Oekraïense kindsoldaten: ‘Ik wil oorlog zien’

Rebellen in het oosten van Oekraïne trainen een klein leger van kindsoldaten. Dat beweren de door het Westen gesteunde leiders in Kiev. Verschillende scholen keren terug naar de sovjettraditie om legervaardigheden op school bij te brengen.

Het agentschap voor kinderen van de Verenigde Naties (VN) meent dat zo’n 250.000 kinderen worden uitgebuit in oorlogen in tientallen landen, onder wie velen in Afrika. Maar UNICEF stelde in januari nog niet over bewijs te beschikken dat kon aantonen hoe minderjarigen in het conflict in Oekraïne worden ingezet.

Toch beweren de door het Westen gesteunde leiders in Kiev dat rebellen in het oosten van het land een klein leger van kindsoldaten aan het trainen zijn in de scholen die onder hun controle vallen.

‘Terug naar USSR’

Zo volgen in Khartsyzk – voor het uitbreken van het bloederigste en meest diplomatiek geladen Europese conflict sinds het einde van de Koude Oorlog en de migratie naar veiligere regio’s die daarop volgde, woonden er nog 60.000 mensen – nog zo’n 20 kinderen tussen de veertien en de negentien jaar oud lessen tijdens de eerste weken van hun zomervakantie.

De militaire opleiding wordt er georganiseerd door het Patriottische Donbass: een lokale groep genoemd naar de industriële regio die langs de 2.000 kilometer lange Don-rivier loopt en de zelfverklaarde volksrepublieken Loehansk en Donetsk omvat.

Yury Tsupka is de leider van het Patriottische Donbass en minacht de Oekraïense nationalisten die vrijwillig doorheen de oorlogszone strijden, zo schrijft Agence France-Presse. Tsupka wil de oude sovjettraditie terugbrengen waarbij legervaardigheden op school werden aangeleerd.

‘We besloten terug te keren naar wat we hadden in de USSR’, verklaart hij tegenover AFP. ‘We zullen de kinderen ook leren hoe ze loopgraven moeten delven, hoe ze het terrein kunnen bewerken.’

Kalasjnikov

‘Als ik volwassen zou zijn, zou ik vechten’, zegt de veertienjarige Denis tegen het persagentschap. De kindsoldaat in wording weet al hoe hij een Kalasjnikov in elkaar moet steken en kan niet wachten om de pro-Russische militanten aan het front te vervoegen in de strijd tegen de Oekraïense troepen.

‘Ik wil oorlog zien, ik wil leren schieten, ik wil de tanks zien’, vervolgt hij enthousiast, geflankeerd door twee oudere rebellen die goedkeurend knikken.

Volgens Tsupka bieden steeds meer scholen zo’n militaire club aan. In de omliggende steden alleen al zouden er nog vier van zulke opleidingen bestaan.

‘We zijn nog steeds kinderen en zijn niet klaar om naar het front te gaan’, beaamt de zeventienjarige Alina die een EHBO-cursus bij rebellen volgt. ‘Maar als er iets zou gebeuren, kan ik helpen.’

‘Ik ben niet meer bang’

Niet alle scholen beperken zich volgens AFP echter tot de basisopleidingen. Sommige onderwijsinstellingen zagen hun leerlingen daadwerkelijk de separatistische eenheden van Khartsyzk vervoegen in de met mijnen bezaaide velden zo’n 20 kilometer ten oosten van rebellenbolwerk Donetsk.

Voor de tweeling Anya en Katya zijn zware combat boots dan ook niet vreemd. Ze geven volgens het persagentschap geen blijk van spijt wanneer ze zich de belangrijke beslissing herinneren die ze op hun negentiende namen: hun studies afbreken om zich bij een van de lokale milities aan te sluiten.

‘We besloten de rebellen bij te staan toen we vernamen dat er kinderen vermoord werden’, verklaren ze hun beslissing. Controleurs van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) vermoeden dat minstens 68 kinderen om het leven kwamen en 180 anderen gewond raakten sinds het begin van de gevechten in maart 2014.

‘Voor de oorlog was ik bang van bloed, van de geur’, besluit Katya. ‘Nu ben ik niet meer bang.’ (WB)