Moskou hoopt dialoog met Washington nog te kunnen verderzetten

Douma, Syrië © Reuters

Ondanks de raketaanvallen van vorig weekend door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk, wil Moskou de dialoog met Washington blijven voeren.

‘We hopen dat we ondanks de beschadigde betrekkingen, door toedoen van Washington, een soort van communicatie kunnen beginnen’, zei Kremlinwoordvoerder Dmitri Peskov maandag in Moskou. De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov, ziet het beetje vertrouwen dat Rusland nog in het westen had, verloren gaan. Dat zei hij aan de BBC.

Volgens Lavrov gebruiken de westerse landen een ‘zeer merkwaardige logica’. Zowel in het geval van de vergiftigde Russische ex-dubbelspion Sergej Skripal als de gifgaasaanval in Syrië werden eerst strafmaatregelen genomen, en dan pas bewijzen gezocht. De raketaanvallen door de drie westerse landen werden eerder al veroordeeld door de Russische president Vladimir Poetin.

De militaire communicatiekanalen worden nog altijd gebruikt, aldus Peskov. Ook Lavrov zegt aan de BBC dat er nog altijd functionerende communicatiekanalen zijn – van een directe confrontatie tussen Moskou en Washington is nooit sprake geweest. De gifgasaanval in het Syrische Doema is volgens Lavrov ‘in scène gezet’.

Britse diplomaten meldden maandag dat Rusland en Syrië het team van het OPCW, de Organisatie voor een Verbod op Chemische Wapens, niet binnenlaten. Na de Russische presidentsverkiezingen hadden zowel het Kremlin als het Witte Huis laten weten dat er op korte termijn een ontmoeting zou komen tussen de twee staatshoofden, maar dat staat niet langer hoog op de agenda.

Chemische aanval Syrië: inspecteurs mogen Douma nog niet binnen

Syrië en Rusland hebben volgens Britse diplomaten het expertenteam van de Organisatie voor een Verbod op Chemische Wapens (OPCW) nog niet toegelaten in Douma, waar de bevolking met gifgas zou zijn aangevallen.

Dat deelde de Britse delegatie bij de OPCW op Twitter mee. Ze beroept zich daarbij op een bericht van, de directeur-generaal van het OPCW, Ahmet Üzümcü, vandaag voor de uitvoerende raad van de organisatie in Den Haag.

Het OPCW-team, dat de veronderstelde aanslag met gifgas moet onderzoeken, is zaterdag in Damascus gearriveerd, kan echter niet verder reizen. ‘Rusland en Syrië hebben nog geen toegang tot Douma gegeven. Onbeperkte toegang essentieel’, klinkt het in de Tweet.

De Syrische viceminister van Buitenlandse Zaken Faisal Mekdad bevestigde intussen dat regeringsfunctionarissen de OPCW-experten hebben ontmoet. ‘Met de experten, die al drie dagen in Syrië zijn op verzoek van de Syrische regering, is de samenwerking bij het onderzoek naar de veronderstelde aanval met gifgas in de stad Douma in Oost-Ghouta besproken’, zo werd al-Mokdad geciteerd door het staatspersagentschap SANA.

De ‘precisie, transparantie en onpartijdigheid’ van de missie staan op de voorgrond. Er werd niets gezegd of het team de plaats van de vermoedelijk aanval al mag bezoeken.

De Russen hebben inmiddels de aantijgingen van Groot-Brittannië van de hand gewezen dat ze het werk van de OPCW in Syrië zouden bemoeilijken. ‘Dat is volledig uit de lucht gegrepen. Dat is nog maar eens een verzinsel van de Britten’, zei viceminister van Buitenlandse Zaken Sergej Rjabkov vandaag in Moskou. Wegens de raketaanvallen van de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk zijn de OPCW-experten nog niet kunnen beginnen aan hun onderzoek, klinkt het. ‘De gevolgen van de illegale en onwettige acties beletten dat’, zei de diplomaat volgens het persbureau Interfax.

Europese ministers van Buitenlandse Zaken komen niet verder dan ‘begrip’ voor luchtaanval

De Europese Raad van ministers van Buitenlandse Zaken steunt de luchtaanval van de VS, Frankrijk en Groot-Brittannië boven Syrië, zij het niet helemaal volmondig. In een tekst die maandagochtend na een ontmoeting in Luxemburg is verspreid, stellen de buitenlandministers dat ze ‘begrijpen’ dat de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ‘in de bestaande context’ faciliteiten voor chemische wapens hebben gebombardeerd. De EU wil nu vooral inzetten op een politieke oplossing.

Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk voerden zaterdag onder leiding van de Verenigde Staten luchtaanvallen uit op Syrië, als vergelding voor een vermoedelijke gifgasaanval op het stadje Douma, bij Oost-Ghouta. Het Syrische regime onder leiding van Bashar al-Assad zou daarvoor verantwoordelijk zijn, maar volgens Syrië en bondgenoot Rusland is de aanval geënsceneerd om de publieke opinie tegen hen op te zetten. De Europese ministers lieten maandag na een bijeenkomst in Luxemburg weten dat ze ‘het aanhoudende en herhaalde gebruik van chemische wapens door het Syrische regime veroordelen, omdat het een grove inbreuk is op het internationaal recht en op het menselijk fatsoen’. ‘In deze context begrijpt de Raad dat de gerichte luchtaanvallen van de VS, Frankrijk en het VK op faciliteiten voor chemische wapens in Syrië specifieke maatregelen waren die enkel genomen zijn om het verder gebruik van chemische wapens en chemische substanties die als wapens worden ingezet door het Syrische regime om haar eigen volk te doden, te voorkomen’, klinkt het. Geen volmondige ondersteuning dus, want niet alle Europese lidstaten waren met die luchtaanval opgezet. Tsjechisch president Milos Zeman sprak van een ‘cowboyactie’, maar ook de niet-NAVO-lidstaten Zweden, Oostenrijk, Finland, Ierland, Malta en Cyprus stonden schijnbaar op de rem voor een duidelijkere uitdrukking van steun. De NAVO had afgelopen weekend al laten weten de actie ’ten volle’ te ondersteunen, net al bijvoorbeeld Duits bondskanselier Angela Merkel, die de aanval ‘nodig en aangemeten’ noemde. Belgisch premier Charles Michel twitterde zaterdagochtend dat ons land begrip toont voor de actie, maar dat de focus nu gelegd moet worden op politieke onderhandelingen ‘om escalatie te vermijden’. Buitenlandminister Didier Reynders herhaalde dat maandag na afloop van de Europese Raad nog eens. We moeten de politieke oplossing ‘herlanceren’ en een oplossing zoeken binnen het kader van het VN-vredesproces, zei die. De Europese ministers willen nu eveneens inzetten op een politieke oplossing. ‘Het momentum van de huidige situatie moet gebruikt worden om het proces om tot een politieke oplossing te komen, nieuw leven in te blazen. De EU herhaalt dat er geen militaire oplossing kan zijn voor het Syrische conflict.’ Op 24 en 25 april vindt in Brussel een tweede internationale donorconferentie over Syrië plaats, voorgezeten door de EU en de VN.

Partner Content