Nu Amerikaans defensieminister Pete Hegseth beschuldigd wordt van oorlogsmisdaden, neemt ook in Republikeinse rangen de kritiek toe. Blijft Donald Trump achter zijn minister van Oorlog staan?
Heeft de Amerikaanse minister van Defensie Pete Hegseth oorlogsmisdaden gepleegd? Te midden van de oplopende spanningen tussen Amerika en Venezuela is dat dé brandende politieke vraag.
Het Amerikaanse leger lanceert sinds begin september aanvallen op boten voor de Venezolaanse kust, die ervan verdacht worden drugs te vervoeren. Volgens een reconstructie van The Washington Post zou Hegseth begin september het bevel gegeven hebben om alle opvarenden te doden. Bij de eerste aanval op een speedboot zouden Amerikaanse militairen gezien hebben dat twee opvarenden de aanval overleefd hadden. Daarop zou Frank Bradley, de verantwoordelijke commandant, een tweede aanval bevolen hebben.
Die tweede aanval is zelfs vanuit Amerikaans perspectief problematisch. Voor de aanvallen gebruikt Amerika de juridisch uiterst betwistbare stelling dat Amerika in een gewapend conflict is met drugsbendes. Maar zelfs voor wie die stelling aanvaartdt, is de tweede aanval een evidente schending van het oorlogsrecht. De twee opvarenden die de aanval overleefden, vormden immers geen militaire dreiging meer. Volgens het oorlogsrecht mochten zij dus niet meer gedood worden.
Hegseth zelf probeerde de beschuldigingen weg te lachen. Op zijn persoonlijke X-account postte hij gisteren een (bewerkte) tekening van het populaire animatiefiguurtje Franklin The Turtle, die vanuit een helikopter op speedbootjes richt.
Blunderboek
De respons vanuit het Witte Huis is gemengd. Het Witte Huis gaf gisteren toe dat Hegseth weldegelijk het bevel had gegeven voor de eerste aanval. Wie de tweede aanval had bevolen, was volgens woordvoerster Karoline Leavitt ‘een kwestie van interpretatie’. Trump liet zich ontvallen dat hij zelf niet bepaald enthousiast was over de tweede aanval, al verdedigde hij wel Hegseths stelling dat hij het bevel niet had gegeven.
In militaire kringen leeft de vrees dat het Witte Huis en Pete Hegseth zelf hun rol in de aanval onder de mat proberen te vegen. Daarbij zou de schuld in de schoenen van commandant Frank Bradley worden geschoven. Dat zou problematisch zijn voor Hegseths positie binnen Defensie: welke commandant zal nog vertrouwen hebben dat hij of zij achteraf niet gratuit onder de bus wordt geduwd?
In militaire kringen leeft de vrees dat het Witte Huis en Pete Hegseth zelf hun rol in de aanval onder de mat proberen te vegen.
Tegelijk is er ook in de Amerikaanse regering groeiende onvrede over Hegseths functioneren binnen het Pentagon. Hegseths eerste jaar aan het hoofd van het ministerie van Defensie – dat sinds september opnieuw het ministerie van Oorlog heet – leest als een langgerekt blunderboek. Er was de Signal-affaire, waarbij vertrouwelijke militaire plannen werden gedeeld in een onbeschermde chatgroep. Er was de beslissing om – buiten medeweten van Trump – de militaire steun aan Oekraïne stop te zetten. Zijn tirades tegenover generaals over hoe het leger terug mannelijker moet worden ondergraven zijn voorheen al twijfelachtige reputatie.
Het verzet komt bovendien ook steeds vanuit Republikeinse rangen. Roger Wicker, de Republikeinse senator die de commissie voor militaire aangelegenheden voorzit, eiste de volledige geluids- en beeldopname van de aanval al op. Verschillende Republikeinse senatoren gaven al te kennen dat, als blijkt dat de dubbele aanval weldegelijk zo heeft plaatsgevonden, dat voor problemen kan zorgen. De klunzige verdediging van Hegseth lijkt de kritiek binnen eigen rangen alleen maar aan te wakkeren.
Driscoll
Het is duidelijk dat ook Hegseth er niet helemaal gerust op is. De voorbije weken trad Dan Driscoll, die als staatssecretaris de landmacht onder zich heeft, steeds meer voor het voetlicht. Zo was het Driscoll die vorige week naar Kiev werd gezonden om de Oekraïense regering onder druk te zetten om het Amerikaans-Russische vredesplan te aanvaarden.
Driscoll wordt genoemd als een mogelijke opvolger van Keith Kellogg, de Amerikaanse Oekraïnegezant die in januari zijn functie neerlegt. Vermoedelijk reiken zijn ambities verder. Driscoll is een persoonlijke vriend van vicepresident JD Vance: ze studeerden samen in Yale. Hij hanteert dezelfde harde lijn als Hegseth maar geldt als klinischer – om niet te zeggen: minder clownesk. Als de job beschikbaar zou worden, zou Driscoll een logische keuze zijn.
Het is sowieso opvallend dat Hegseth de voorbije maanden steeds minder betrokken lijkt bij militaire planning. Zijn gespierde taal tegenover Oekraïne moest hij al snel weer intrekken. Toen Amerika in juni de aanval op Irans nucleaire faciliteiten plande, werd Hegseth gepasseerd. Nu Hegseths ook de Amerikaanse plannen tegenover Venezuela in het gedrang dreigt te brengen, zou zijn stoel wel erg snel aan het wankelen kunnen gaan.
Hoe sterk is het leger van Venezuela? 5 vragen over Trumps aanhoudende dreigementen