‘Komt er een einde aan de heldenstatus van Richard Branson?’

‘Heel wat Britten vinden niet dat ondernemer Richard Branson bij de regering moet aankloppen voor 500 miljoen pond aan overheidssteun’, schrijft Lia Van Bekhoven vanuit Londen. ‘De man achter de Virgin Group is bezig van zijn voetstuk te vallen.’

Dat standbeeld voor Richard Branson gaat er niet komen. De man achter de Virgin Group is bezig van zijn voetstuk te vallen voordat hij er een heeft. Branson, die wereldwijd vliegmaatschappijen, spoorwegen, entertainment en sportzalen exploiteert, is het zoveelste slachtoffer van covid-19. Niet letterlijk. Aan de fysieke gezondheid van de miljardair mankeert volgens mij niks, maar hij waagde het bij de regering in Londen aan te kloppen om overheidssteun van 500 miljoen pond. En daarmee ging hij te ver. De chronische belangenbehartiger van het Virgin-imperium zou eerst zijn eigen geschatte kapitaal van 4,7 miljard moeten aanspreken, vinden zijn Britse medeburgers.

Zolang ik me kan herinneren is Branson een van de populairste Britten. Hij heeft een ijzeren reputatie voor eerlijkheid en betrouwbaarheid. De informele Branson, die nooit in een maatkostuum gesignaleerd is, is de ondernemer met het hart op de juiste plaats en zijn hippieachtige ziel intact. In het onwaarschijnlijke geval dat het Verenigd Koninkrijk een republiek werd, zou sir Richard president worden.

Komt er een einde aan de heldenstatus van Richard Branson?

Branson is berucht voor de smaadzaken die hij aanspant als zijn reputatie in het geding komt (en hij stapt vaker naar de rechter dan je Virgin Atlantic kunt zeggen), het zijn ook zaken die hij doorgaans wint. En voor zijn publiciteitsstunts. In niet-aflatende advertentiecampagnes heeft de grijnzende, zelfspottende Branson steevast de hoofdrol. (Hoewel de foto in een bruidsjurk ter ere van de introductie van Virgin Bride volgens sommigen kan worden aangemerkt als een misdaad tegen de mensheid). In een reclame van Apple werd hij, naast Gandhi en Einstein, afgebeeld als ‘een van de makers van de twintigste eeuw’.

Toen ik hem een jaar of vijftien geleden interviewde begon de pers al genoeg van hem te krijgen. Dat lag niet noodzakelijk aan Branson. Teveel publiciteit, te lang in het openbaar, te succesvol, op een zeker moment haakt de media af. Dat is niet erg zolang diegene waar het om gaat, de consument, maar van je blijft houden. En dat was het geval met Branson.

Branson is een buitenbeentje. Een supersuccesvolle ondernemer die bewezen heeft dat je ook zonder ooit achter een bureau te zitten miljoenen kan verdienen en lol hebben in je werk. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Volgens een peiling eind jaren negentig wilde iedereen voor de Virgin Group werken. Onder afgestudeerde studenten wedijverde Virgin met de BBC en de Foreign Office (ministerie van Buitenlandse Zaken) als de meest begeerde plaats om aan je loopbaan te beginnen.

‘Ik leerde al vroeg dat als je een bedrijf kunt runnen, dat je dan ieder bedrijf kunt besturen. Waar het bij bedrijfsvoering om draait is om de juiste mensen vinden, die mensen inspireren en het beste uit ze halen’, zei hij op zijn buitengebeuren bij Oxford. Volgens mijn aantekeningen lag Mill End House overigens in een paradijselijk landgoed met sloten, een exotische tent uit Marrakesh, tachtig zwarte zwanen en ruisende treurwilgen. Aan een kunstmatig aangelegd meer een Balinees paalhuis (omdat Sir Richard nu eenmaal gek was op Bali). Hij zei drie Balinese ambachtslieden overgevlogen te hebben voor het houtsnijwerk.

De drijfveer voor Engelands favoriete entrepreneur die alles bezit wat hij begeert, inclusief zijn eigen eiland Necker in de Cariben, is een voortdurende behoefte aan nieuwe experimenten, vooral als hij daarmee de grote jongens uit de commerciële wereld op stang kan jagen.

Mijn probleem is, zei hij destijds in Oxfordshire, dat ik geen nee kan zeggen. ‘Als iemand zegt: dat is onmogelijk, wil ik bewijzen dat het wel kan.’ Dat gold toen vooral zijn grote hobby du jour, de ballonvaart. (Inmiddels ingehaald door zijn ruimtevaartbedrijf Virgin Galactic ). Omdat iedereen zei dat het onmogelijk was in een heteluchtballon om de aarde te vliegen deed Branson het drie keer. Om drie keer te falen. Hetzelfde geldt voor zijn ondernemerschap. Noem een industrietak en de kans is groot dat Branson het bij zijn Virgin Group heeft ingelijfd. Muziek, verzekeringen, cola, horeca. Niet iedere onderneming was een glitterend succes, maar niet geschoten is altijd mis.

Journalisten proberen al jaren de ingewikkelde constructie van Bransons Virgin Group Holdings te ontwarren. De organisatie is geregistreerd op de Britse Maagdeneilanden om belastingplicht te reduceren. Dat is niet illegaal, maar het is ook niet netjes. Terwijl Bill Gates 100 miljoen dollar in de strijd gooit tegen covid-19, herinneren de Britten zich dat Branson charismatisch is (ik bedoel: met wie zou je het liefst in de kroeg afspreken, met Branson of Gates?), maar óók dat hij de staatsgezondheidszorg NHS voor de rechter daagde omdat hij overgeslagen werd bij het toewijzen van een contract, en al veertien jaar geen inkomensbelasting in het VK betaalt.

Branson heeft de regering in Londen vorige week gevraagd om een commerciële lening. Is het financieel zinvol Britse belastingpenny’s te stoppen in een bedrijf (Virgin Atlantic) dat de afgelopen vier jaar geen winst maakte en bovendien voor 49% in handen is van Delta Airlines? Misschien, misschien niet. De Britten voeren een andere discussie. 80% vindt legale belastingontwijking moreel verkeerd. Het is de zoveelste onvoorziene consequentie van de pandemie. Dat bedrijven die decennia lang ongehinderd grote winsten maakten terwijl ze hun fortuin verstopten in belastingparadijzen, niet langer genegeerd worden.

Is de open en eerlijke sir Richard transparant genoeg het deksel te lichten van Virgin Group Holdings? ‘Ik kan geen uitdaging laten gaan’, zei hij destijds op zijn Engelse landgoed. Wat goed. Ik zie een hele grote opdoemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content