Mei 68, een samenvatting: ‘Politie of niet, vanavond slapen we in de Sorbonne!’

Studentenprotesten in Bordeaux © Wikimedia commons

Rudolf Hecke schreef zijn visie op de sixties neer in een nieuw boek. Knack biedt u een voorpublicatie aan: ‘De revolutie werd gesmoord in gepalaver.’

Terwijl de wereldeconomie op volle toeren draait, 100.000 Praagse studenten Allen Ginsberg tot ‘koning van de maand’ verkiezen en paus Paulus VI alle voorbehoedsmiddelen (behalve periodieke onthouding) voor katholieke gelovigen verbiedt, plant het straatprotest zich in de Europese hoofdsteden voort. Het verzet tegen oorlog, maar ook de roep om gelijke rechten, de noord-zuidproblematiek en de afkeer tegen de consumptiemaatschappij vormen de basis van het jongerenprotest. Zo haalt de Duits-Amerikaanse filosoof en geestelijke vader van het studentenprotest Herbert Marcuse fel uit naar het kapitalisme in zijn boek One-dimensional man. Marcuse lanceert ook het begrip ‘repressieve tolerantie’.

Vrijheid kan ogenschijnlijk zijn en een dekmantel voor onderdrukking. Vele studenten vinden inspiratie in zijn visie. Het moet ook gezegd dat het in 1968 gemakkelijker is om ergens tegen te protesteren, in conflictsituaties is het onmiddellijk duidelijk wie de ‘goeden’ en de ‘slechten’ zijn.

Hugo Franssen:

‘Er was een snelle ontwikkeling in de wereld. Verschillende zuidelijke landen voerden al jaren een antikoloniale onafhankelijkheidsstrijd. Studenten uit die landen kwamen in Leuven kennis opdoen om daarna weer naar de guerrilla te vertrekken: Angola, Mozambique, Kaapverdië, Zuid-Afrika, Palestina … Ondertussen praatten zij met ons over hun situatie en leerden wij hun cultuur en muziek kennen. Het sterkte ons in de overtuiging dat die landen recht van spreken hadden. De noord-zuidproblematiek leek ons het meest urgent, het was een teken dat machtsverhoudingen in de wereld kunnen veranderen. Het contact met die mensen verbreedde onze horizon, ook cultureel. Onze muzikale horizon reikte verder dan de gepromote Angelsaksische pop en rock. Mensen als Atahualpa Yupanqui, Victor Jara of Violeta Parra spraken ons aan.’

Als in Parijs die studenten de arbeiders tot een nationale staking bewegen, lijkt deze onafwendbaar. Eerder had studentenleider en anarchist Daniel Cohn-Bendit al het beleid van de minister van Onderwijs op de korrel genomen, het was de aanzet tot verzet.

De studentenrevolte in Frankrijk heeft voor alle duidelijkheid niets te maken met de hippie-invloed van Amerika of Engeland. Er bestaan trouwens amper naar het Frans vertaalde teksten van Timothy Leary of beatnikauteurs, de enige vorm van contact met de hippiecultuur ervaren de studenten via muziek of wat het gloednieuwe magazine Rock & Folk erover schrijft. Het gaat niet om een fluwelen flowerpowerrevolutie, maar om opgekropte frustraties die hardhandig worden geuit door jongeren die voor een maatschappijomwenteling vechten.

De strijd gaat door tot de volgende ochtend wanneer de studentenleiders tot de ontbinding van de betoging oproepen. Geen nederlaag. Integendeel. De helft van de barricaden heeft standgehouden. Dit was alleen mogelijk omdat de studenten de sympathie en steun van de bevolking genoten.

De gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Op 22 maart betogen de studenten van de Parijse voorstad Nanterre tegen de arrestatie van leden van het anti-Vietnamcomité en bezetten de campus. Op 11 april wordt er in Berlijn een aanslag gepleegd op de marxistische studentenleider Rudi Dutschke, hij overleeft de aanslag. De rector van Nanterre besluit op 2 mei om de universiteit te sluiten.

Een dag later starten de betogingen op de Sorbonne, de universiteit in hartje Parijs. Ordediensten worden op de campus toegelaten en ingezet om de studentenrellen neer te slaan. Ze nemen het bevel letterlijk. De Sorbonne wordt door de politie bezet en gaat dicht. De regering komt 143 in bijzonder conclaaf samen, negeert de eisen van de studenten maar bevestigt wel de aanhouding van de arrestanten.

Op 8 mei verzamelen 20.000 studenten en scholieren ter hoogte van de faculteit wetenschappen. Studentenleider Alain Geismar voert het woord en besluit: ‘Politie of niet, vanavond slapen we in de Sorbonne!’ Als de politie met enkele busjes opgepakte studenten door het Quartier Latin paradeert, gaan de studenten in de tegenaanval. Massaal bezetten ze de wijk en vechten op 10 mei, bekend als ‘de nacht van de barricaden’, een veldslag uit met ‘les flics‘ (Fédération Légale des Idiots Casqués). Er worden een zeventigtal barricaden opgericht en het Quartier Latin wordt een oorlogszone. Om de eerste charges van de politie af te remmen, worden er ijzeren kabels over de straat gespannen op knie- en halshoogte.

De gevolgen zijn pijnlijk. Adrenaline, repressie, traangas, gewonden, wraak, de strijd escaleert. Er worden auto’s omgegooid en in brand gestoken, straatstenen vliegen door de lucht en de politie chargeert opnieuw nadat ze boobytraps heeft verwijderd. Vluchtenden worden tot in privéwoningen achtervolgd en afgeranseld, daarbij worden toevallige aanwezigen niet ontzien.

De strijd gaat door tot de volgende ochtend wanneer de studentenleiders tot de ontbinding van de betoging oproepen. Geen nederlaag. Integendeel. De helft van de barricaden heeft standgehouden. Dit was alleen mogelijk omdat de studenten de sympathie en steun van de bevolking genoten. Bewoners van de wijk gooiden citroenen en plastic flesjes water naar de betogers om hen te beschermen tegen traangas. Verplegers en dokters richtten mobiele hulpposten op om daar de gewonden te verzorgen. In een opiniepeiling daags na de gebeurtenissen blijkt dat liefst 80 procent van de Parijse burgers de acties van de studenten onderschrijft.

De generaal

Mei 1968 is geen nonsensicale alle-remmen-losopstand, mei 1968 zet zoden aan de dijk, inspireert en richt levens, ook in Vlaanderen.

Op 13 mei betogen 1 miljoen stakende arbeiders en studenten, zij aan zij, voor betere arbeidsvoorwaarden. De staking breidt uit, metro’s rijden niet meer, vuilnis wordt niet meer opgehaald, winkels worden niet meer bevoorraad, er wordt om de kop van president Charles de Gaulle geschreeuwd. De nachtelijke straatgevechten worden een gewoonte. Het lijkt wel de Apocalyps als de studenten hun gezichten inwrijven met witte zalf op basis van zinkoxide om het effect van het traangas te neutraliseren.

Hippies laten zich op hun eigen pacifistische wijze ook niet onbetuigd, zij dringen door tot het ‘niemandsland’ tussen studenten en ordetroepen en vatten daar post met bloemen. Daar roepen ze slogans om straatstenen én matrakken te vervangen door bloemen.

En dan volgt de ontnuchtering. Gebrek aan organisatie, onderlinge verdeeldheid tussen studentenleiders en vooral het ontbreken van krachtdadige politieke steun doen de revolutie op haar hoogtepunt afbrokkelen. Ze wordt gesmoord in gepalaver. De sympathie van de bevolking voor de in elkaar geslagen studenten en stakende arbeiders neemt af terwijl generaal de Gaulle sluw afwacht.

Op 23 mei vatten in Parijs vredesonderhandelingen aan over Noord-Vietnam, en in de nacht van 24 mei breekt weer de hel los op straat. Niet alleen in Parijs, in verschillende Franse steden worden er auto’s omgekiept en vuur gestookt. De generaal kijkt vanuit de schaduw toe. Tot hij op 30 mei het land toespreekt, waarschuwt voor communistische overheersing en de burgers oproept de republiek van die gruwel te vrijwaren. Waarna hij nieuwe verkiezingen afkondigt. Een meesterzet, het volk komt op straat om de president te steunen, de jongerenrevolutie dooft uit, arbeiders gaan noodgedwongen weer aan het werk nadat blijkt dat de stakingskas uitgeput is … de studenten staan weer alleen en weten niet meer van aanpakken. De Gaulle wint de verkiezingen.

Herwig Lerouge:

‘Hoe mei 1968 geëindigd is in Parijs, was een domper maar we hadden er al een verklaring voor. We hadden hier in België al de ervaring dat de communistische Partij die beweging helemaal gemist had, uit een zeker misprijzen en conservatisme. In Frankrijk sloot de machtige communistische partij op een gegeven moment een akkoord met de Gaulle om de stakingen stop te zetten, hoewel de generaal overtuigd was dat het met hem gedaan was. De Gaulle 145 zag de communisten en de studenten al de macht grijpen en had zich [enkele dagen] teruggetrokken in Baden-Baden in Duitsland.’

De afknapper ten spijt is mei 1968 een keerpunt, het symboliseert de breuk tussen de oude maatschappij en een nieuwe progressieve samenleving met waarden als vrijheid en gelijkheid. Antiautoritarisme en het verlangen naar zeggenschap over zichzelf zijn de spontane drijfveren van de studentenopstand. Zeer herkenbaar voor arbeiders, bedienden, kleine middenstanders, die allen kreunen onder de verstikkende inmenging van de staatsmacht in hun beroeps- en privéleven. Het is dus een kleine, logische stap om solidair te zijn met de strijd van de studenten.

Mei 1968 drukt wereldwijd een linkse, radicaaldemocratische en progressieve stempel op een groot deel van een generatie. Mei 1968 is geen nonsensicale alle-remmen-losopstand, mei 1968 zet zoden aan de dijk, inspireert en richt levens, ook in Vlaanderen. Daar bevrijdt het tienduizenden jongeren van de enge conservatieve kerktorensfeer.

Brigitte Raskin:

‘Het was eigen aan mijn generatie om op te groeien in een katholiek nest. Jonge mannen hadden een seminarieverleden, wij waren actief in de jeugdbeweging. Dat katholicisme hebben de meesten van ons afgeschud en vervangen door een eigentijds idealisme, vooral dankzij mei 1968. Het antiautoritaire, democratische, politieke bewustzijn uitte zich eerst nog in scanderen en marcheren, wat in de lijn lag van de jeugdbeweging, ging over in sit-ins, acties, verzet en mondde uit in bijvoorbeeld het meedraaien in de derdewereldbeweging of in de journalistiek.’

A bas l’état policier

Zoals in elk conflict handhaaft de machtshebber censuur en daar worden de media en cultuur het eerste slachtoffer van. Gedurende de gebeurtenissen in mei wordt de ORTF (Office de Radiodiffusion-Télévision Française) stevig aan banden gelegd. Er wordt amper bericht over de studentenrevolte en de beelden die het tv-journaal halen, worden uitgezonden zonder geluid. Dat zou te opruiend werken en de ordetroepen in een slecht daglicht stellen.

Als op 10 mei de grote veldslag met de politie wordt uitgevochten, geldt er een algemeen uitzendverbod voor de gebeurtenissen. Een week later gaan ruim 10.000 Franse journalisten in staking als protest tegen de censuur, de ORTF wordt aangeklaagd als zijnde een propagandamiddel voor de overheid, subjectief en streng gecontroleerd. Honderden van hen worden uiteindelijk ontslagen op aanraden van president de Gaulle.

Op 8 juni vindt er in Brussel een slothappening plaats waarbij iedereen uit de kleren gaat om zo steun te betuigen aan de wegens ‘zedenschennis’ veroordeelde Hugo Claus.

Ook op het filmfestival in Cannes wordt er gevochten, Jean-Luc Godard en Louis Malle laten zich niet onbetuigd. Van diverse artiesten halen liedjes de ether niet meer, onder wie Serge Gainsbourg, Leo Ferré en Jean Ferrat. De tiener Renaud schrijft op dat moment zijn eerste chanson ‘Crève salope’, waarbij ‘salope‘ staat voor ‘la société‘, het liedje wordt meteen een barricadehymne. Renaud bevindt zich op dat moment tussen de studenten in de bezette Parijse universiteitscampus Sorbonne.

Op 13 mei wordt op dezelfde campus het CRAC (Comité Révolutionnaire d’Agitation Culturelle) opgericht door onder meer de komiek Coluche en de zangeres Dominique Grange (‘A bas l’état policier’). Nog andere artiesten schrijven liederen waarin ze de revolutie steunen. Onder meer Claude Nougaro met ‘Paris mai’ en Colette Magny met ‘Nous sommes le pouvoir’.

In oktober verwerkt Wolinski van de satirische bladen Hara-Kiri, l’Enragé en Charlie Hebdo strijdliederen van mei 1968 in zijn toneelstuk Je ne veux pas mourir idiot. Wolinski komt op 7 januari 2015 om bij de aanslag op het hoofdkwartier van Charlie Hebdo … gedood door idiotie.

Cultuur en revolutie

Aangestoken door de Parijse barricadeoorlog sluiten cultuur en sociaal verzet de rangen in diverse Belgische hogere kunstscholen. Nadat 147 studenten het auditorium Paul-Emile Janson van de ULB bezetten, vervoegen ook kunstenaars het verzet. Onder aanvoering van onder meer Serge Creuz bezetten ze op 28 mei het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Hun leuze: ‘Geen discriminatie meer tussen kunstdisciplines, kunst moet bereikbaar zijn voor iedereen.’

Twee dagen later vindt in Milaan een gelijkaardige actie plaats wanneer studenten architectuur en kunstenaars de opening van de veertiende Triënnale, de driejaarlijkse kunst- en designtentoonstelling, boycotten. Ze vinden de bedoening reactionair en eisen een plaats op in het gebouw om hun visie te etaleren. Ze vernielen een deel van het interieur en de geëxposeerde werken en worden uiteindelijk manu militari ontzet. Ook tijdens de Venice Biennial of Arts and Architecture zijn er studentenmanifestaties en wordt de opening verhinderd.

Uit de geest van mei 1968 ontspruit in Wallonië ook de beweging Mass Moving. Ze wil bijdragen aan de vernieuwing van de maatschappij en wil kunst uit de galerie.

Op 8 juni vindt er in Brussel een slothappening plaats waarbij iedereen uit de kleren gaat om zo steun te betuigen aan de wegens ‘zedenschennis’ veroordeelde Hugo Claus. Maar cultuur en revolutie gaan niet altijd hand in hand, zeker niet als cultuur en commercie stevig verstrengeld zijn. Ten bewijze: de meeste Franse populaire artiesten houden zich op de vlakte of contesteren zelfs de revolutie. Claude François, France Gall en Sheila doen alsof hun neus bloedt. Zelfs Serge Gainsbourg ontvlucht het straatgeweld en begraaft zich in een Hiltonsuite.

De populairste artiest van allemaal, Johnny Hallyday, is wel uitgesproken tegen en brengt ‘Cheveux longs et idées courtes’ uit. De single is een antwoord op hippiezanger Antoine die eerder Hallyday op de korrel nam in zijn succesnummer ‘Les élucubrations d’Antoine’… maar zonder twijfel ook interpreteerbaar als een contrarevolutionair standpunt. Ook Philippe Clay bekritiseert de studenten in ‘Mes universités’ en Michel Sardou gaat heftig tekeer tegen de jeugdrevolte in ‘La main aux fesses’.

Op het moment van de gebeurtenissen voert Jacques Dutronc de hitlijsten aan met zijn compositie ‘Paris s’éveille’, een idyllische ode aan het ontwakende Parijs die niets te maken heeft met de revolte. Maar de titel lijkt wel profetisch en wordt zo ook geïnterpreteerd door de studenten die het (zij het met aange paste militante tekst) zingen op de barricaden. Bijgevolg wordt het lied door de Franse media geboycot, maar op dat moment is ‘Paris s’éveille’ al een grote hit en zal het zijn opmars doorheen de Europese hitparades ongestoord voortzetten.

Bezette stad

Uit de geest van mei 1968 ontspruit in Wallonië ook de beweging Mass Moving. Ze wil bijdragen aan de vernieuwing van de maatschappij en wil kunst uit de galerie. Met een artistieke guerrillavoering zet de beweging mensen aan tot participatie. De verbeelding aan de macht. Happenings brengen kunst en cultuur onder de mensen en dat houdt ook een volksopvoeding in. Door de drempel van het museum en het theater weg te halen, kunnen alle mensen de taal van kunst leren spreken door er mee geconfronteerd te worden. Maar een taal, die spreek je niet zo maar, die moet je aanleren.

Hugo Franssen:

‘Ook wij studenten letteren en wijsbegeerte organiseerden happenings, waarbij het de bedoeling was om via kunst en cultuur deuren te openen. Soms kwamen die happenings spontaan tot stand zoals die keer dat we les hadden over Paul Van Ostaijens werk Bezette stad. De aula waar we les hadden, bevond zich op een paar honderd meter van de woning van de toenmalige eerste minister Gaston Eyskens in de Naamsestraat. Om de een of andere reden was zijn huis die dag afgeschermd door een korps van de politie of de rijkswacht, dat weet ik niet meer precies. Dat bracht ons op het idee om ter plekke, vlak in het gezicht van die gehelmde robocops, voor te dragen uit Van Ostaijens werk: “Zullen zijn gevallen alle kathedralen/kannibalen/Hannibalen/generalen/idealen/kolonels/bordels/misschien/zal er plaats zijn/voor een vanzelfsprekende schoonheid/zuiver/ ongeweten.”

Bij dat voorleesspreekkoor speelde Frans Vos van ons jaar – vandaag lid van het Ensor Strijkkwartet – ondertussen muziek. Op een keer huurden we ook met de werkgroep Germaans het Leuvense zwemdok af en organiseerden daar Poëzie in het Zwembad. Voorlezen en luisteren in zwembroek. We trachtten aan cultuuropvoeding te doen: volksverheffing, dat oude begrip, was toen springlevend.’

Street fighting man

Ook bij de hippiebeweging laat mei 1968 diepe sporen na. Ze schudt en schokt onder al die gewelddadige gebeurtenissen en splitst ten slotte op in twee groepen: puur pacifistische hippies (die zich in communes terugtrekken) en politiek radicale militanten. Ook Londen is uit het liefdesbad opgestaan.

De ware hippies trekken in groten getale naar Wales om daar hun gedachtegoed in alle rust, weg van de barricaden, in de praktijk om te zetten. Maar zij die blijven, geven het vreedzaam verzet op. Denk zo aan de London Squatters Campaign, vijftien jongeren die na het zien van Cathy come home – een film van Ken Loach over een dakloos koppel – het heft in eigen hand nemen. De krakersbeweging ontstaat, heel wat leegstaande panden worden ingenomen.

In Amerika verenigen de radicalere hippieactivisten zich in bewegingen zoals de antiracistische White Panther Party (gesticht door onder meer John Sinclair, manager en bezieler van MC5), naar het voorbeeld van de Black Panthers. Een mooi (?) voorbeeld van dit schisma is de love-in die op paasmaandag in het Elysian Park van Los Angeles wordt georganiseerd. De vreedzame bijeenkomst loopt helemaal uit de hand als een deel van de hippies het plantsoen in brand steekt en de politie met flessen en stenen bekogelt. Pacifisme en revolutie gaan duidelijk niet hand in hand.

Op hun beurt symboliseren de twee toonaangevende Britse bands de breuk door ongeveer gelijktijdig een politiek geïnspireerde single uit te brengen. Revolution (nummer 1 in het VK en de VS) van Lennon en McCartney staat voor de zachte aanpak, Street fighting man nummer 21 in het VK en nummer 48 in de VS) van Jagger en Richards vertegenwoordigt de radicaal-militante gedachte.

De sixties. Seks! Drugs! Rock-‘n-roll! Revolutie! van Rudolf Hecke is te koop bij Uitgeverij Epo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content