De leider van de Libische regering van nationale eenheid (GNA) in Tripoli, Fayez al-Sarraj, vraagt aan de internationale gemeenschap om troepen naar zijn land te sturen als zijn tegenstander Khalifa Haftar zijn offensief niet stopt.
Dat zegt hij in een interview met de Duitse krant Welt am Sonntag.
Vredesconferentie
Zondag komen in de Duitse hoofdstad Berlijn vertegenwoordigers van meer dan tien landen samen op een vredesconferentie om de situatie in Libië te bespreken. Bedoeling is om het onlangs overeengekomen staakt-het-vuren in het land te consolideren en om te verzekeren dat de wapenembargo’s voor Libië consequent worden nageleefd.
‘Als Haftar zijn offensief niet stopt, moet de internationale gemeenschap stappen zetten om de Libische bevolking te beschermen, onder meer met internationale troepen’, zegt Fayez al-Sarraj. ‘Die moeten dan onder leiding van de VN handelen. Experts moeten uitmaken welke troepen mogen deelnemen, bijvoorbeeld die van de Europese Unie, van de Afrikaanse Unie of de Arabische Liga.’
De leider zegt ook teleurgesteld te zijn over de inbreng van de Europese Unie in het oplossen van het conflict. ‘De Europeanen zijn te laat gekomen’, zegt hij. ‘Het is de uitdagingen in Libië niet aangaan’. Zaterdag waarschuwde ook de Turkse president Recep Tayyip Erdogan Europa al voor nieuw terrorisme als de regering in Tripoli valt.
Al-Sarraj zegt ook te twijfelen aan de motieven van Haftar, die koste wat het kost de macht wil grijpen.
De Verenigde Naties hebben de internationale gemeenschap dan weer opgeroepen om hun troepen uit Libië weg te halen. En ook de Verenigde Staten en Duitsland, samen met de EU een bondgenoot van de GNA, en de Verenigde Arabische Emiraten, die aan de kant van Haftar staan, vragen aan de buitenlandse troepen om het land te verlaten.
Bondskanselier Angela Merkel en kroonprins Mohammed bin Zayed Al Nahyan kwamen zaterdag in een telefoongesprek overeen dat ‘het conflict niet opgelost kan worden via de militaire weg’, en dat er dan ook een einde moet komen aan de bemoeienissen van de internationale gemeenschap in de Libische interne aangelegenheden.
Twee kampen
Libië verkeert in chaos na de revolutie in 2011 die dictator Muammar Khaddafi van de macht verdreef. Het olierijke land heeft twee rivaliserende regeringen: de regering van nationale eenheid (GNA) in Tripoli, die door de Verenigde Naties erkend wordt, en de andere met zetel in de oostelijke stad Tobroek, die geallieerd is met generaal Khalifa Haftar.
Afgelopen maandag ondertekende de GNA in Moskou een akkoord over een staakt-het-vuren op initiatief van Rusland en Turkije, Haftar heeft dat nog niet gedaan.
Het staakt-het-vuren wordt voorlopig relatief goed nageleefd, ook al beschuldigen de rivaliserende kampen elkaar ervan het met voeten te treden.
Zondag tekenen onder meer de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, de Russische president Vladimir Poetin, de Franse president Emmanuel Macron, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo en Europees president Charles Michel present in Berlijn.
Ook de Libische leider van de GNA bevestigde zijn aanwezigheid, Haftar werd uitgenodigd, maar het is niet duidelijk of hij aanwezig zal zijn. De ontmoeting start om 13.30 uur.
