Nederland gaat onderzoeken of het Nederlandse vluchtelingenschip Sea Watch 3, dat net als de Lifeline in Malta aan de ketting ligt, niet buiten zijn boekje is gegaan bij reddingsmissies op de Middellandse Zee.
Er reist een inspecteur naar de mediterrane eilandstaat om na te gaan of het gebruik van de Sea Watch 3 wel past bij ‘de wijze waarop het schip is ingericht, uitgerust en gecertificeerd’, zo meldt de Nederlandse staatssecretaris van Immigratie Mark Harbers.
Het schip van de Duitse hulporganisatie Sea Watch pikt migranten op die bij hun tocht over de Middellandse Zee naar Europa in de problemen geraken. Het vaart onder Nederlandse vlag en valt daarmee onder de verantwoordelijkheid van Nederland. Malta heeft de Sea Watch 3 verboden nog uit te varen. De lokale autoriteiten denken dat het schip verder gaat dan enkel het redden van drenkelingen en de weg naar Europa voor migranten plaveit.
Daarom stuurt Nederland nu een inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport naar Malta. Op grond van zijn bevindingen ‘zullen we moeten kijken hoe we hiermee verder gaan’, zegt staatssecretaris Harbers. Hoelang het onderzoek gaat duren en wanneer het schip weer zou kunnen uitvaren, kan hij niet zeggen, omdat de Maltese autoriteiten het voortouw hebben.
Malta wil uitgezocht hebben of de Sea Watch 3 ‘regels heeft overtreden met betrekking tot reddingsoperaties’, aldus Harbers. Reddingsschepen mogen bijvoorbeeld de kustwacht niet hinderen. Ze blijken geregeld ook helemaal niet geschikt om grote aantallen migranten te vervoeren. Volgens de staatssecretaris is er ook sprake van een mogelijk strafrechtelijk onderzoek door de Maltese justitie.
