Journalisten over de hele wereld bedreigd in nasleep Panama Papers

In april werden de kantoren van Mossack Fonseca grondig doorzocht © El Faro / Victor Peña

Hackers, huiszoekingen, rechtszaken en bedreigingen. De journalisten die hun schouders onder de Panama Papers zetten, zijn op alle mogelijke manieren belaagd.

Eind juli nam Moussa Askar, directeur van de Nigerese krant L’Evènement, zijn telefoon op. Een bekende stem waarschuwde hem dat hij in gevaar was, alweer.

‘Wees voorzichtig’, waarschuwde een vriendelijke bron hem. ‘Pas op jezelf en wees voorzichtig met wat je zegt via de telefoon.’

Askar had toen net, als eerste Nigerese nieuwsmedium, een artikel over de Panama Papers gepubliceerd. Het onderzoek is gebaseerd op gelekte documenten van advocatenkantoor Mossack Fonseca, dat politici, oligarchen en fraudeurs hielp om geheime brievenbusfirma’s op te zetten.

De voorpagina van L’Evènement van 25 juli onthulde nieuwe details over een offshorebedrijf dat banden heeft met een zakenman die erom bekendstaat de belangrijkste financier van de regeringspartij in Niger te zijn. In enkele uren tijd waren alle exemplaren van het blad uitverkocht.

Veel burgers waren opgetogen door de onthullingen. Anderen richtten hun pijlen op Askar. ‘Naar verluidt is Moussa Askar ondergedoken’, schreef een Facebookgebruiker, die hem ervan beschuldigde gezocht te worden door de politie voor zijn verslaggeving. ‘Heeft hij het nepverhalen verzinnen verleerd?’ lachte een andere. Nog iemand beschuldigde hem van afpersing. Askar vermoedde dat hij gevolgd wordt. Hij zei zijn twee dochters de deur te sluiten en liet de waakhonden van het gezin los.

Askar en zijn krant zijn niet de enige journalisten en nieuwspublicaties die getroffen warden door de reacties op hun bijdrage aan het Panama Papersonderzoek, de grootste journalistieke samenwerking in de geschiedenis.

‘Wees voorzichtig’, waarschuwde een vriendelijke bron hem. ‘Pas op jezelf en wees voorzichtig met wat je zegt via de telefoon’

De onthullingen van de Panama Papers hebben bijna 150 officiële onderzoeken ingezet in bijna de helft van alle landen ter wereld. Daarnaast zorgden ze voor harde tegenreacties van individuen en regeringen die niet opgezet zijn met de onthullingen over de verborgen economische holdings van de wereldelite. Politici, zakenlui en duizenden van hun aanhangers sloegen terug met lasterpraat, bedreigingen, cyberaanvallen en rechtszaken. Dat blijkt uit een ondervraging van het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ), dat het Panama Papersonderzoek coördineerde.

De reacties volgen een onophoudelijk, wereldwijd patroon van bedreigingen en pogingen om journalisten zoals Askar, die vechten om ongemakkelijke verhalen te vertellen, te onderdrukken. Zo sloten de autoriteiten in Niger Askar in 2008 zes dagen op voor zijn verslaggeving over corruptie en trafiek in nepmedicijnen en baby’s op de zwarte markt.

‘We volgen de impact van de Panama Papers en vergeldingsacties waaronder journalisten en media lijden’, zegt Courtney Radsch, advocacy director van het Comité ter Bescherming van Journalisten. ‘Jammer genoeg stellen we vast dat journalisten vaak worden belaagd omdat ze berichten over corruptie. We weten dat dat een van de grootste dreigingen voor verslaggevers is.’

Een van de meest onverwachte zaken uit de Panama Papers vinden we in Spanje. Daar kondigde Grupo Prisa, het moederbedrijf van de grote krant El País, aan dat het 9 miljoen dollar (8,5 miljoen euro) eist van concurrent El Confidencial, de Spaanse mediapartner van het ICIJ. Op basis van de Panama Papers schreef ze dat de ex-vrouw van de CEO van Grupo Prisa, Juan Luis Cebrián, banden heeft met een brievenbusfirma. Volgens El Confidencial heeft Grupo Prisa toegegeven dat die berichtgeving klopte, maar claimde ze dat de onthullingen een vorm van oneerlijke concurrentie zijn. Cébrians ex-vrouw koppelde het bedrijf aan diens eigen zaken en zei dat ze zelf geen rol had in zijn handel en wandel, wat Cébrian ontkent.

El País en El Confidencial strijden voor de koppositie in de Spaanse nieuwsmarkt. El Confidencial berichtte dat Grupo Prisa beweerde lezers te hebben verloren en verlies te hebben gemaakt door de berichtgeving. Grupo Prisa weigert te antwoorden op de vragen van ICIJ en zegt dat het ‘in de handen van de advocaten ligt.’

‘De hoofdredacteur van de grootste krant en het grootste radiostation in Spanje kijkt vol schaamte naar de grootste aanval op de persvrijheid in ons land’, schreef El Confidencial in oktober in haar editoriaal. Als Grupo Prisa zijn slag thuishaalt, ‘zou dit proces betekenen dat journalisten geen onderzoek kunnen doen over andere redacteurs of journalistieke bedrijven, los van de publieke interesse’, zegt Nacho Cardero, redacteur bij El Confidencial, aan het ICIJ.

‘Ik zal tegen je strijden… jullie hoerenzonen, maak geen moordenaar van mij’

Zakenman, betrokken in de Panama Papers

Meer dan 400 journalisten uit meer dan 80 landen hebben samen aan de Panama Papers gewerkt. Tegenaanvallen tegen leden van het journalistieke verbond zijn aan de oppervlakte gekomen in landen waar regelmatig hard wordt opgetreden tegen de media, maar evengoed in landen die erom bekend staan dat de persvrijheid er in hoge mate gewaarborgd is.

In Tunesië legden onbekende hackers de nieuwssite Inkyfada plat. In Mongolië daagde een voormalige minister van Milieu MongolTV voor de rechter wegens smaad. Hij verloor de zaak. In Turkije berichtte Cumhuriyet, een partner in het verbond van onderzoeksjournalisten, dat een bestuurder in de bouw- en energiesector, die banden heeft met president Erdogan, naar het blad belde en het de mantel uitveegde omdat Cumhuriyet zijn foto had gepubliceerd bij de reportage rond de Panama Papers.

‘Je hebt mijn gezicht op de voorpagina gezet, heb je nu echt geen schaamte?’ brulde de zakenman volgens Cumhuriyet. ‘Ik zal tegen je strijden… jullie hoerenzonen, maak geen moordenaar van mij.’

In Finland dreigde de belastinginspectie ermee om huiszoekingen uit te voeren bij journalisten en documenten in beslag te nemen. Zo’n manoeuvre was nooit eerder vertoond in het liberale Finland. Het protest dat erop volgde, werd door de autoriteiten onderdrukt. De Finse zender YLE heeft de rechtbanken opgeroepen om de huidige vraag om informatie van de inspectie af te wijzen.

Petro Poroshenko, president van Oekraïne
Petro Poroshenko, president van Oekraïne© REUTERS

De mediaraad van Oekraïne riep reporters op het matje na een klacht dat journalisten ethische standaarden met de voeten hadden getreden. Ze hadden geschreven dat de president van Oekraïne, Petro Poroshenko, een brievenbusfirma had opgezet toen het conflict tussen zijn regering en pro-Russische strijdkrachten op het absolute dieptepunt zat. De mediaraad verklaarde de klacht ontvankelijk.

Medewerkers van La Prensa, een krant in Panama, werden bedreigd door anonieme twitteraars. ‘Hoe voelt het om je land kapot te maken’, vroeg iemand op de sociaalnetwerksite. Een andere tweet werd geliket en becommentarieerd door Ramon Fonseca. Hij is de co-stichter van Mossack Fonseca, het Panamese advocatenkantoor dat de spil van het schandaal vormt. De tweet in kwestie bevatte een foto van La Prensajournalisten met daarboven de boodschap: ‘Dit is een daad van hoogverraad aan het land waar ze geboren zijn.’

In een onlinepoll werd gevraagd wat er moest gebeuren met die ‘verraders van journalisten’: hen naar de gevangenis sturen of hen in de Baai van Panama dumpen. Lang voor én na de lancering van het Panamaproject kregen reporters gewapende bodyguards mee die zich voordeden als hun Uber-chauffeur.

Het was niet de eerste keer dat La Prensa veiligheidsmaatregelen moest nemen, zegt de waarnemende hoofdredacteur van het blad, Rita Vásquez. De redactie van de krant, die bezwaren had tegen de titel ‘Panama Papers’ en de manier waarop sommige Europese regeringen later Panama viseerden, zeiden dat de reacties op het project de krant in de moeilijkste positie uit haar geschiedenis had gebracht.

In Ecuador bereikte de onvrede over de Panama Papers een hoogtepunt. Op 12 april noemde president Rafael Correa op Twitter de namen van verschillende journalisten die aan het onderzoek meegewerkten. Correa’s aanhangers reageerden door de journalisten te bestoken met vragen om meer informatie. Ze beschuldigden de journalisten ervan dat hun beslissingen om betrokken Ecuadorianen wel of niet te vermelden politiek gemotiveerd was.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Correa’s tweet werd zowat 500 keer geretweet naar zijn 2,9 miljoen volgers. Daarbij zaten enkele twitteraars die antwoordden de ‘barbaarse’ journalisten te zullen afranselen. Fundamedios, een non-profitorganisatie die vrije meningsuiting promoot, berichtte dat de aanhangers van Correa de journalisten ‘huurlingen’, ‘ratten’, ‘corrupte pers’ en ‘lakeien van het rijk’. Volgens Fundamedios verspreidden regeringsaanhangers ook privé-informatie en foto’s van de journalisten en zelfs van hun kinderen.

In Venezuela werd reporter Ahiana Figueroa ontslagen door Últimas Noticias, een van de grootste kranten van het land. Figueroa maakte deel uit van een samenwerkingsverband van verschillende Venezolaanse journalisten. Volgens de ngo Pers- en Gemeenschapsinstituut vielen minstens zeven nieuwsplatformen in het land journalisten aan die bezig waren met de Panama Papers.

Keung Kwok-yuen was een ervaren redacteur bij Ming Pao, een populaire krant in Hong Kong. Hij werd in april onverwacht ontslagen op de dag dat de krant op de voorpagina uitpakte met de offshoreactiviteiten van een voormalig minister van Handel, een huidig regeringslid, een van ’s werelds rijkste mannen en de beroemde gevechtskunstenaar en acteur Jackie Chan.

Regeringsaanhangers verspreidde privé-informatie en foto’s van journalisten én van hun kinderen

Reporters Zonder Grenzen veroordeelt het manoeuvre streng. ‘De afhandeling van Keungs ontslag zit zo tsjokvol anomalieën dat het moeilijk wordt om het louter als een besparingsmaatregel te zien’, zegt de Vereniging van Buitenlandse Correspondenten in Hong Kong in een gezamenlijk statement, getekend door verenigingen en vakbonden van journalisten. Honderden journalisten en burgers protesteerden op 2 mei aan het kantoor van Ming Pao. Ze zwaaiden met gemberstokken – keung is het Kantonese woord voor gember, en eisten dat de journalist terug aan de slag mocht.

Journalisten die gewoon berichten rond de Panama Papers overnamen, kregen ook de wind van voren. In China droegen mediacensoren websites op ‘om zichzelf grondig na te kijken’ en alle inhoud te verwijderen die te maken heeft met de Panama Papers’, zo schreef de China Digital Times. In de Democratische Republiek Congo waarschuwde de minister van Communicatie journalisten dat ze ‘heel voorzichtig moesten zijn’ als ze namen uit de Panama Papers zouden noemen. Tussen die namen zit ook, zo wordt verondersteld, de zus van de Congolese president Joseph Kabila.

‘Onderzoeksjournalisten zijn het gewoon om onder intense druk te werken, maar in landen waar persvrijheid geen evidentie is, kan deze druk een vertragend en zelfs gevaarlijk obstakel zijn voor de verslaggeving’, zegt Gerard Ryle, directeur van het ICIJ.

‘Een van de voordelen van samenwerking is de manier waarop journalisten kunnen samenspannen om deze problemen het hoofd te bieden door expertise en bronnen te delen of gewoon een partner te helpen om zijn verhaal te publiceren. Het ICIJ mag zich gelukkig prijzen te kunnen werken met zo’n moedige groep reporters. Zij hebben het mogelijk gemaakt om belangrijke verhalen te vertellen die anders in de doofpot waren gestopt.’

Een journalist uit Hong Kong werd ontslagen toen zijn krant uitpakte met de offshoreactiviteiten van een voormalig minister van Handel, een regeringslid, een van ’s werelds rijkste mannen en Jackie Chan

Een paar dagen nadat hij de Panama Papersprimeur had gepubliceerd in L’Evènement, reisde Moussa Askar noordwaarts, naar een stad in de Sahara waar hij ’s zomers vaak vertoeft. Het was een bevrijding, zei Askar, na de media-aanvallen en de ‘intense’ socialmediaposts die overal opdoken na zijn verhaal.

Nu, terug thuis in Niamey, de hoofdstad van Niger, zegt Moussa dat de voordelen van het werken in het Panama Papersteam duidelijk zijn, hoewel autoriteiten in zijn land nog geen onderzoek hebben opgestart op basis van de onthullingen die zijn krant heeft gedaan.

‘De Panama Papers publiceren, samen met honderden andere journalisten, liet mij toe om met de grote jongens mee te spelen’, zei hij. ‘De bescherming van het ICIJ-verbond gaf me toegang tot belangrijke informatiebronnen en versterkte het vertrouwen van het publiek in mijn werk.’

Askar zegt dat hij niet van plan is om te stoppen met te schrijven over de Panama Papers en andere onderwerpen die zijn regering in het nauw drijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content