Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘Ontbossing in Brazilië: internationale handel moet over veel meer gaan dan centen en jobs’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

‘Het Europese handelsbeleid kan een van de sleutelinstrumenten zijn om ontbossing tegen te gaan’, schrijft Europarlementslid Kathleen Van Brempt naar aanleiding van de branden in het Amazonegebied.

Het Amazonewoud brandt aan een tempo dat nooit voorheen door wetenschappers werd waargenomen. De redenen zijn bekend: illegale houtkap, mijnbouw, de productie van biobrandstoffen, landbouw en veeteelt vreten aan de longen van de planeet. Ongeveer 80 procent van de wereldwijde ontbossing is het gevolg van de uitbreiding van landbouwgebied. Nu president Bolsonaro in Brazilië nagenoeg alle beschermingsmaatregelen heeft teruggeschroefd, is het hek helemaal van de dam. De ontbossing was in juni in Brazilië met maar liefst 60 procent gestegen in vergelijking met juni 2018. Wat vandaag aan de hand is, kan leiden tot wat wetenschappers massale bossterfte noemen – forest dieback – en in het ergste geval tot de verdwijning van het Amazonewoud.

Ontbossing in Brazilië: internationale handel moet over veel meer gaan dan centen en jobs.

Het ecosysteem dat de regenwouden in stand houdt, verdwijnt immers, en dat kan er in het ergste geval voor zorgen dat het hele gebied tot een savanne herleid wordt. Dat zou rampzalig zijn voor de aanpak van de klimaatverandering wereldwijd, want het behoud van en zelfs de uitbreiding van de wouden is noodzakelijk om de klimaatdoelstellingen te halen. Ontbossing draagt immers voor 20 pct bij tot de uitstoot van broeikasgassen. Paradoxaal genoeg zouden diegenen die vandaag de branden aansteken om terrein vrij te maken voor landbouw en veeteelt er bekaaid vanaf komen, want de landbouw in die streken hangt af van het regenwoud.

In 2017 al wees een studie van de Europese Commissie er op dat de EU ‘duidelijk een deel van het probleem van de ontbossing’ is, maar ook dat ze een deel van de oplossing kan zijn. Ook de Europese bevolking wil dat er strengere wetgeving komt om de wouden van de planeet te beschermen. Een peiling van mei laatstleden in 25 lidstaten toont dat 87 procent van de Europeanen dergelijke nieuwe wetgeving noodzakelijk vindt en dat 91 procent van de Europeanen diep begaan is met de toestand van de wouden. In 2018 al riepen zowel het Europees parlement als zeven lidstaten – België hoorde daar niet bij – op om dringend een actieplan tegen ontbossing uit te werken.

Eind juli legde de Europese Commissie eindelijk de krijtlijnen van zo’n actieplan tegen ontbossing op tafel. De nieuwe Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen zal nu dringend werk moeten maken van een reeks maatregelen die de bestaande wetgeving uit 2003, de zogenaamde Forest Law Enforcement, Governance and Trade Action Plan (FLEGT) moet versterken. Het Europese handelsbeleid kan een van de sleutelinstrumenten zijn om ontbossing tegen te gaan. Een belangrijke oorzaak van ontbossing is landbouw en veeteelt en dus ook de handel in en consumptie van producten uit die sectoren. Tussen 1990 en 2008 bijvoorbeeld was de EU verantwoordelijk voor maar liefst éénderde van de consumptie van landbouwgewassen die aanleiding hadden gegeven tot ontbossing. De EU draagt een belangrijke verantwoordelijkheid.

Er is niet één wondermiddel om ontbossing tegen te gaan, maar zowel het Europees parlement als verschillende NGO’s wijze op het grote belang van een zogenaamde zorgvuldigheidsverplichting (mandatory due diligence in het jargon) die bedrijven opgelegd krijgen als ze handel drijven met of investeren in activiteiten die ondermeer met ontbossing te maken hebben. In de investeringswereld zijn dergelijke analyse al bekend ESG-beleid (Environmental, Social & Governance), dat door sommige bedrijven reeds vrijwillig wordt uitgevoerd. De analyses hebben betrekking op milieu-impact, energieverbruik, klimaatverandering, afvalproductie, uitputting van natuurlijke bronnen, waaronder water, sociale condities zoals kinderarbeid, slavernij, arbeidsomstandigheden, gezondheidsrisico’s en op het vlak van bedrijfsbeheer bijvoorbeeld risico’s op omkoping, belastingfraude, corruptie en dergelijke meer.

Zowel bedrijven die in de EU gevestigd zijn als bedrijven die goederen en diensten leveren in de EU, ook financiers en investeerders, moeten aan dergelijke verplichte analyse onderworpen worden. Zo’n zorgvuldigheidsverplichting bestaat al in de Europese houtverordening van 2013 dat vergunningen geeft voor de invoer van legaal gekapt hout, maar moet uitgebreid worden naar alle sectoren. Bedrijven krijgen pas een vergunning om producten in te voeren of te investeren nadat ze een uitgebreide risico-analyse hebben gemaakt Ze moeten uiteraard niet enkel de risico’s identificeren, maar ook aantonen dat ze maatregelen nemen om milieuschade en schending van de mensenrechten te voorkomen.

De zorgvuldigheidsverplichting moet uiteraard gekoppeld worden aan een verplichte openbaarmaking. Een Europese zorgvuldigheidswetgeving maakt het niet enkel voor bedrijven die in verschillende lidstaten actief zijn duidelijk wat de spelregels zijn, ze draagt er ook toe bij dat de EU zowel de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen als de klimaatakkoorden van Parijs makkelijker zal kunnen bereiken.

Het spreekt voor zich dat Europa, gezien de ernst van de situatie, het Mercosur-akkoord moet heronderhandelen.

Wat het Amazonewoud specifiek betreft komt uiteraard ook het Mercosur handelsakkoord met Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay in het vizier. Dat akkoord is weliswaar afgerond, maar moet nog geratificeerd worden, zowel door het Europees parlement als door de parlementen van de lidstaten. Dat akkoord is een belangrijk drukkingsmiddel. Het maar meteen verwerpen, zoals sommigen opperen, is wellicht niet de beste strategie, omdat het handelsakkoord een reeks voorwaarden bevat die bijvoorbeeld de klimaatakkoorden van Parijs verankeren in het zogenaamde TSD-hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling. Alleen zijn de afspraken in dat hoofdstuk moeilijk afdwingbaar.

Het spreekt voor zich dat Europa, gezien de ernst van de situatie, het Mercosur-akkoord moet heronderhandelen. Maar er is nog een tweede piste, eentje die de EU nog nooit heeft uitgeprobeerd, maar die gebruikelijk is in de Verenigde Staten, namelijk het opstellen van pre-ratificatievoorwaarden. Het Amerikaanse congres legt bijvoorbeeld voor de ratificatie van een akkoord nog een reeks voorwaarden op alvorens tot ratificatie over te gaan. Niets verhindert het Europes parlement om hetzelfde te doen, meer nog, in de toekomst moet dit integraal onderdeel gaan uitmaken van het Europese handelsbeleid. Want dergelijke pre-ratificatievoorwaarden geven het Europees parlement een krachtig instrument in handen om eindelijk van handelsbeleid een instrument te maken om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties te bereiken. De pre-ratificatievoorwaarden moeten op zijn minst kunnen afdwingen dat ontbossing stopt én bovendien ook investering in herbebossing afdwingen. Internationale handel moet immers over veel meer gaan dan centen en jobs. Het moet voor de hele planeet een duurzame toekomst garanderen.

Kathleen Van Brempt is Europees parlementslid, lid van de commissie internationale handel en S&D coördinator voor het internationale handelsbeleid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content