Moord in Mexico om Amerikaanse verslaving te voeden

De decennialange drugsoorlog in Mexico raakt maar niet opgelost en eist dagelijks doden. De afgelopen zes jaar verdwenen er bovendien meer dan 26.000 mensen. Hoe lang zal het nog duren voor de drugsoorlog de Amerikaanse nationale veiligheid bedreigt en Obama besluit het land uit de nood te helpen?

Statistieken tonen aan dat het geweld in Mexico in dalende lijn ging. In 2012 waren er 20.568 moorden over heel Mexico. Dat is een daling van 8,5 procent tegenover 2011 maar nog steeds een verdubbeling ten opzichte van 2007. Maar in de realiteit liggen deze cijfers een pak hoger. Een groot deel van de moorden gebeuren achter de schermen of worden nooit aangegeven. En een heleboel mensen raakten vermist maar intussen kunnen ze evengoed dood zijn.

De cijfers over verkrachtingen in Mexico zijn helemaal duizelingwekkend. Jaarlijks worden er 14.000 vrouwen verkracht in Mexico. In 2009 werden slechts 2.795 vonnissen uitgesproken. Uit studies blijkt dat slechts één op vijf vrouwen verkrachting aangeeft omdat vrouwen niet geloven in het Mexicaanse justitiesysteem. Andere vrouwen zeggen niets uit vrees voor hun eigen leven. In realiteit ligt het cijfer eerder rond 70.000 verkrachtingen per jaar, waarvan dus maar één op 25 veroordeeld wordt.

Corrupte veiligheidstroepen

Tijdens de zesjarige bestuursperiode, van 2006 tot begin 2012, van ex-president van Mexico Felipe Calderon verdwenen er 26.121 burgers. Hoeveel van deze vermisten verbonden zijn met georganiseerde misdaad is onduidelijk. Cijfers over verdwijningen en de aard ervan zijn moeilijk op te stellen. Sommige van deze vermisten zijn in het geheim verhuisd omdat ze voor hun veiligheid vreesden. Een groot deel van de verdwijningen wordt niet eens aangegeven. In de realiteit ligt het cijfer nog veel hoger dan 26.121.

Human Rights Watch, een niet-gouvernementele organisatie die zich richt op de aanpak van mensenrechtenschending, publiceerde onlangs een rapport inzake enkele verdwijningen. Zij onderzochten 250 gevallen van gedwongen verdwijningen tijdens de ambtsperiode van Calderon. In minstens 149 van deze gevallen waren veiligheidstroepen zoals de politie, het leger en de marine betrokken. Vooral de marine heeft een groot aandeel in de verdwijningen. Meer dan twintig mensen werden door de marine in Coahila willekeurig vastgehouden.

Ook de Mexicaanse aanklagers worden met de vinger gewezen. Ze onderzochten de verdwijningen onvoldoende, gingen tips niet na en maakten onvoldoende gebruik van de bewijzen.

Samenwerking

Op 1 december 2012 werd Enrique Pena Nieto de nieuwe president van Mexico. Hij richtte werkgroepen op die zich bezighouden met het terugvinden van vermisten. De grote vraag is of Nieto de zaken effectief zal onderzoeken en de daders zal vervolgen. Hij besloot onlangs om grote drugsvangsten niet meer publiek voor de camera’s aan te kondigen. Volgens Nieto maakt de georganiseerde misdaad gebruik van de media om angst te creëren en zichzelf zo in te dekken tegen een mogelijke vervolging.

Volgens Human Right Watch moet er een voorbeeld genomen worden aan het succes van Nuevo Leon. Daar werkt de overheid nauw samen met de familieleden van de slachtoffers. In het begin waren beide kanten wantrouwig maar eenmaal de aanklagers oude zaken opnieuw naar boven haalden en onderzochten, besloten de familieleden mee te werken. Ze vertelden alles wat ze te weten waren gekomen aan de hand van hun eigen onderzoek en zo ontstond een vruchtbare samenwerking.

Juárez en Mellín

Het is mogelijk de criminaliteit de kop in te drukken, zo bewijst Ciudad Juárez. Uit een jaarrapport van de niet-gouvernementele organisatie Consejo Cuidadano blijkt dat het geweld in Juárez flink daalde de afgelopen jaren. Op de lijst van de gevaarlijkste plekken op de planeet van 2011 zakte de stad naar de negentiende plaats. Een ander goed voorbeeld is de Colombiaanse stad Mellín. Twintig jaar geleden kende de stad 388 moorden per 100.000 inwoners. Nu is dat cijfer gezakt naar zestig.

In Mexico zijn er helaas steden waar het minder goed gaat. De staat Guerrero en meer bepaald de stad Acapulco, haalden al enkele keren de voorpagina’s van de kranten. Volgens het rapport van Consejo Cuidadano blijkt dat Acapulco de tweede gevaarlijkste plek van de planeet is. Per 100.000 inwoners worden er 143 moorden gepleegd. San Pedro Sula in Honduras kaapt de hoofdprijs van meest gevaarlijkste plek weg.

De voorzitter van Consejo Cuidadano, José Antanio Ortega, legt uit waarom het zo slecht gaat met Acapulco. “Er is geen gezag, geen misdaadpreventie, geen gerechtelijke vervolging, geen crimineel onderzoek en geen bestraffing van de misdadigers. In plaats van achter de daders aan te zitten, staan de autoriteiten tranen te laten. Wat in Acapulco gebeurt, is een aanslag op de intelligentie van de Mexicanen, de Spanjaarden en de hele wereld. Het lokale bestuur heeft de macht overgedragen aan de criminele organisaties en is de slagkracht kwijt om de misdadigers te berechten voor hun mensenrechtenschendingen.” Ortega roept de burgers op om zichzelf te bewapenen. In enkele delen van de staat deden burgers dit al en stonden ze de gemeenschapspolitie succesvol bij.

Verkrachting en moord

Al jarenlang wordt Acapulco geteisterd door moordlustig bloedvergieten. Dat de kartels niet vies zijn van verkrachting bewijst het voorval op 4 februari 2013. Een bende gewapende en gemaskerde mannen vielen een vakantiebungalow van enkele Spaanse toeristen binnen. De Spaanse mannen kregen een prop in hun mond geduwd en werden vastgebonden met snoeren en touwtjes van bikinitops. De zes vrouwen werden brutaal door de bende verkracht. De burgemeester van Acapulco, Luis Walton Aburto trachtte de media-aandacht af te wenden door te zeggen dat de stad het geweld betreurde maar het eender waar ter wereld had kunnen gebeuren. Enkele weken later werd de Belgische zakenman Jan Sarens in zijn auto vermoord.

Deze twee voorvallen zijn niet uniek in Acapulco. Ze halen de voorpagina’s omdat er buitenlanders bij het voorval betrokken zijn. Maar er zijn dagelijks talloze incidenten die de kranten niet halen. Een topjaar voor de criminaliteit was 2011. In de stad werden toen vijftien onthoofde lijken terug gevonden. Het Mexicaanse leger schoot de baas, Arturo Beltrán, van het kartel van de Beltrán Leyva familie dood. Hierdoor moesten de Beltráns hun greep op Acapulco lossen.

Een kleine groep was het niet eens met deze beslissing en scheurde zich los als het Onafhankelijke Kartel van Acapulco (CIDA). CIDA wilde een handelsmonopolie over de stad maar een ander kartel, La Barredora, kwam hiertegen in opstand. Het gevolg was een gewelddadig en bloederig conflict dat de hele bevolking van Acapulco in zijn greep had. Een jaar geleden maakten de autoriteiten een einde aan het conflict door het kopstuk van CIDA op te pakken. De drugshandel in Acapulco is nu in handen van La Barredora die banden heeft met het machtige Sinaloa.

Hoofden op de dansvloer

In Acapulco worden er regelmatig ‘minder traditionele’ moorden gepleegd. CIDA was bijvoorbeeld niet vies van geweld. Ze vilden regelmatig het gezicht van hun slachtoffer en lieten hen rechtop in een geparkeerde auto zitten. Het onthoofden van mensen en de hoofden op openbare plaatsen achterlaten werd een visitekaartje van drugskartels. In september 2012 waren er in één week tijd meerdere gevallen van onthoofding. Een zak gevuld met hoofden werd achtergelaten op de speelplaats van een basisschool. Het hoofdeloze lichaam van een reporter die blogde over de drugsoorlog werd vlak voor een controlepost in Nuevo Laredo afgeleverd.

Over heel Mexico worden regelmatig gruwelijke taferelen aangetroffen. Vijfendertig lichamen werden gedumpt op de snelweg tijdens de spits in een stad gekend als trekpleister voor toeristen. Een voetbal werd achtergelaten waarop een menselijk gezicht genaaid is. Lichamen werden gevonden in vaten gevuld met zuur. Hoofden rolden op de dansvloer van een drukke nachtclub. En zo gaat de lijst nog eindeloos verder.

Tentakels in de Verenigde Staten

Drugskoeriers worden steeds op jongere leeftijd aangeworven. Drugskartels gaan langs scholen in Mexico en Amerika om leden te ronselen. Zodat Mexico genoeg werklui heeft om de verslaving van Amerika te voeden.

In San Diego is er een bekend voorbeeld van zo’n jonge maar gevaarlijke drugskoerier: El Ponchis. Een veertienjarige jongen die bekend was voor het onthoofden van mensen. Hij werd veroordeeld tot drie jaar cel voor marteling en onthoofding.

Dit voorbeeld toont aan dat de invloed van Mexicaanse drugskartels steeds meer Amerika binnen sijpelt. In 2008 waren er tentakels van drugskartels aanwezig in 230 steden van de Verenigde Staten. In 2011 was dit cijfer al gestegen tot 1.000 steden. De meeste gewelddadige voorvallen situeren zich nog steeds in Mexico maar ook Arizona, Georgia en Texas krijgen tegenwoordig te maken met druggerelateerde moorden.

Strijd om drugssmokkelroutes

Drugskartels moorden niet uit politieke of religieuze overtuiging zoals Al Qaeda. Experts zeggen dat de reden achter de bloederige moorden eerder te maken heeft met 39 miljard dollar. Dat is de totale winst van de Mexicaanse en de Cubaanse drugshandelaars in 2009. Van de economische crisis is duidelijk niets te merken in de drugswereld. In het zuiden van Mexico betaal je 2.000 dollar om de bladeren van de cocaplant om te zetten tot één kilo cocaïne. In de Verenigde Staten varieert de straatwaarde van één kilo cocaïne van 34.000 tot 120.000 dollar per kilo.

In Mexico strijden zeven drugskartels voor controle over de drugssmokkelroutes van Mexico naar de Verenigde Staten. Sinaloa is het drugskartel waarvan de invloed in de VS het meest voelbaar is. Joaquin Guzman Loera, beter bekend als El Chapo (kleintje) is baas van het Sinaloa kartel. Hij werd door het Amerikaanse ministerie van Financiën als meest invloedrijke drugshandelaar ter wereld aangeduid. El Chapo is zo’n 1 miljard dollar waart.

Sinaloa en Zetas

El Chapo staat bekend om zijn originele manieren van drugssmokkel via brandblussers bijvoorbeeld. Hij wordt ervan verdacht Mexicanen en Colombianen te helpen bij het witwassen van hun drugswinsten. Het meest bekende verhaal over de legende van El Chapo is zijn ontsnapping uit een Mexicaanse gevangenis in 2011. Hij ontsnapte in een waskar uit de cel.

Niemand weet waar de legendarische drugsbaas zich momenteel bevindt. Er wordt wel eens beweerd dat El Chapo de verpersoonlijking van de drugsoorlog is. Hij is onaantastbaar en is daardoor onrechtstreeks een voorbeeld voor anderen.
Een ander bekend kartel in Mexico zijn de Zetas. Zij waren een van de eersten die het internet gebruikten om propaganda te voeren voor hun kartel. Ze zijn erg gekend voor hun effectieve aanwervingsmethodes. Enkele jaren geleden besloten zij in te spelen op de werkloosheid in Mexico. Ze hingen banners aan bruggen in belangrijke steden met de tekst ‘waarom arm zijn? Kom voor ons werken’.

Rollen omgekeerd

De drugsoorlog is niet altijd zo gruwelijk en bloederig geweest. Vele decennia waren het de Colombianen die de touwtjes in handen hadden. De Mexicanen smokkelden toen drugs naar de VS in naam van de Colombianen. Ze kochten politie en politici om. Er werd niet gemoord tenzij uit noodzaak en dan ruimden ze alles netjes op. Maar dat veranderende allemaal in 1990 toen de Verenigde Staten begonnen samen te werken met de Colombiaanse regering om de drugskartels te bestrijden. Kopstukken zoal Pablo Escobar werden geëlimineerd.

De rollen werden dus omgekeerd. De Colombiaanse kartels moesten vanaf toen vertrouwen op de Mexicanen. De Mexicaanse drugskartels werden ambitieus en kochten alle concurrentie om. Iedereen die hen in de weg stond, politie en politici, kregen zwijggeld. De arme bevolking werd aangemoedigd deel uit te maken van de steenrijke drugskartels. Enkele jaren later domineerden zij, zoals niemand ooit tevoren, de wereldwijde drugshandel.

De Institutionele Revolutionaire Partij was toen in Mexico al 72 jaar lang aan de macht. Toen de corruptieschandalen boven water kwamen, verloor de partij de verkiezingen in 2000. De partij van Vicente Fox, Nationale Actie Partij, kwam toen aan de macht. Fox besloot een einde te maken aan de drugskartels en arresteerde de kopstukken. Hierdoor werd de hiërarchie van de drugskartels volledig door elkaar geschud. Het startsignaal van de echte drugsoorlog was gegeven.

La Barbie

Een conflict in Nauvo Laredo, op het einde van 2004, wakkerde de oorlog nog meer aan. Elk jaar steken in Nauvo Laredo 5 miljoen auto’s, 1,5 miljoen bedrijfswagens en 3,8 miljoen voetgangers de grens naar de Verenigde Staten over met een ton aan verdovende middelen. Een gouden smokkelroute die het Sinaloa kartel wilde hebben. Deze smokkelroute was in 2004 in het bezit van het Gulf kartel dat even oud en machtig was als de Sinaloa. De Gulf schakelde de hulp in van een groep voormalige Mexicaanse special forces, de Zetas genaamd, om hun territorium te verdedigen.

De Sinalao huurden ter bescherming Los Negros in. De strijd tussen de Zetas en Los Negros duurde ongeveer één jaar. Ze voerden oorlog met automatische wapens en granaten. Lokale bendes namen deel aan het gevecht en het aantal burgers in die streek daalde aanzienlijk. De Zetas wonnen uiteindelijk het gevecht en besloten door te gaan als onafhankelijk kartel. Ze stonden bekend om hun walgelijke brutaliteit. Ze zijn beschuldigd van het vermoorden van 52 mensen in een casino, het doodschieten van 72 migranten op een boerderij in 2010 en het liquideren van vrouwen, kinderen en bloggers. In april 2011 werd één van de massagraven van de Zetas ontdekt. Er lagen 190 lijken in.

De leider van Los Negros , Edgar Valdez oftewel La Barbie, kreeg al snel genoeg van het onnodige moorden van de Zetas. In 2005 ontvoerde Los Negros vier Zetas. Een camera filmde hoe een man, waarschijnlijk La Barbie, ze ondervroeg en uiteindelijk ook doodschoot. De video raakte bekend over het hele internet en mensen begonnen zich vragen te stellen over de drugssituatie in Mexico. Maar de echte antwoorden werden in de doofpot gestoken.

Hulpkreet

Zowel Amerika als Mexico moeten samenwerken om de strijd met de drugskartels aan te gaan. Enkele jaren geleden stelde Mexico voor marihuana te legaliseren in Amerika. Hierdoor zou de straatwaarde van de drugs flink dalen en zouden drugskartels hun interesse verliezen. De Verenigde Staten beloofden in 2011 Mexico te helpen om de Mexicaanse politie de juiste training te geven. Dat laatste is nog steeds niet gebeurt en in slechts 2 van de 51 Amerikaanse Staten is marihuana intussen legaal.

Hoe lang kunnen de Mexicaanse autoriteiten nog het hoofd bieden aan de drugsoorlog? De gezamenlijke grens tussen Mexico en de Verenigde Staten is bijna 3.200 kilometer lang. Als het kartelgeweld niet snel aan banden wordt gelegd, ziet de toekomst van Mexico er niet goed uit. De drugsoorlog bedreigt niet alleen het overleven van Mexico als staat maar zou op termijn ook de nationale veiligheid van de Verenigde Staten kunnen bedreigen. (IDV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content