Oekraïense dichteres Halyna Kroek: ‘Europese pacifisten doen alsof mensen met wapens aan beide kanten hetzelfde zijn’

Halyna Kroek.
Jeroen Zuallaert

De Oekraïense dichteres Halyna Kroek, wier man meestrijdt in Oost-Oekraïne, schopt met haar gedichten de rest van Europa een geweten. Komende zondag treedt ze op in Mechelen, op het festival Poolse Stemmen.

Halyna Kroek verontschuldigt zich voor de duisternis die haar omringt wanneer we elkaar via een videoverbinding spreken. De elektriciteit in haar thuisstad Lviv valt geregeld uit, waardoor Kroek geen lichten kan aansteken. ‘Het is natuurlijk een uiterst ongewone situatie, maar we proberen voort te leven alsof het normaal is. Dat maakt het allemaal wat draaglijker. Het zorgt natuurlijk voor enorme problemen. We kunnen ons huis niet verwarmen. Ik kan geen online colleges geven aan de universiteit.’

In eigen land is Kroek een van de prominente stemmen in de literaire wereld. Naast eigen gedichten vertaalt ze ook Poolse literatuur naar het Oekraïens. Haar kinderboeken zijn in vijftien talen vertaald. Ze schrijft dezer dagen vooral over de impact van de oorlog, die voor Oekraïners al in 2014 begon. Haar echtgenoot vecht momenteel in het Oost-Oekraïne.

Weldra reist Kroek naar België. Op uitnodiging van het Poolse Instituut zal ze op zondag 11 december optreden op het festival Poolse Stemmen. Dat een Oekraïense dichteres die in het Oekraïens schrijft uitgenodigd wordt door een Pools festival, lijkt op het eerste gezicht misschien raar. Voor Kroek is het dat allesbehalve. ‘Ik kom uit het westen van Oekraïne, dicht bij de Poolse grens. Ik heb als kind Pools geleerd. Polen was voor ons het raam op Europa, omdat er in Polen meer contact met de Europese cultuur mogelijk was dan in de Sovjet-Unie.’

Echte wapens zijn jammer genoeg sterker dan poëzie.

U bent zelf opgegroeid in de Sovjet-Unie, toen Russisch nog de voertaal was in het Oekraïense onderwijs. Hoe komt het dat u toch in het Oekraïens bent gaan schrijven?

Halyna Kroek: Voor mij was het niet moeilijk om de Sovjet-Unie achter mij te laten. Mijn familie heeft zwaar geleden onder het Sovjetbewind. Mijn overgrootouders zijn al hun land en bezittingen kwijtgeraakt tijdens de collectivisatie in de jaren dertig. Ze konden kiezen: alles afgeven of op de trein naar Siberië. Andere familieleden werden na de Tweede Wereldoorlog vervolgd omdat ze dicht bij het Poolse verzet hadden gestaan. Ik heb in mijn jeugd altijd de duidelijke boodschap meegekregen dat de Sovjet-Unie niet mijn land was.

U reisde in 2014 al naar Oost-Oekraïne, om uw gedichten aan Oekraïense frontsoldaten voor te dragen. Hoe was dat voor u?

Kroek: Het heeft mijn leven veranderd. Ik heb toen poëzielezingen gegeven op verschillende plekken, soms op nauwelijks enkele honderden meters van de frontlijn. Plots was oorlog geen metafoor meer. Plots besefte ik dat de mannen voor wie ik mijn gedichten voorlas de dag erna dood konden zijn. Ik snapte dat ik hen geen oorlogsgedichten kon voorlezen. Zij hunkerden naar gedichten over het gewone leven, over hun familie, over hun kinderen.

Wat heeft die ervaring u geleerd over oorlog?

Kroek: Het is vreemd om je zo dicht bij de dood te begeven. Het besef dat een andere mens jou elk moment kan doden, is onuitstaanbaar gruwelijk. Het feit dat een mensenleven in een oorlog zo weinig waard is, is fundamenteel onrechtvaardig.

U bent erg kritisch voor de aarzelende houding in veel West-Europese landen.

Kroek: Er is een fundamenteel verschil tussen een oorlog starten als agressor en jezelf ertegen verdedigen. Europese pacifisten willen dat maar niet inzien. Ze doen alsof mensen met wapens aan beide kanten hetzelfde zijn. Dat is niet zo. Als de Oekraïners hun wapens neerleggen, worden ze massaal uitgemoord. Als de Russen zich terugtrekken, kunnen ze gewoon terug naar huis.

U hebt veel aandacht voor het lot van vrouwen in oorlogen. Waarom vindt u dat belangrijk?

Kroek: Omdat vrouwen bijna altijd het eerste slachtoffer zijn in een oorlog. Ook in deze oorlog weten we dat er in de door Rusland bezette gebieden op grote schaal verkracht wordt. We beseffen nog niet voldoende op welke schaal het gebeurt.

Tijdens een voordracht zei u onlangs dat poëzie ‘jammer genoeg niet kan doden’. Wat bedoelt u daarmee?

Kroek: Ik heb een doctoraat geschreven over literatuur in de barok, en in de barok is oorlog een soort wetmatigheid om de wereld te begrijpen. Ik kan die theoretische aanpak van toen niet meer uitstaan. Oorlog is geen metafoor. Als een oorlog zich zo dicht bij jou en jouw naasten bevindt, is de prioriteit niet om iets te schrijven. Je probeert vooral in leven te blijven. Oorlog is geen metafoor, en poëzie helpt je niet om jezelf te verdedigen als je wordt aangevallen. Ik betreur het dat ik alleen met woorden kan werken. In de huidige omstandigheden zijn we niets met woorden. Echte wapens zijn jammer genoeg sterker dan poëzie.

No War

Je staat hier met een ‘no war’-plakkaat als een aflaat

voor datgene wat nu onomkeerbaar is, want de oorlog laat zich niet stoppen,

zoals helder slagaderlijk bloed uit een open wond:

het stroomt totdat het doodt,

komt onze steden binnen als gewapende mannen,

verspreidt zich over de binnenplaatsen als vijandelijke commando’s,

net als dodelijke kwikbolletjes die je niet meer bijeen kunt rapen

niet meer terug kunt stoppen, tenzij ze worden opgespoord en onschadelijk gemaakt

door deze burgers – managers, ambtenaren, IT-specialisten en studenten,

die het leven niet heeft voorbereid op straatgevechten, maar de oorlog is hun leermeester

op slagvelden, in een pijnlijk vertrouwd landschap, inderhaast

worden eerst de mannen met gevechtservaring gerekruteerd,

vervolgens ook degenen die alleen Dune en Fallout hebben gespeeld

of misschien een korte workshop volgden over hoe je molotovcocktails maakt,

bij een barman die ze kennen. In de dichtstbijzijnde nachtclub slapen kinderen,

huilen kinderen, worden kinderen op de wereld gezet,

een wereld die daar tijdelijk niet geschikt voor is,

buiten in het speeltuintje worden Tsjechische egels gelast

en dodelijke ‘drankjes’ gebrouwen – door gezinsregimenten,

door hele families die eindelijk de vreugde ontdekken van het samenzijn,

van het lichte werk van vele handen – de oorlog verkort de afstand

van mens tot mens, van geboorte tot dood,

van datgene wat we onszelf niet toewensten

tot datgene waartoe we bekwaam bleken te zijn –

mama, neem de hoorn op, smeekt al meer dan een uur een vrouw in de kelder van een flat,

koppig en met doffe stem, nog altijd gelovend in een wonder,

maar waar haar moeder is, is geen bereik, daar in de voorstad,

waar de prefab-muren zijn ingestort als goedkope bouwblokjes

door grootschalige aanvallen, waar de masten gisteren nog voor verbinding

zorgden en vandaag niet meer, waar de wereld uiteen is gevallen in een vóór en na de oorlog

langs de scheve vouw in het ‘no war’-plakkaat

dat jij, Russische dichter,

straks op een vuilnisbelt gooit, onderweg naar huis,

de oorlog doodt met de handen van onverschilligen

en zelfs met de handen van lijdzame sympathisanten.

(Vertaling door Eric Metz)

Halyna Kroek treedt op tijdens het festival POOLSE STEMMEN/ GŁOSY Z POLSKI, in Mechelen.
Tickets en info vindt u hier.

Partner Content