Klimaatakkoord Parijs: Wat zijn de concrete beloftes van de deelnemende landen?

© AFP

Zo’n 187 landen, dat zijn bijna alle deelnemers aan de Klimaattop van de Verenigde Naties in Parijs, hebben concrete engagementen aangegaan voor het terugdringen van de broeikasgassen tegen 2025-2030. Maar deze nationale plannen zijn niet voldoende om de opwarming van de aarde met maximaal 2 graden Celsius tegen te gaan.

Als alle beloftes worden gehouden, zal de aarde met 2,7 à 3,7 graden Celsius opwarmen, waarschuwen wetenschappers, in plaats van de 4 à 5 graden zonder dan men actie onderneemt. In het ‘Paris Agreement’ is overeengekomen dat men elke vijf jaar de plannen gaat aanpassen, waarbij men gebruik zou maken van de best beschikbare technologieën van het moment. Er zal dus nog heel wat onderhandeld moeten worden in de toekomst.

De nationale plannen:

– CHINA Het land is de belangrijkste vervuiler ter wereld, goed voor naar schatting een kwart van alle broeikasgassen wereldwijd. Voor het eerst belooft China om deze uitstoot te plafonneren, ten laatste tegen 2030. Het land stond lang op de rem, omdat het vreesde dat dit zijn economische groei zou aantasten. China is ook de grootste verbruiker van steenkool ter wereld en tegelijk de belangrijkste investeerder van hernieuwbare energieën. Het land wil zijn “emissie-intensiteit” tegen 2030 met 60 à 65 procent afbouwen in vergelijking met 2005.

– VERENIGDE STATEN De tweede grootste vervuiler ter wereld. De VS beloven hun uitstoot tegen 2025 met 26 à 28 pct te verminderen in vergelijking met 2005. De doelstelling ligt lager dan die van de Europeanen, maar hoger dan de vorige Amerikaanse bijdrage. “De VS zijn nu tenminste aanwezig met een geloofwaardig plan”, luidde het bij Jennifer Morgan van het World Resources Institute.

– EUROPESE UNIE Begin maart was de EU (goed voor ongeveer 10 pct van alle CO2-uitstoot) de eerste om te komen met een klimaatplan. Daarin was sprake om de uitstoot tegen 2030 met 40 procent te verminderen tegenover 1990. Critici wijzen erop dat er wel een positieve dynamiek is in Europa, maar dat de landen nog verder zouden moeten gaan.

– INDIA Het land beloofde om zijn emissie-intensiteit tegen 2030 met 35 procent te verminderen tegenover het niveau van 2005. Maar India leg wel geen concreet streefdoel vast over de totaal uitstootvermindering. Het land rekent voor zijn engagement vooral op hernieuwbare energie (aandeel van 40 pct tegen 2030), terwijl het tegelijk toch erg afhankelijk blijft van steenkool. Die productie zou tegen 2020 nog verdubbelen.

– RUSLAND De vijfde vervuiler ter wereld, die tussen 1990 en 2030 zijn uitstoot met 25 à 30 pct wil verminderen. De grote hoeveelheid bossen in Rusland leveren een belangrijke bijdrage, waardoor de eigenlijke inspanning van de industrie in feite beperkt blijft tot 6 à 11 procent, stelt Climate Action Tracker. Het geeft Moskou “een onvoldoende”.

– JAPAN De zesde vervuiler wil zijn uitstoot met 26 procent verminderen, tussen 2013 en 2030. Het land rekent daarvoor op de heringebruikname van kerncentrales. Die lagen stil sinds de kernramp van Fukushima. Ngo’s en onderzoeksinstituten vinden de inspanning van Japan alvast onvoldoende, het land blijft ook nog altijd één van de grootste steelkoolgebruikers.

– BRAZILIE Brazilië is goed voor ongeveer 2 procent van de CO2-uitstoot ter wereld. Het belooft die tegen 2030 te verminderen met 43 pct in vergelijking met 2005, en rekent daarvoor vooral op een verdere diversifiëring van hernieuwbare energie. De plannen werden veelal positief onthaald.

– IRAN Iran belooft tegen 2030 om zijn uitstoot met 4 procent te verminderen tegenover het scenario waarbij het niets zou ondernemen. Als het land over voldoende financiële middelen beschikt -als het handelsembargo wordt opgeheven- dan kan de inspanning zelfs 8 procent bedragen, luidt het.

– INDONESIE Dat land gaat tegen 2030 zijn uitstoot met minstens 29 pct verminderen. Als er financiële steun komt, kan de inspanning opgetrokken worden tot 41 pct.

– CANADA De conservatieve regering, die eerder nog uit het Kyoto-protocol stapte, kondigde een vermindering aan van de CO2-uitstoot met 30 procent tussen 2005 en 2030. Maar de ngo’s vinden dat onvoldoende, zeker in verhouding tot de olieproductie van het land. De nieuwe, liberale Canadese regering beloofde al de inspanningen te herbekijken.

-ANDERE LANDEN Ook tal van ontwikkelingsladen zijn een engagement aangegaan, dikwijls gekoppeld aan financiële steun. Mexico en Gabon zijn hier een voorbeeld van. De beloftes van landen als Ethiopië en Marokko kregen als één van de weinige een voldoende van de ngo’s. Enkele landen zoals Venezuela waren erg laat met het indienen van hun plannen, anderen dienden niets in, zoals Noord-Korea, Libië of Nepal.

Het akkoord van Parijs zal vanaf april door de individuele VN-staten ondertekend moeten worden. Het treedt pas in werking als 55 landen die verantwoordelijk zijn voor minstens 55 procent van de wereldwijde broeikasgassen het geratificeerd hebben.

Partner Content