Dirk Rochtus

Mijnramp verduistert toekomst van Turks premier Erdogan

Dirk Rochtus Doceert Internationale Politiek en Duitse Geschiedenis aan KU Leuven/Campus Antwerpen.

Voor de derde keer binnen één jaar staat de Turkse premier Tayyip Erdogan voor een heel heet vuur. Komt hij er deze keer zonder kleerscheuren vanaf?

Tayyip Erdogan lijkt wel een overlevingskunstenaar. De protesten rond het Gezi-park in Istanboel in juni en de corruptieschandalen in december 2013 konden hem niet deren. De lakmoesproef voor zijn populariteit moest nog komen met de gemeenteraadsverkiezingen van 30 maart 2014. Zelf was hij natuurlijk geen kandidaat, maar wel het uithangbord van de AKP, de regeringspartij.

Wat bleek? Met 44 procent van de stemmen bleef de partij meer dan zes procent boven het cijfer dat als een nederlaag zou beschouwd zijn. Een bewijs was het dat de premier over een breed draagvlak onder de bevolking beschikte.

Vorige week stond Erdogan op het punt bekend te maken of hij zich op 10 augustus 2014 kandidaat zou stellen als president. Net toen gebeurde de mijnramp van Soma in de provincie Manisa die met 46,9 procent een hoogburcht van de AKP is. Maar de manier waarop Erdogan reageerde op de ramp die 301 mijnwerkers het leven kostte, werpt de vraag op of diezelfde provincie trouw zal blijven aan de regeringspartij. Meer nog, of het Turkse volk met dezelfde ogen zal kijken naar de premier als voorheen.

De protesten rond Gezi en de corruptieschandalen kon Erdogan nog afdoen als samenzweringen, vooral van ‘verwende’ seculiere stedelingen die het project van de AKP – economische modernisering van Turkije gekoppeld aan een versterking van de traditionele waarden – zouden afwijzen. De premier beriep er zich graag op hoe hij als gewone volksjongen erin geslaagd was de klassieke seculiere elite de macht te ontnemen.

Hij kon ook iets terugdoen voor het volk. Zijn aanhangers hebben een punt als ze zeggen dat Erdogan het land economisch weer op de sporen gezet en de oude dogma’s van de kemalisten, de seculiere krachten, opzij geschoven heeft. De vrome moslims konden weer hun geloof vrij beleven en ook de Turkse Koerden verkregen ietwat meer rechten dan onder het kemalistische bewind, ook al verlangen ze naar meer autonomie.

Voor zijn aanhangers komt Erdogan over als de man die de tachtigjarige heerschappij van het kemalistische establishment heeft gebroken. Voor hen is hij een rebel die in opstand kwam tegen de klassieke elites in het staatsapparaat, het zakenleven, pers, onderwijs en justitie, een rebel die als premier ook hun levensomstandigheden daadwerkelijk heeft verbeterd door de economie te doen opbloeien en de infrastructuur van het land te verbeteren.

Maar zal Erdogan zijn imago als uitdager van het klassieke establishment kunnen handhaven na de mijnramp van Soma? Of zal hij door zijn optreden in Soma de gunst van datzelfde volk hebben verspeeld?

Commentatoren zijn het erover eens dat Erdogan bij zijn bezoek aan de onheilsplek een ‘catastrofale rede’ hield. Zo zei hij bijvoorbeeld dat zulke rampen ‘nu eenmaal gebeuren’, alsof het noodlot er een hand in heeft en niet de politiek en de mijndirectie die zich om de veiligheid moeten bekommeren. Zijn uitspraak dat ze ook voorkwamen in het ‘Engeland van de 19de eeuw’ strookt niet bepaald met het beeld van een modern Turkije en wekt eerder de indruk dat er gelijkenissen bestaan tussen het Manchesterkapitalisme en het kapitalisme van Turkse signatuur dat een hoge prijs eist voor de economische groei.

De gebrekkige veiligheid van de mijn van Soma was trouwens al in het parlement aangekaart door de oppositiepartij CHP, maar de AKP had die eis op 29 april afgewezen, amper twee weken voor de ramp. Het cynisme dat uit de rede van Erdogan sprak, gaf de mensen in Soma het gevoel dat de premier niet maalt om hun leed. Geconfronteerd met de volkswoede vloog Erdogan zelf uit tegen demonstranten, waar hij zich waardig en begrijpend had moeten opstellen.

Erdogan is gekend om zijn woede-uitbarstingen. Tot nu toe richtten die zich tegen vijanden en andersdenkenden in binnen- en buitenland. Nu kregen ook gewone mensen, waaronder zijn aanhangers, ze te verwerken. Dat roept bij velen de vraag op of niet ook Erdogan deel van het boven het volk verheven establishment uitmaakt.

Zeker, Erdogan heeft zijn historische verdiensten, maar Soma zou wel eens een keerpunt kunnen zijn als de mijnramp, en vooral dan de ongelukkige reactie van de premier erop, ook onder een gedeelte van zijn achterban twijfels zaait. Zijn gooi naar het presidentschap is misschien niet bedreigd, maar over de uitoefening van het hoogste ambt trekken zich wel donkere wolken samen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content