Nee, CNN heeft de taliban niet gefeliciteerd voor het dragen van mondmaskers

© ILLUSTRATIE SERGE BAEKEN

Al eeuwenlang brengt satire maatschappijkritiek met een vleug humor. Maar in internettijden vormt misbegrepen satire weleens de basis voor fake news. En maken malafide actoren bewust misbruik van het label.

Iedere week zoekt Knack naar misleidende informatie op het internet.

Nee, de Amerikaanse nieuwszender CNN heeft de taliban niet gefeliciteerd voor het dragen van mondmaskers. Hoe absurd dat verhaal ook klinkt, veel mensen geloofden het wel. Reuters en USA Today schreven er zelfs factchecks over. Het verhaal ontstond bij The Babylon Bee, een satirische Amerikaanse website. Die toonde een gefotoshopt beeld van een fictieve CNN-uitzending, waarop stond hoe de ’talibanstrijders verantwoordelijk maskers droegen’. De illustratie hoorde bij een satirisch artikel dat de draak stak met de coronaberichtgeving van CNN.

Maar niet iedereen begreep dat het om een verzonnen en humoristisch bedoeld bericht ging, zeker niet toen de illustratie los van het artikel begon te circuleren op sociale media. Dat gebeurt wel vaker. Eerder deze maand ontstond bijvoorbeeld ook heel wat ophef over een satirische Australische website die aanbood om mensen te betalen die niet-gevaccineerde familieleden en buren zouden verklikken. En de Franse president Emmanuel Macron wordt al jaren achtervolgd door het verhaal dat hij ‘zijn handen wast nadat hij arme mensen de hand heeft geschud’ – een grap van een Franse satirische website.

De Raaskalderij

Satire is bijna zo oud als de literatuur zelf. Van Horatius en Juvenalis in het oude Rome, over Jonathan Swift in het Ierland van de 18e eeuw, tot de Britse tv-show Spitting Image: het is een populaire manier om wantoestanden aan te klagen en machthebbers, bedrijven of zelfs de hele samenleving aan te manen om beter te doen. Maar sinds de opkomst van het internet is satire ook een belangrijke bron van misinformatie geworden. Experts van het journalistieke initiatief First Draft noemen ‘satire en parodie’ een van de zeven belangrijkste oorzaken van misinformatie op het internet.

Nee, CNN heeft de taliban niet gefeliciteerd voor het dragen van mondmaskers

Internet heeft alleszins satire in overvloed. The Onion is waarschijnlijk de oudste en bekendste satirische website – ooit begonnen als een gedrukt krantje in de Amerikaanse staat Wisconsin en online actief sinds 1996. Navolgers zijn er in alle landen: van Der Postillon in Duitsland, over Le Gorafi in Frankrijk tot The Daily Mash in het Verenigd Koninkrijk.

Zelden is er een ideologische lijn te ontdekken achter de satire. The Babylon Bee – de site van het CNN-taliban-verhaal – is een opvallende uitzondering. De website is opgericht in 2016 vanuit rechtse, christelijke hoek en de satire heeft een duidelijke politieke inslag. Het is niet de bedoeling van The Babylon Bee om te misleiden, maar toch gebeurt dat regelmatig. In oktober 2020, tijdens de Amerikaanse presidentscampagne, liet Donald Trump zich nog foppen. Hij deelde verontwaardigd een artikel van The Babylon Bee waarin beweerd werd dat ‘Twitter offline zou gaan’ om geen negatief nieuws over Joe Biden te laten verspreiden. Het ging om een grap, natuurlijk.

Ook in het Nederlandstalige taalgebied duiken de voorbije jaren steeds meer satirische initiatieven op. De Nederlandse website De Speld is een van de oudste voorbeelden, en recentere toevoegingen zijn Nieuwspaal, De Korrel, Het Beleg van Antwerpen, De Gladiool, De Klaptand, De Rechtzetting, De Raaskalderij, TV Ekkergem – de lijst is haast eindeloos.

Alleen herkent niet iedereen al die titels als satirisch, zeker niet als het gaat om buitenlandse websites. Gevolg? Met de regelmaat van de klok gaan er berichten viraal van mensen die niet beseffen dat het om humorwebsites gaat en niet om journalistieke media. Eerder deze maand gebeurde dat nog met een Nieuwspaal-artikel: het woord ‘boterham’ zou ‘verdwijnen uit de Nederlandse taal’ omdat ‘boter’ en ‘ham’ te ongezond zouden zijn. Het leidde tot verontwaardigde reacties op sociale media.

Ku Klux Klan

Hebben satirische artikels, parodiewebsites en andere internetgrappen factchecks nodig? Dat is voer voor een groot debat in het wereldje van factcheckers. Satire heeft misschien niet de intentie om de realiteit weer te geven, maar vormt wel geregeld een bron van misinformatie. Verschillende factcheckers gebruiken niet langer labels als ‘onwaar’ voor checks van verkeerd begrepen satirische artikels, maar bespreken ze wel als mensen misleid blijken, en duiden ze dan simpelweg als ‘satire’.

Toen er kritiek kwam op de gemanipuleerde beelden van een Labour-kopman, zei een woordvoerder dat de video ‘natuurlijk satirisch bedoeld was’.

Het verband tussen satire en misinformatie loopt geregeld ook in omgekeerde zin: desinformatiepogingen worden soms opzettelijk als satire vermomd. Tijdens de Britse verkiezingscampagne van 2019 verspreidde de Conservatieve Partij van huidig premier Boris Johnson bijvoorbeeld een bewerkte, misleidende video over Labour-kopman Keir Starmer. Het leek alsof hij geen antwoord kon verzinnen op een bepaalde vraag over de brexit. Toen er kritiek kwam op de gemanipuleerde beelden van een Labour-kopman, zei een woordvoerder dat de video ‘natuurlijk satirisch bedoeld was’.

Het factcheckingprogramma van Facebook stelt expliciet dat het niet de bedoeling is om ‘duidelijk satirische of humoristische inhoud’ te factchecken. Eerder dit jaar is Facebook bovendien begonnen met ‘satirelabels’ voor pagina’s, inclusief een korte uitleg over wat het concept ‘satire’ precies inhoudt. Die vrijstelling van factchecks kan ook andere gevolgen hebben: steeds meer bewuste desinformatie-initiatieven gaan zichzelf ‘satirisch’ noemen en profiteren van dat achterpoortje in de Facebookregels.

Dat gebeurt ook in ons land. De website ’t Scheldt blaast geregeld warm en koud over zijn zelfgekozen omschrijving ‘Vlaamse satire’. Komt er kritiek op feitelijke fouten in artikels? Dan wijzen de anonieme auteurs graag op het feit dat ‘ t Scheldt geen journalistiek bedrijft maar ‘literatuur’. Maar tegelijkertijd wentelt ’t Scheldt zich graag in een soort slachtofferrol als bedreigde onderzoeksjournalist wanneer mensen naar de rechter stappen omdat ze vinden dat een artikel uit ‘ t Scheldt hen heeft belasterd. Het label ‘satire’ wordt dus geregeld bewust misbruikt, zowel om zich juridisch in te dekken als om het oordeel van factcheckers te ontlopen.

Bovendien herkennen ook de Facebookalgoritmes zélf niet altijd wat satire is en wat niet. Vorig jaar nog werd de pagina van De Raaskalderij korte tijd verwijderd. Oorzaak was een satirische afbeelding rond een lockdownfeestje waar Vlaams Belanger Dries Van Langenhove was betrapt. ‘Er waren voor iedereen mondmaskers voorzien!’ plaatste De Raaskalderij bij een foto van enkele mannen met de typische witte puntkappen van de Ku Klux Klan. Die racistische organisatie is al langer van Facebook verbannen, en Facebook herkende niet meteen dat De Raaskalderij het niet ernstig bedoelde. Voor het herkennen van satire – en het onderscheid met desinformatie – rekenen we dus het best op een grotere mediawijsheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content