De separatistische milities in het oosten van Oekraïne hebben het regime in Kiev om een staakt-het-vuren gevraagd zodat humanitaire hulp aan de regio geleverd zou kunnen worden. Kiev heeft dat geweigerd.
De pro-Russische separatisten in het oosten van Oekraïne hebben, gezien de rampzalige humanitaire toestand in de regio, het regime in Kiev om een staakt-het-vuren gevraagd. Zo willen de rebellen het mogelijk maken voor humanitaire hulp om de regio te bereiken. Kiev weigert.
Het voorstel van de ‘rebellen’ bestaat volgens de Nationale Veiligheidsraad uit ‘woorden zonder daden’. De enige daad die Kiev wil, aldus woordvoerder Andrej Lyssenko, is ‘het hijsen van de witte vlag’.
Woordvoerder Sergej Kavtaradze van de separatisten riep het leger op tot dialoog: ‘Wij willen onderhandelen over een vluchtcorridor voor burgers’, zei hij. Kiev ontkent echter dat zich in het oosten van Oekraïne een humanitaire ramp voltrekt. De tienduizenden Russischtaligen die de grens met Rusland zijn overgestoken, bestempelt het regime als ’toeristen’.
Voorts wil ook het Westen van geen humanitair ingrijpen weten – zeker niet als Rusland daarbij wordt betrokken. Elke poging tot hulp vanuit Rusland wordt door het Westen gezien als een militaire agressie.
Het rebellenbolwerk in Oost-Oekraïne, Donetsk, wordt nog steeds beschoten door overheidstroepen. Voor de burgeroorlog telde de stad een miljoen inwoners. Maar objectieve informatie over hoeveel slachtoffers de beschietingen ondertussen gemaakt hebben, ontbreekt.
De rebellen geven zelf toe dat de stad momenteel ‘volledig omsingeld’ is en dat de bevolking lijdt onder een gebrek aan water, voedsel, medicijnen en elektriciteit. Ook in Loehansk, een andere ‘opstandige’ stad, is de toestand rampzalig.
Het Westen blijft zich vooral zorgen maken over ‘Russische troepenbewegingen aan de grens’. (Belga/WB)
