‘Men zou buitenlandse financiering voor politieke partijen gewoon moeten verbieden’

‘Het zou goed zijn als er ook bij ons een duidelijke gedragscode kwam voor hoe politici en ambtenaren om dienen te gaan met buitenlands geld’, schrijft professor Jonathan Holslag (VUB).

Als je als Rus je land belazert, dan jagen agenten je op tot in de verste uithoeken van de wereld en sterf je in het meest dramatische geval aan radioactieve vergiftiging. Als je als Chinees je land verraadt, dan pakt het regime je familie zo hard aan dat je je uiteindelijk wel moet overgeven. Als je als Saudiër de rug keert tegen je land, dan deinst men er niet voor terug om je in stukken te zagen in een consulaat in een ander land. Gruwelijke praktijken zijn dat, zeker omdat dergelijke terreur vooral als doel heeft de regimes te beschermen, niet zozeer het land. L’état c’est moi, zo geldt dat voor Vladimir Poetin, Xi Jinping en Mohammad bin Salman. Terwijl dergelijke landen buitengewoon driest optreden tegen overlopers, is er bij ons evenwel een gewenning ontstaan voor overlopers.

Men zou buitenlandse financiering voor politieke partijen gewoon moeten verbieden.

Kijk maar naar het Verenigd Koninkrijk. Wat al lange tijd als gerucht de ronde deed, blijkt nu bevestigd te worden. Boris Johnson en zijn Conservatieve Partij hebben zoete broodjes gebakken met loopjongens van het Kremlin. Het voorbije jaar zou de partij voor honderdduizenden euro’s aan partijfinanciering van de Russen achterover hebben gedrukt. Fans van mijnheer Poetin, en die blijken talrijk in Europa, voeren nu aan dat het vals nieuws is en dat de Amerikaanse miljardair George Soros met zijn fonds achter de verspreiding van het nieuws zit. Wat moeten we dan denken van het feit dat Boris Johnson een rapport van het Britse inlichtingencomité over de kwestie weigert publiek te maken? De Russen waren in het Verenigd Koninkrijk op dat vlak overigens niet aan hun proefstuk toe. Ook UKIP kon rekenen op Russische steun. De brexit verzwakt Europa en een zwak Europa is goed voor Rusland – zolang we maar gas blijven invoeren.

De Britse politiek heeft overigens niet alleen zoete broodjes gebakken met de Russen. Ook de Golfstaten en dan vooral Qatar hebben de banden aangehaald. De voorbije jaren heeft de Conservatieve regering bijna op de knieën gezeten in Qatar om meer te investeren in het land, want de brexit jaagt natuurlijk andere investeerders weg. Ook in dit geval heeft de regering de inlichtingendienst ontmoedigd naar buiten te komen met kritische rapporten over hoe geld van de Qatari radicale islamitische groepen in het Verenigd Koninkrijk steunt. Ook in dit geval heeft de Conservatieve regering het ministerie van Buitenlandse Zaken gedwongen enkele kritische uitlatingen in een rapport over de Golfstaten aan te passen. Er zijn tal van andere voorbeelden, zoals Europarlementsleden die er zakelijke belangen op na houden in China en dan in het parlement vriendelijke standpunten innemen.

Politici zouden volledige transparantie moeten geven over economische belangen buiten de Europese Unie.

Terwijl het nationalisme hoogtij viert, valt het me vaak op hoe weinig loyaliteit er in het Westen bestaat ten aanzien van het thuisland. Erger nog: politici die het luidst roepen dat zij hun land sterker willen maken, zijn vandaag dikwijls de eersten om hun land te verknechten aan buitenlands kapitaal en zich te laten vermurwen door buitenlandse politieke invloed. Hun ‘sterker maken’ van het land is vaak niet meer dan het uitverkopen van het land. Het doet denken aan hoe Griekse schrijvers vreesden dat hun allegaartje van stadstaten eerder ten onder zouden gaan aan de lokroep van het goud van Perzië en Macedonië dan aan de soldaten van Perzië en Macedonië. ‘Miserabele Grieken’, horen we van Epycididas, ‘ze zijn als barbaren tegenover elkaar geworden!’ De dichter Thimoteus stelde dat de Grieken meer angst voor de verlokking van buitenlands goud zouden moeten hebben dan voor de Perzische soldaten. Het thema is dus van alle tijden.

Het zou goed zijn als er ook bij ons een duidelijke gedragscode kwam voor hoe politici en ambtenaren om dienen te gaan met buitenlands geld. Men zou buitenlandse financiering voor politieke partijen of aanverwante stichtingen gewoon moeten verbieden. Politici zouden volledige transparantie moeten geven over economische belangen buiten de Europese Unie. Men zou ook een zeer ruime sperperiode moeten voorzien om hen te verhinderen beslissingen te nemen in functie van lucratieve hand-en-spandiensten voor andere landen na hun politieke mandaat.

Dat private bedrijven gaan voor geld in het buitenland, dat is te begrijpen. Maar als je ervoor kiest je land te dienen, dan kan het gewoon niet dat je je netwerk, je inzichten, je invloed tijdens of zelfs na je loopbaan aanbiedt aan andere staten – en al helemaal niet aan staten waarvan je weet dat ze de belangen van je land schaden of verdeeldheid willen zaaien. Vroeger noemde men dat economische collaboratie. Misschien moesten we die term maar eens opnieuw invoeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content