Libisch parlement beschouwt vraag om Turkse interventie als ‘verraad’

Mensen betogen tegen de belegering van de Libische stad Tripoli door de militaire leider Khalifa Haftar, 27 december 2019 © Reuters

De vicevoorzitter van het Libische parlement, uit het oosten van het land, heeft donderdag de vraag voor een mogelijk Turkse militair ingrijpen in Libië een zaak van ‘hoogverraad’ genoemd. De regering van nationale eenheid in Tripoli vroeg Turkije om zo’n interventie.

De Turkse parlementsleden keurden donderdag een motie goed die de Turkse president Recep Tayyip Erdogan toelaat om militairen naar Libië te sturen om de regering van nationale eenheid in Tripoli te steunen. Die strijden met troepen onder leiding van de militaire leider Khalifa Haftar uit het oosten van Libië. Sinds april proberen Haftars troepen Tripoli te veroveren.

Na de val van dictator Moammar Kadhafi in 2011, die er kwam door een interventie van het Westen, is Libië het toneel van een machtsstrijd tussen de troepen van Haftar en het leger van de regering van nationale eenheid. ‘Fayez el-Sarraj, de leider van de regering van nationale eenheid, en zij die met hem zijn, hebben gevraagd om een buitenlandse interventie in Libië. Wij beschouwen die vraag als hoogverraad’, zegt Ehmayed Houma, de tweede vicevoorzitter van het parlement.

Het parlement komt zaterdag samen in Benghazi voor een ‘spoedzitting’. Daar zullen de ‘repercussies bestudeerd worden van de flagrante inmenging van Turkije’ in Libische aangelengheden, zei Houma.

‘De onvoorzichtige werkwijze van Erdogan, waarin hij het parlement van zijn land heeft meegesleurd, zal ernstige gevolgen hebben voor de regio’, zei hij. Houma roept de internationale gemeenschap en de VN op ‘om hun verantwoordelijkheden op te nemen’.

De minister van Binnenlandse Zaken van de regering van nationale eenheid, Fathi Bachagha, zei daarentegen dat zijn regering ‘volledig het recht heeft om zijn legitimiteit te verdedigen en om burgers te beschermen tegen de agressie van een horde putschisten, gesteund door het buitenland’. Hij verwijst daarmee naar de bondgenoten van Haftar, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte.

In een persbericht op Facebook zei Bachagha dat de twee akkoorden – één militair, een ander maritiem – ‘wettelijk en openlijk’ zijn gesloten met Turkije. Bachagha beschuldigde zijn rivalen van het inhuren van ‘huurlingen’.

Partner Content