Obama steunt landen die kindsoldaten inzetten

Voor de tweede keer op rij heeft de Amerikaanse president Barack Obama besloten militaire steun te blijven geven aan vier landen die kindsoldaten inzetten.

De vier landen zijn Tsjaad, de Democratische Republiek Congo, Jemen en het nieuwe, onafhankelijk Zuid-Soedan.

Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) vindt dat uit het besluit een “gebrek aan leiderschap” spreekt en “gebrek aan respect voor de Amerikaanse wet.”

“Landen die kindsoldaten inzetten zullen daar niet mee stoppen totdat ze merken dat het de Verenigde Staten ernst is als het gaat om het inhouden van geld”, zegt Jo Becker van HRW.

Volgens de Amerikaanse Wet ter Preventie van Kindsoldaten uit 2008, die in 2010 in werking trad, mag Washington geen buitenlandse militaire steun geven aan landen die soldaten rekruteren die jonger zijn dan achttien jaar. Dat verbod kan omzeild worden als die steun “de nationale belangen” dient.

Jemen

Onderzoekers concludeerden vorig jaar dat vijf landen, en het Soedanese Volksbevrijdingsleger (SPLA) van wat in juli Zuid-Soedan werd, in 2009 kindsoldaten hebben ingezet. Het ging om Tsjaad, de Democratische Republiek Congo, Jemen, Somalië en Myanmar (Birma). Met de laatste twee landen hebben de VS geen militaire banden.

Jemen krijgt jaarlijks voor meer dan 100 miljoen dollar Amerikaanse steun. Dat geld gaat naar militaire doelen en de strijd tegen het terrorisme. De regering kon niet aantonen dat vorig jaar op enige wijze het probleem van de kindsoldaten in Jemen is aangekaart.

“Samenwerking met de Jeminitische regering is een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse nationale strategie om Al Qaeda en verwante groepen te ontwrichten, ontmantelen en verslaan. Er wordt verhinderd dat Al Qaeda-aanhangers zich verbergen in Jemen”, stelde het Witte Huis dinsdagavond laat in een verklaring over het besluit.

Human Rights Watch zegt in augustus nog te hebben geconstateerd dat kinderen dienen bij de Centrale Beveiliging, een paramilitaire elite-eenheid en de Algemene Beveiliging, een politiemacht in de hoofdstad Sana’a. Officieren van de Eerste Gewapende Divisie, die eerder dit jaar overliepen naar de oppositie, hebben HRW verteld dat er voor de afscheiding kinderen van vijftien jaar of zelfs jonger werden gerekruteerd.

Re-integratie

Voor Zuid-Soedan, dat volgend jaar naar schatting 100 miljoen dollar aan militaire steun zal krijgen, werd een uitzondering gemaakt omdat het land tot juli niet onafhankelijk bestond.

De Amerikaanse regering stelt dat in het afgelopen jaar in Congo en Tsjaad enige vooruitgang geboekt is met betrekking tot de problematiek rond kindsoldaten.

In Tsjaad zou de regering volgens het Witte Huis een ‘actieplan’ hebben geïntroduceerd om kindsoldaten te demobiliseren en een einde te maken aan rekrutering van kinderen. Volgens een werkgroep van de Verenigde Naties is er, voor zover kon worden nagegaan, niet gerekruteerd in 2011. De overheid zou ongeveer duizend kinderen hebben overgedragen aan Unicef en andere hulporganisaties voor re-integratieprogramma’s.

Congo

In de Democratische Republiek Congo zijn in het afgelopen jaar “enkele stappen gezet” om het aantal kindsoldaten te verminderen. Sommige commandanten hebben zich ingezet om kindsoldaten over te dragen aan de VN-vredesmissie, Unicef en andere humanitaire organisaties.

Het Witte Huis handhaaft in Congo wel de militaire trainingsprogramma’s en levert niet-dodelijk uitrustingen aan het leger, maar 1,3 miljoen dollar aan militaire steun is opgeschort totdat de regering volledig samenwerkt met de VN om een einde te maken aan de inzet van kindsoldaten. Becker van Human Rights Watch noemt dat een “positieve stap.”

Somalië, dat vorig jaar ook kindsoldaten zou hebben ingezet, heeft geen last van de wet omdat de Amerikaanse militaire hulp aan de Federale Transitieregering (TFG) via de rekening voor vredeshandhaving van het ministerie van Buitenlandse Zaken loopt. (IPS/JL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content