Premier Charles Michel blijft hameren op het belang van solidariteit in het dossier rond de verplichte spreidingsquota voor asielzoekers in de EU. Daar willen de Visegradlanden voorlopig niet van weten, maar dan kunnen ze ook een deel van het Europese geld uit de structuur- en investeringsfondsen op hun buik schrijven, insinueerde Michel vrijdagochtend.
De Europese staats- en regeringsleiders discussieerden vrijdag nog tot diep in de nacht over het migratiedossier. Dat zit muurvast, omdat de vier Visegradlanden Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië absoluut niet willen weten van een verplicht spreidingsplan voor asielzoekers. De andere lidstaten blijven hameren op solidariteit.
Solidariteit kan niet unilateraal zijn, het kan niet altijd in dezelfde richting gaan.
Ook premier Charles Michel wil daar niet van afwijken. ‘We hebben een vorm van ultimatum. Er is nog tot juni de tijd om een consensuele beslissing te nemen. Als dat niet mogelijk is, dan moeten we de meerderheden gebruiken’, zei Michel. ‘De beslissing moet absoluut gerealiseerd zijn in de loop van de komende maanden.’
De premier verwees ook naar de gesprekken in april en mei volgend jaar over de Europese budgetten. ‘Dat is een interessant toeval, vind ik’, zei de premier. Hij leek daarmee te insinueren dat de Visegradlanden – die allemaal geld krijgen uit de Europese structuur- en investeringsfondsen voor landen met een lager nationaal inkomen dan gemiddeld – een deel van dat geld wel eens zouden kunnen verliezen als ze blijven dwarsliggen in het migratiedossier.
‘Als de solidariteit hoog is voor de financiering van de cohesie in een paar Europese landen, dan moet de solidariteit ook voor migratie groot zijn’, was Michel duidelijk. ‘Solidariteit kan niet unilateraal zijn, het kan niet altijd in dezelfde richting gaan.’
