willen ouder dan zeventig. Russen hebben volgens de peiling liever een jood, een moslim of een Kaukasiër – drie bevolkingsgroepen die het niet bepaald onder de markt hebben binnen de Russische maatschappij – dan iemand ouder dan zeventig. Het is in al zijn subtiliteit misschien de meest nadrukkelijke afwijzing van Poetin, die vorige oktober 71 jaar werd.
Niet de laatste Homo Sovieticus
De oorlog in Oekraïne, waarvan geen Rus de bedoeling lijkt te snappen, is ondertussen een soort natuurlijke toestand geworden waaraan steeds moeilijker te ontsnappen valt.
Tegelijk beseft het Kremlin maar al te goed wat die algehele steun echt betekent. Toen voormalig Wagnerbaas Jevgenij Prigozjin – God hebbe zijn ziel – nauwelijks negen maanden geleden Rostov-aan-de-Don bezette en aankondigde een mars op Moskou te houden, schoot het Russische volk zijn leider niet te hulp. Er waren geen manifestaties, geen menselijke kettingen, geen volksmassa’s die opkwamen voor hun heiland. Integendeel: menig oligarch en medestander maakte zich uit de voeten, en in Rostov kreeg Prigozjin heel wat sympathie van de lokale bevolking. Ook toen Oekraïense drones de chique Roebljovkawijk in Moskou aanvielen, haalden de Russen collectief de schouders op.
Een van de cruciale factoren van het succes van het poetinisme was altijd dat het nauwelijks enige inspanning van de bevolking vroeg. Een echte ideologie was er niet, en moest derhalve niet gevolgd worden. Gewone Russen waren welkom om vanuit de luie zetel voor de heldendaden van het Russisch leger te supporteren, maar konden zich evengoed niets van al het patriottische gezemel aantrekken. Elites konden een jetsetbestaan leiden zonder daarbij te verzaken aan de patriottische plicht. Machthebbers konden schelden op het goddeloze en perfide Westen, en er tegelijk familie en fortuin onder brengen.
Die tijd is nu voorbij. Naar goede gewoonte zal Poetin na de administratieve formaliteit van afgelopen weekend de duimschroeven aanhalen. Ook deze nieuwe ambtstermijn zal extra repressie brengen. De oorlog in Oekraïne, waarvan geen Rus de bedoeling lijkt te snappen, is ondertussen een soort natuurlijke toestand geworden waaraan steeds moeilijker te ontsnappen valt. Hoe goed Russen zich erop kleden, niemand blijft nog droog.
Lange tijd leek Poetin de laatste Homo Sovieticus te worden om Rusland te leiden, alleen al omdat de overige exemplaren tegen de tijd dat hij aftreedt al vrijwel uitgestorven zullen zijn. Lange tijd leek het poetinisme met zijn naamdrager te zullen uitsterven. Het is niet langer duidelijk of dat zal gebeuren. Nu Rusland in snel tempo opnieuw een maatschappij wordt waarin buren, vrienden en collega’s elkaar verraden, waar verdrukkende staatsrepressie de orde van de dag is en kanonnenvlees ‘s lands grootste industrie wordt, dringt de vraag zich op wat voor leiders dergelijke samenleving zal voortbrengen. Wie weet zat Peskov er met zijn voorspelling niet ver naast.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier