Martin Baron, hoofdredacteur The Washington Post: ‘We hadden Trumps leugens veel sneller moeten aanpakken’

. © Getty Images

Als hoofdredacteur van The Washington Post was Martin Baron een van de belangrijkste journalisten in de Verenigde Staten. Hoe kijkt hij terug op vier jaar Trump, welke fouten hebben de media gemaakt en wat zijn de gevaren voor de toekomst?

Martin (‘Marty’) Baron (66) is een van de meest invloedrijke journalisten in de Verenigde Staten. Hij werkte bij The New York Times en Los Angeles Times, stond aan het hoofd van Miami Herald en The Boston Globe – de onthulling door de Globe van het misbruikschandaal binnen de katholieke kerk in het aartsbisdom Boston werd verfilmd onder de titel Spotlight en bekroond met een Oscar. Sinds 2013 is Baron hoofdredacteur van de prestigieuze The Washington Post. Het blad, dat in de jaren zeventig met het Watergateschandaal en de Pentagon Papers naar buiten kwam en in 2013 werd gekocht door Amazonoprichter Jeff Bezos, was voor Barons komst gekrompen tot een regionale krant. Hij bezorgde het een nieuwe, internationale uitstraling. In februari hield Baron er als hoofdredacteur mee op.

U stopte als hoofdredacteur bij The Washington Post in een politiek moeilijke tijd. Maakt u zich zorgen over de toestand in Amerika?

Martin Baron: Ik maak me zorgen over de toestand van onze democratie. Die staat voor enorme uitdagingen. En als journalist hebben wij binnen die democratie een belangrijke rol te vervullen: we voorzien de mensen van informatie die belangrijk voor hen is en die zij moeten weten.

Miljoenen Amerikanen geloven tegenwoordig liever in samenzweringstheorieën dan dat ze het nieuws lezen. Hoe komt dat?

Baron: Dat is ook in andere landen zo, ik zie het als een gevolg van het internet. Mensen kunnen tegenwoordig informatie verzamelen die alleen hun standpunt bevestigt. Dat is ook het bedrijfsmodel van een aantal media: zij brengen zogenaamde nieuwsberichten die de mensen de indruk geven dat hun gevoelens kloppen, dat hun intuïtie juist zit, dat er anderen zijn die net zo denken als zij. Dergelijke media houden zich niet bezig met feiten of met de waarheid.

U bedoelt onder andere Fox News, de vroegere favoriete zender van Donald Trump.

Baron: Ik ga geen namen noemen.

Zijn mensen die in complottheorieën geloven nog te bereiken?

Baron: Ik hoop van wel. Maar het geloof in complottheorieën zit bij mensen diep ingeworteld. Iemand die dat soort ideeën begint aan te hangen, is er nog moeilijk van te overtuigen dat hij of zij ver van de realiteit af staat. Zij beschouwen ons, de mainstream media, als de leugenaars en zichzelf als degenen die de waarheid in pacht hebben.

Zou transparantie van de krantenredacties kunnen helpen? Als ze bijvoorbeeld laten zien waar ze hun informatie vandaan halen?

Baron: We zouden onze stukken anders kunnen schrijven. We zouden meer openbaar kunnen maken over de manier waarop we werken, over hoe we aan verslaggeving doen. We zouden transparanter kunnen zijn. Dat is wat we moeten doen, en we hebben dat ook al gedaan, maar het blijkt uiteindelijk weinig uit te halen. We bevestigen nu eenmaal niet het onwankelbare wereldbeeld van complotdenkers. En omdat we dat niet doen, zien hun volgelingen ons als de vijand, als leugenaars, als betaalde agenten van hun tegenstanders.

U klinkt zeer pessimistisch. Ondertussen zitten de complotdenkers zelf in het Congres, zoals de nieuwe Republikeinse afgevaardigde Marjorie Taylor Greene, die een aanhangster van QAnon is en gelooft in een wereldwijde links-liberale cultus van pedofiele aanhangers van Satan.

Baron: De journalistiek is niet goed voorbereid om over dat soort zaken verslag uit te brengen. We moeten uitkijken dat we mensen als Greene niet te veel in de picture brengen. Maar we moeten natuurlijk wel verslag uitbrengen over leden van de Republikeinse Partij als ze een aanzienlijk deel van de partijbasis vertegenwoordigen en ook nog eens aanzetten tot geweld, zoals bij de stormloop op het Capitool is gebeurd. We moeten aantonen hoe zij de partij in hun richting sturen, in plaats van daarheen waar de Republikeinen traditioneel ooit hebben gestaan.

U was hoofdredacteur van The Washington Post tijdens de volledige ambtsperiode van Donald Trump. Hebben de media te veel aandacht besteed aan zijn leugens?

Baron: Hij was president van de Verenigde Staten, dat is de machtigste job ter wereld. Hij had een enorme invloed op wat er in Amerika en in de hele wereld gebeurde. Het was onze plicht om daar verslag van uit te brengen.

Welke fouten hebben journalisten gemaakt in hun omgang met hem?

Baron: We maken voortdurend fouten, wie de president ook is. Wij zijn een hoogst onvolkomen beroepsgroep, zoals elke beroepsgroep. We moeten toegeven dat we een aantal zwakheden hebben. We reageren in realtime op de gebeurtenissen, we hebben geen tijd om achterover te leunen en rustig na te denken over de gevolgen van onze acties. Dat zouden we vaker moeten doen, maar alles gebeurt zo razendsnel.

Maar nogmaals, welke fouten zijn er gemaakt in de omgang met Trump?

Baron: We hadden Trumps leugens veel eerder moeten aanpakken, ze veel duidelijker moeten benoemen. We hebben hem in het begin behandeld als elke normale president, omdat hij rechtmatig was verkozen. Daar heeft hij van geprofiteerd.

Hebt u hem onderschat?

Baron: Veel mensen beseften maar al te goed dat hij autoritair ingesteld was, maar we moesten daar tastbare bewijzen van hebben. Het is niet onze taak om alleen te speculeren over wat de president zou kunnen gaan doen. Onze taak is verslag uit te brengen over wat hij heeft gedaan en wat hij van plan is te doen. En het heeft erg lang geduurd voor we harde bewijzen hadden van zijn autoritaire ingesteldheid. Nu hebben we die wel. Ik denk met andere woorden niet dat de mensen hem onderschat hebben.

Trump heeft The Washington Post vaak aangevallen tijdens zijn presidentschap. Welk moment zal u vooral bijblijven?

Baron: Toen hij voor het eerst de uitdrukking ‘vijanden van het volk’ gebruikte voor media zoals wij. Dat was schokkend. Het is een uitdrukking die, zoals we weten, in andere contexten op een vreselijke manier is gebruikt.

Bijvoorbeeld door de Duitse nationaalsocialisten, om Hitlers politieke tegenstanders te vervolgen.

Baron: U vergelijkt met wat er uiteindelijk in Duitsland gebeurde – zo ver zou ik niet willen gaan. Maar het was duidelijk dat Trump er alles aan zou doen om ons te demoniseren. Hij deed zijn uiterste best om ons af te schilderen als uitschot, als schurken. En ik moet zeggen dat hij zeer doeltreffend was in het opzetten van mensen tegen ons. Het doel was zijn aanhangers zover te krijgen dat zij alles wat wij schreven zouden negeren en beschouwen als een product van de oppositie. Hij wilde ons afschilderen als een deel van de oppositiepartij. Hij is daar grotendeels in geslaagd. En hij wilde er zelfs niet mee stoppen toen de bedreigingen tegen journalisten begonnen.

Hebt u speciale veiligheidsmaatregelen genomen?

Baron: Ja, om ons personeel en onze kantoren te beschermen. En we krijgen nu nog steeds dreigementen. Het wordt erger en erger. En het is vreselijk dat zoiets in dit land gebeurt. Kranten willen immers traditioneel altijd open zijn, mensen op de redactie uitnodigen. We bieden bijvoorbeeld geen rondleidingen in onze kantoren meer aan.

Het Trumptijdperk heeft mediabedrijven ook geholpen. The Washington Post is niet de enige die in deze periode veel nieuwe digitale abonnees heeft gekregen. Hoe bent u van plan dat te handhaven?

Baron: Als media bevinden we ons in een enigszins andere situatie dan enkele jaren geleden. Veel mensen beseffen dat ze moeten betalen voor hoogstaande journalistiek en dat ze ook moeten betalen als ze geïnformeerd willen zijn. Vergeleken met alle andere dingen waar ze voor betalen, is dat ook helemaal niet duur. Er is een reden waarom journalistiek niet gratis is: het kost geld om ons werk te kunnen doen, om ons personeel te betalen, om hoogwaardige verslaggeving te brengen, om diepgaand onderzoek te verrichten, om de standaarden hoog te houden. Dus als je journalistiek van dat kaliber wilt, moet je ervoor betalen. Bovendien wil een groot deel van de bevolking journalistieke instellingen steunen die hun werk goed doen. Ze willen dat we blijven bestaan. Ze maken zich zorgen over wat er van onze samenleving zal worden als wij er niet meer zijn.

U bent een journalist van de oude stempel. Hoe ziet u de toekomst van de kranten?

Baron: Ik kan met redelijke zekerheid zeggen dat de gedrukte pers niet veel toekomst meer heeft. Mensen leven gewoon niet meer op die manier. Iedereen loopt rond met een of ander mobiel toestel. Dat is waar de meeste mensen hun informatie vandaan halen, en velen zoeken die bovendien op de sociale media. Het idee om bomen te kappen, er pulp van te maken, dat om te zetten in papier en dat vervolgens op reusachtige machines te leggen om een krant te produceren die de volgende ochtend ergens kan worden bezorgd – dat is geen bedrijfsmodel voor de toekomst, laten we eerlijk zijn. Natuurlijk zullen er mooie printproducten blijven bestaan, maar dat is niet de toekomst van de krantenbranche. Ze zal digitaal zijn, ze zal mobiel zijn. Ze zal visueler worden.

Wat bedoelt u daarmee?

Baron: We leven tegenwoordig in een zeer visuele maatschappij. Dat is te zien aan de populariteit van YouTube en aan het aantal mensen dat positief reageert op interactieve grafieken en animaties. Dat zijn inhouden die helpen om moeilijke onderwerpen uit te leggen, en dus zeer doeltreffende manieren om verhalen te vertellen. Ik denk dat de verhalen van de toekomst een combinatie zullen worden van de volgende instrumenten: tekst, video, grafiek, animatie en audio, allemaal samen in een geïntegreerde vorm. En het geheel moet ook altijd kunnen werken op een mobiel apparaat.

Sinds 2013 is The Washington Post eigendom van Jeff Bezos, de oprichter van Amazon en de rijkste man ter wereld. Hij zet nu een stap achteruit bij Amazon en wil zich in de toekomst ook meer met de krant gaan bezighouden. Bent u bang dat hij zich ook zal bemoeien met redactionele beslissingen?

Baron: Ik verwacht helemaal niet dat hij redactioneel meer inspraak zal willen. Misschien wil hij meer inspraak in het zakelijke aspect. Eerlijk gezegd, weet ik niet wat zijn plannen zijn. Maar Jeff weet heel goed dat de geloofwaardigheid van de nieuwssector berust op onze onafhankelijkheid. Daarom hebben hij en onze uitgever Fred Ryan een doordachte procedure ingeleid voor de selectie van de nieuwe hoofdredacteur. Zij willen volledig kunnen vertrouwen in de persoon die zij kiezen.

Kan de krant van de toekomst nog wel bestaan zonder mecenassen als Bezos?

Baron: Dat is een misverstand. Wij zijn geen liefdadigheidsinstelling. Bezos heeft vanaf het begin duidelijk gemaakt dat wij als bedrijf blijven werken. We zijn nu al jaren winstgevend. Ook in 2020 hebben we weer winst geboekt, ondanks de omstandigheden. Het lukt ons zo. En dat is maar goed ook, want het is heel belangrijk dat we een duurzaam bedrijfsmodel hebben. Als we als een liefdadigheidsinstelling zouden werken en Bezos houdt er op een dag mee op, zouden we in een zeer netelige positie terechtkomen. Ik denk niet dat de toekomst van de journalistiek afhangt van zogenaamde mecenassen.

Waarvan dan wel?

Baron: Ze hangt af van goede eigenaars die op lange termijn denken en strategisch investeren. Je moet het juiste model vinden, zoals Bezos met The Post heeft gedaan. Hij heeft de focus verlegd, van een regionale publicatie een nationale en zelfs een internationale krant gemaakt. Dat was een slimme zet.

Op veel redacties is er discussie over hoe neutraal het personeel moet zijn op sociale media. Een omstreden tweet kan een redacteur tegenwoordig zijn job kosten. Waar eindigt journalistieke objectiviteit voor u?

Baron: Om daarop te antwoorden moet je eerst begrijpen wat objectiviteit betekent. De term werd honderd jaar geleden bedacht door Walter Lippmann, een van de belangrijkste journalisten uit de Verenigde Staten. Objectiviteit betekent niet dat je neutraal bent of altijd beide kanten belicht. Het houdt rekening met het feit dat we allemaal vooroordelen hebben en moeten trachten die zo veel mogelijk opzij te zetten als we nieuws brengen. Goede berichtgeving houdt in dat we de mensen uitleggen wat we hebben ontdekt, en dat we dat rechtstreeks, eerlijk en onverbloemd doen. We draaien er niet omheen. We doen niet alsof we niets definitiefs kunnen zeggen. Ik vind een dergelijke opvatting van objectiviteit een goed principe om ons aan te houden. We moeten opkomen voor niets anders dan de feiten en de waarheid.

Mogen journalisten op Twitter hun persoonlijke mening kenbaar maken?

Baron: Ik heb er niets op tegen dat journalisten zichtbaar zijn op sociale media. Dat zijn we bijna allemaal. Maar het is belangrijk dat ze voorzichtig en discreet zijn. Het is belangrijk dat het gedrag van onze journalisten op sociale media niet in strijd is met onze basisprincipes en onze standaarden.

Wat betekent dat?

Baron: Wij zien er nauwlettend op toe dat wat wij in print en online publiceren onze reputatie als kwaliteitsmedium versterkt. Wij hebben redacteuren in dienst die ervoor zorgen dat onze berichtgeving aan die standaarden voldoet. Maar wanneer journalisten berichten op Twitter of Facebook plaatsen, zijn er geen redacteuren bij betrokken. De journalisten moeten zichzelf redigeren. Ook dan moeten zij zich aan onze standaarden houden, net zoals van hen wordt verwacht dat zij dat doen wanneer zij op tv of radio optreden of een publieke toespraak houden.

U hebt onlangs afscheid genomen als hoofdredacteur. Over welke kwalificaties moet uw opvolger bij The Washington Post beschikken?

Baron: Het moet een integer persoon zijn. Om dit werk goed te kunnen doen, om aan goede journalistiek te doen, moet je zowel ziel als ruggengraat hebben. Ziel betekent dat je gepassioneerd bent over wat je doet, en ruggengraat betekent dat je de druk aankunt. Het moet ook iemand zijn die zijn personeel kan motiveren, die zijn medewerkers in staat stelt het beste van zichzelf te geven. Ik werd het gezicht en de stem van The Post, maar ik ben aangewezen op een enorm team, op de leden van de redactie, van het management, van de technische ondersteuning. Dat is geen top-downleiderschap.

Wat bent u van plan na uw pensioen? Wordt het voorlopig wat rustiger?

Baron: Ik ga even de pauzeknop indrukken en nadenken over wat ik nu wil gaan doen. Ik zou graag betrokken blijven in de journalistiek. Ik wil gewoon iets vinden waarbij ik niet elke minuut van elke dag, van elke week en van elk jaar aan het werk ben. Maar op de golfbaan zult u me niet zien.

Copyright Der Spiegel, vertaling Els Snick

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content