Ligt de toekomst in Afrika?

Ethiopiërs bouwen spoorweg in Addis Abeba © Reuters
Annelies Van Erp
Annelies Van Erp Medewerker van ngo Memisa

Op African Industrialisation Day wil de VN stilstaan bij de verwezenlijkingen en uitdagingen waar het Afrika en zijn economie voorstaan. Neemt China het Afrikaanse continent over en wat met ontwikkelingssamenwerking? 5 stellingen toegelicht.

Op 20 november 1990 riepen de Verenigde Naties (VN)African Industrialisation Day in het leven. Een dag waarop de organisatie wil stilstaan bij de verwezenlijkingen en uitdagingen waar het Afrikaanse continent en zijn economie voorstaan. ‘Het is belangrijk om sommige clichés over Afrika te ontkrachten en tegelijkertijd op zoek te gaan naar duurzame oplossingen voor de toekomst.’ 5 stellingen toegelicht.

1. De Afrikaanse economie boomt

In 2013 groeide de economie in sub-sahara Afrika gemiddeld met 5 procent. Voor 2014 wordt de groei door het IMF op 5,8 procent geschat. Het continent is aantrekkelijk voor investeerders omdat het de economie -tegenstelling tot landen die leiden onder de crisis- blijft groeien.

Al dienen er natuurlijk kanttekeningen te worden gemaakt, zo zijn er grote regionale verschillen en is de vraag hoe duurzaam de groei is. Enerzijds blijft Afrika erg kwetsbaar voor lokale spanningen en klimaatopwarming, en anderzijds is het een feit dat de groei in verschillende landen maar een beperkt deel van de bevolking ten goede komt. Bovendien levert de economische groei niet overal bijkomende banen op. Een groeipercentage van vijf procent is namelijk te laag om gelijke tred te houden met de bevolkingstoename. Al is dat tegelijkertijd Afrika’s grootste troef voor de toekomst: een jonge en snelgroeiende bevolking. Zo zal het continent de grootste arbeidsreserve hebben.

‘Ook de stijgende schuldenlast en financieringsproblemen zijn een groeirisico in een aantal Afrikaanse landen’, waarschuwt het IMF. ‘Maar als de risico’s verminderen, kunnen de armste landen in Afrika dit jaar zelfs met maximaal zeven procent groeien’, klinkt het.

2. Grondstoffen, fabrieken en toerisme

Maar hoe is die groei nu eigenlijk te verklaren? In de eerste plaats dankt het Afrikaanse continent de boom aan de stijging van grondstofprijzen én een toenemende vraag van opkomende landen zoals de BRIC-landen. Maar de groeispurt kan niet alleen worden toegeschreven aan deze twee factoren. Tegelijkertijd beginnen verschillende Afrikaanse landen met het uitbouwen van de telecommunicatie en halen ze meer inkomsten binnen van toerisme.

Theeplantage in Kenia
Theeplantage in Kenia © Reuters

Intussen treedt er ook een kentering op. Buitenlanders investeringen in Afrika gaan steeds vaker naar infrastructuur, fabrieken en diensten, daar waar ze vroeger besteed werden aan grondstoffenontginning.

3. Neemt China het Afrikaanse continent over?

De laatste decennia toonde China dat Afrika niet alleen een continent is dat hulp nodig heeft, maar dat het ook een goede investeringspartner is. China raakte een snaar die nog steeds erg gevoelig ligt in Europa, namelijk wederzijds voordeel halen uit Afrika. De Chinezen investeren in bedrijven en projecten, kopen delen Afrikaanse grond op, en de import vanuit het continent neemt toe. Tussen 2000 en 2021 vertwintigvoudigde de bilaterale handel tussen China en Afrika.

In het Westen weerklinkt geregeld kritiek op de rol van de Chinezen in Afrika. Ze omschreef de toenmalige Amerikaanse minister voor Buitenlandse Zaken Hillary Clinton de Chinese inmenging als kolonialisme. Maar volgens onder meer Professor Deborah Bräutigam, schrijfster van de blog China in Africa: the Real Story, moet het Westen accepteren dat China een steeds grotere rol speelt in Afrika en moeten veel vooroordelen sterk genuanceerd worden.

China investeert in de bouw van infrastructuur voor grondstoffen, terwijl het Westen net geldbedragen beschikbaar stelt aan zwakke overheden en zo corrupte regimes steunt

Deborah Brautigam

Al is het inderdaad zo dat een van de China’s uitgangspunten wat buitenlandbeleid betreft, non-interventie is. China trekt zich weinig aan van internationale mensenrechtenverdragen. Al benadrukt Afrika-wetenschapper Deborah Brautigam in De Correspondent dat China’s aanpak, vergeleken met die van het Westen, juist minder gevoelig is voor misbruik door corrupte overheden. ‘China investeert in de bouw van infrastructuur voor grondstoffen, terwijl het Westen net geldbedragen beschikbaar stelt aan zwakke overheden en zo corrupte regimes steunt.’

Volgens De Correspondent hoeft Europa zich geen zorgen te maken omdat de Chinese en westerse geldstromen niet per se met elkaar concurreren. ‘De westerse hulp focust zich vaak op onderwijs, democratisering, of gezondheidszorg, terwijl de Chinese kredieten zich meer op infrastructuur en industrie richten. De geldstromen vullen elkaar dus aan.’

4. Migratiestromen naar het Oosten

Dat China bovendien ook aantrekkingskracht uitoefent op Afrikanen, wordt duidelijk wanneer de nieuwe migratiestromen onder de loep worden genomen. ‘Terwijl er een verouderend en steeds armer wordend Europa een ondoordringbaar fort wordt, opent grootmacht China zijn grenzen’, luiden de eerste zinnen van het VPRO-programma Tegenlicht. De documentaire volgt een groep Nigeriaanse immigranten in de Chinese metropool Guangzhou. De gemeenschap zou de voorhoede vormen voor een belangrijke tendens die de economische en politieke ontwikkeling zal bepalen. Afrikaanse migranten zouden steeds vaker verhuizen naar nieuwe economieën in Azië in plaats van naar oude continent Europa. Volgens experts heeft dat rampzalige gevolgen voor de Europese economie, en daarmee voor de toekomst van de burgers.

5. Wat met ontwikkelingssamenwerking?

‘Als Afrika boomt, wordt ontwikkelingshulp aan het continent dan overbodig?’, vraagt redacteur Stefaan Andrys zich af op mo.be. Hoewel de meningen hierover sterk uit elkaar lopen, is het een feit dat de Ontwikkelingshulp van donoren (ODA) naar Afrika tussen 2000 en 2014 gezakt is van 38 procent tot 27 procent. Bovendien is het aandeel van ODA (55,2 miljard dollar) kleiner dan de som die Afrikaanse migranten terugsturen naar hun thuisland (geschat op 67,1 miljard). En ook de buitenlandse investeringen (80 miljard) overstijgen ruimschoots de ontwikkelingshulp.

Al zal de vermindering van de hulp, zeker voor lage inkomenslanden (LIC’s), dramatische gevolgen hebben. In 27 van deze LIC’s maakt ODA nog de helft van de buitenlandse geldinkomsten uit.

Volgens Huib Huyse van de onderzoeksgroep duurzame ontwikkeling aan de KU Leuven, moet ontwikkelingssamenwerking evolueren naar mondiale ontwikkeling, waarin mondiaal burgerschap centraal staat. ‘Een belangrijk aspect van mondiaal burgerschap is of de burger al dan niet een kritische houding aanneemt tegenover hulpactiviteiten en of de programma’s ook thema’s als milieu als onderdeel ziet van de armoedebestrijdingsagenda.’

Partner Content