Meryame Kitir maakt 4,5 miljoen euro extra vrij voor Palestijnse vluchtelingen

© belga

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit) maakt 4,5 miljoen euro vrij voor UNRWA, het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten. Dat heeft ze vandaag aangekondigd tijdens een bezoek aan het Baqa’a-vluchtelingenkamp in Jordanië.

Kitir is momenteel op haar eerste grote buitenlandse missie in Jordanië en Libanon. Deze voormiddag hielt ze halt in Baqa’a. Kitir bezocht er onder meer een meisjesschool en een gezondheidscentrum.

Na afloop van dat bezoek kondigde de minister extra middelen aan voor UNRWA, bovenop de 7 miljoen euro aan structurele steun vanuit België. Concreet gaat het om 3,5 miljoen euro voor onderwijsprojecten en 1 miljoen euro voor dringende financiële bijstand aan vluchtelingen die onder de armoedegrens leven. In Baqa’a gaat dat om bijna 5.000 Palestijnen.

Kitir benadrukte na afloop van haar bezoek dat de VN-organisatie nood heeft aan meer middelen, maar ook aan voorspelbaardere financiering. UNRWA-commissaris-generaal Philippe Lazzarini beaamde dat. ‘Wij weten op het einde van de maand nooit of we onze projecten zullen kunnen financieren en of we onze 28.000 personeelsleden zullen kunnen betalen. Dat maakt het erg onzeker voor de vluchtelingen, voor onze medewerkers en voor de gastlanden.’

UNRWA – United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East – is opgericht in 1949 naar aanleiding van de massale Palestijnse vluchtelingenstroom die op gang was gekomen na de vorming van de staat Israël. De organisatie organiseert opvang, onderwijs, gezondheidszorg en sociale bescherming voor 5,7 miljoen Palestijnse vluchtelingen in Syrië, Libanon, Jordanië, Gaza en op de Westelijke Jordaanoever, en is daarvoor nagenoeg volledig afhankelijk van donaties en buitenlandse hulp.

Het agentschap kwam enkele jaren geleden in opspraak naar aanleiding van een onderzoek naar machtsmisbruik, waarna België en veel andere partnerlanden de financiering tijdelijk opschortten. Na een grondige doorlichting en de aanstelling van een nieuwe commissaris-generaal hernam België de steun eind 2019.

Het Baqa’a-kamp ligt op een goeie 20 kilometer ten noorden van de Jordaanse hoofdstad Amman. Met 129.000 geregistreerde Palestijnse vluchtelingen op een oppervlakte van 1,4 vierkante kilometer is het het grootste van de tien Palestijnse vluchtelingenkampen in Jordanië. Het Hasjemitisch koninkrijk vangt in totaal bijna 2,3 miljoen gevluchte Palestijnen op. Daar kwamen de afgelopen tien jaar nog eens meer dan dan 650.000 geregistreerde vluchtelingen uit Syrië bovenop. Er leven ook 300.000 vluchtelingen uit Irak in Jordanië.

Morgen trekt Kitir richting Zaatari, een kamp met bijna 80.0000 Syrische vluchtelingen bij Mafrak, een stad in het noordwesten van Jordanië aan de grens met Syrië. Van daaruit gaat het richting Libanon.

Partner Content