Jaap de Hoop Scheffer: ‘Viktor Orban doet wat Europa zou moeten doen’

Jaap de Hoop Scheffer © Saskia Vanderstichele/Knack

De Nederlander Jaap de Hoop Scheffer, voormalig secretaris-generaal van de NAVO, bedient zich in Knack van een ontwapenend parler vrai: charmant vertelt hij ongemakkelijke waarheden. ‘Dankzij Poetin kunnen mensen zoals ik weer pleiten voor hogere defensie-uitgaven.’

De Nederlander Jaap de Hoop Scheffer was minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de NAVO. Hij is een man die vooral de samenhang der dingen ziet: de vluchtelingenstroom zal niet ophouden als de oorlog in Syrië niet stopt. Dat vereist diplomatieke inzet, maar ook een militaire aanpak. ‘Europa weet gewoon niet hoe het deze vluchtelingencrisis moet aanpakken. En we hebben al helemaal geen strategie voor Syrië.’

Het was vorige week dringen in het Brusselse Egmontpaleis. De gezaghebbende denktank Friends of Europe organiseerde er zijn jaarlijkse rondetafel over ‘The State of Europe’. Toppers zoals EU-commissaris Frans Timmermans gingen er in debat over kwesties die het continent binden en verdelen – dit jaar stond de vluchtelingencrisis hoog op de agenda. Een andere gezaghebbende stem was Jaap de Hoop Scheffer, ex-secretaris-generaal van de NAVO en als gewezen diplomaat en minister een man met een bijzonder lange staat van verdienste. De Hoop Scheffer bedient zich van een ontwapenend parler vrai: op een charmante manier vertelt hij harde waarheden.

JAAP DE HOOP SCHEFFER: We moeten de vluchtelingencrisis benaderen vanuit een strikt moreel perspectief. Het gaat erom dat mensen die uit een oorlogsgebied komen bescherming dienen te krijgen. Dat impliceert dat wij géén onderdak verlenen aan vluchtelingen uit Balkanlanden zoals Macedonië, Bosnië-Herzegovina of Servië.

Jaap de Hoop Scheffer
Jaap de Hoop Scheffer© Saskia Vanderstichele/Knack

In Nederland zegt men: ‘We hebben handen aan het bed nodig.’ In de ziekenhuizen dus, of in de bejaardentehuizen. Vluchtelingen zouden daar ingezet kunnen worden, want ‘die mensen zijn zo goed opgeleid’. Dat laatste klopt niet helemaal, maar eigenlijk doet dat argument er niet eens toe. Deze crisis mag geen aanleiding zijn voor een debat over de plaatsen op de arbeidsmarkt. Dan moet de EU maar een migratiebeleid voeren zoals Australië, Canada of de VS en voert ze Europese green cards in voor gekwalificeerde verplegers of artsen, maar misschien niet voor timmermannen. Een migratiebeleid vertrekt vanuit volkomen andere principes dan de humanitaire opvang van vluchtelingen.

In het publieke debat valt dat onderscheid meestal weg.

DE HOOP SCHEFFER: Ik verwijs graag naar mijn landgenoot Paul Scheffer, een gezaghebbende stem in het migratiedebat. Scheffer zegt: ‘Het klinkt onaangenaam, maar je moet je buitengrenzen stevig bewaken. Maar tegelijk moet de poort naar Europa zo breed mogelijk blijven. En dat kan maar als we de toegang tot die poort blijven controleren.’

Mijn centrale stelling is dus: als Europa zijn buitengrenzen niet kan beheersen en daar al niet bepaalt welke vluchteling recht heeft op onze bescherming, kan het niet zonder binnengrenzen. Wat nu op het spel staat, zijn de verdragen van Schengen (de afspraken over het vrije verkeer van personen) en de verordening van Dublin 2 (die bepaalt welke lidstaat verantwoordelijk is voor een asielaanvraag en hoe misbruik in de asielprocedures te voorkomen).

Viktor Orban
Viktor Orban© EPA

Ik ben geen fan van de Hongaarse president Viktor Orban. Meneer Orban is op z’n best een halve democraat, hij voert al te zeer een manage-democracy op z’n Poetins. Maar Hongarije heeft wel de verplichting om zijn buitengrenzen te bewaken. Vandaag komt 30 à 40 procent van de asielzoekers uit de Balkan. Dat zijn dus economische migranten. Ik begrijp die mensen: ik zou in hun plaats ook proberen de EU te bereiken. Maar zij kunnen hier niet komen en mogen hier niet blijven.

Zegt u nu dat Orban deed wat hij moest doen?

DE HOOP SCHEFFER: Nee, want eigenlijk moet Hongarije dat niet zelf doen. Orban doet wat Europa zou moeten doen. Dat Hongaarse hek langs de grens met Servië, Slovenië en Kroatië had er niet hoeven te staan als de EU met Frontex (het Europese agentschap voor grenscontrole) en met eigen grens- en kustwachten de buitengrenzen beter had gecontroleerd. De bewaking van de buitengrenzen is eigenlijk een taak van de EU.

Dan kan het dat ook België straks ‘grenstroepen’ moet sturen naar Hongarije, Slovenië of Griekenland?

DE HOOP SCHEFFER: De Europese lidstaten zullen inderdaad gemeenschappelijke inspanningen moeten leveren om de buitengrenzen te beheersen – ‘bewaken’ klinkt zo onvriendelijk. Europees personeel, dus ook Nederlanders en Belgen, zal aan de buitengrenzen mee moeten bepalen welke vluchtelingen door de poort mogen en welke niet. Alleen zo houden we het vluchtelingenverdrag van Genève overeind. Zo niet houden we het bij de Orbanhekken, met alle risico’s van dien.

Voor je het weet, worden er schoten gelost.

DE HOOP SCHEFFER: Voor je het weet, kunnen de Europese samenlevingen de vluchtelingenproblematiek niet meer aan. Vooral de populisten spinnen daar garen bij. In Nederland spreekt Geert Wilders in de vreselijkste termen over vluchtelingen, maar in de peilingen gaat zijn PVV vooruit. Het zijn dus de mainstreampartijen die hun bevolking moeten blijven uitleggen waarop het staat.

Jaap de Hoop Scheffer
Jaap de Hoop Scheffer© Saskia Vanderstichele/Knack

N-VA-voorzitter Bart De Wever pleit al langer voor een aanpassing van de Conventie van Genève. Uw partij, de EVP, doet dat ook.

DE HOOP SCHEFFER: Nog niet helemaal. De Conventie is geschreven in andere tijden. Maar als de EU daadkrachtig optreedt, kan het vluchtelingenverdrag nog altijd standhouden. Het essentiële element van Genève is het principe van het non-refoulement: het verbod op terugzending naar een land waar de vluchteling vervolging te vrezen heeft of zijn leven in gevaar is. Daar draait het om. Dat moeten we natuurlijk overeind houden. Je mag mensen vandaag niet terugsturen naar Aleppo.

Tegelijk sluit elk Europees land nu ofwel de grenzen, ofwel zet het ze open om ze zo snel mogelijk door te sturen naar een buurland. Naar Duitsland, Zweden, België of Nederland.

Dat gebrek aan coördinatie wijst toch op een foute inschatting bij de belangrijkste Europese instanties?

DE HOOP SCHEFFER: Europa weet gewoon niet hoe het deze vluchtelingencrisis moet aanpakken. En het heeft al helemaal geen strategie voor Syrië – de Amerikanen evenmin. Alleen de Russische president Vladimir Poetin heeft er één.

In een paar weken tijd heeft hij een behoorlijke militaire macht opgebouwd, hij is ons allemaal te snel af geweest. Alweer. De westerse landen hebben geen gemeenschappelijke strategie, dus de stroom vluchtelingen blijft aanhouden, en dat zet ons hele Europese model onder druk. De samenleving kan niet ongelimiteerd mensen opnemen, en zeker geen mensen die geen recht hebben op onze bescherming omdat ze nu eenmaal geen vluchtelingen zijn.

Ik sprak laatst met een arabiste die pas terug is uit Syrië. Zij spreekt verschillende Arabische dialecten, en volgens haar komt 40 à 50 procent van de mensen die zeggen uit Syrië te komen eigenlijk van elders. Dat neem ik ze niet kwalijk, maar Europa moet dringend beslissen of die mensen onze bescherming verdienen. En met die kwestie worstelen we.

U lanceerde in Nederland een manifest om weer te investeren in het leger. Het kreeg veel steun.

DE HOOP SCHEFFER: Het was vooral belangrijk dat mensen van verschillende partijen erbij waren: een liberaal als Frits Bolkestein, een socialist als Jan Pronk, en een christendemocraat als ik. De regering-Rutte I heeft enorm bezuinigd op het militaire apparaat. Het leger moest het weer met één miljard euro minder doen. Alle tanks zijn toen van de hand gedaan. Maar Poetin heeft ons wakker gemaakt.

Ik denk niet dat hij de Baltische landen zal binnenvallen, maar we kunnen niet uitsluiten dat hij daar kungfu begint te maken. Ik denk niet dat het zover zal komen, maar de NAVO moet hoe dan ook klaarstaan om zo nodig manu militari op te treden.

Komt oorlog dan niet érg dichtbij? In landen als Hongarije en Polen lijken ze niet terug te schrikken voor een meer gespierde politiek tegenover Rusland.

DE HOOP SCHEFFER: Het gaat om de juiste balans tussen soft power en hard power. De EU is een kampioen in soft power: diplomatie en dergelijke. Tegelijk staat ze relatief zwak op het vlak van hard power. Onze militaire slagkracht is danig aangetast. En wie geen vuist kan maken, haalt ook aan de onderhandelingstafel moeilijker zijn gelijk.

Jaap de Hoop Scheffer
Jaap de Hoop Scheffer© Saskia Vanderstichele/Knack

Maar ik geef toe: het is niet makkelijk om zo’n Europese militaire aanpak georganiseerd te krijgen. Waarom moesten de Fransen in Mali alleen optreden, en waren er ineens geen Europese strijdkrachten beschikbaar? Omdat daar geen politieke wil voor was.

Wat moeten de Europese lidstaten doen met hun legers?

DE HOOP SCHEFFER: Ten eerste moeten ze hun militaire bezuinigingen dringend terugdraaien. Ten tweede moeten ze nog meer samenwerken. En ten derde, en dat is nog het moeilijkste: wat met de besluitvorming?

Stel dat we een volledig geïntegreerd Duits-Nederlands legerkorps zouden willen inzetten. Wie beslist daarover? Je kunt je toch niet voorstellen dat het Europees Parlement zal bepalen waar en wanneer jonge mannen en vrouwen uit Nederland en België hun leven moeten riskeren? Of de Europese Commissie? In landen als Nederland en België heeft het eigen parlement het laatste woord bij zo’n cruciale beslissing. Wat als de Duitse Bondsdag een andere beslissing neemt dan de Nederlandse Tweede Kamer? Maar goed, over zulke zaken kan nu eindelijk weer worden gepraat. Dat is een vooruitgang.

Met dank aan Vladimir Poetin, die de EU bewust maakte van haar eigen kwetsbaarheid.

DE HOOP SCHEFFER: Ik maak Poetin niet graag complimentjes. Hij heeft de Krim geannexeerd, in strijd met het internationale recht, en hij zorgt voor gedoe in Oost-Oekraïne. En ook nu weer zet hij ons op het verkeerde been in Syrië. Maar inderdaad: dankzij Poetin kunnen mensen zoals ik weer pleiten voor hogere defensie-uitgaven.

Vladimir Poetin en Barack Obama
Vladimir Poetin en Barack Obama© Reuters

Anders dan Barack Obama is Poetin een wereldleider met een geopolitiek kompas.

DE HOOP SCHEFFER: Poetin heeft inderdaad een strategie. In Syrië zorgt hij ervoor dat president Bashar al-Assad niet ten val komt. Hij heeft zich in één moeite al verzekerd van een belangrijke militaire maritieme basis in het alawitische hartland van Syrië. En hij ontneemt de NAVO ieder initiatief – als ze dat al zou willen – voor het organiseren van no fly-zones in Syrië. Dat is feitelijk onmogelijk geworden door de militaire aanwezigheid van de Russen.

Mogelijk zal hij minder succesvol zijn in zijn pogingen om te voorkomen dat het soennitische extremisme overslaat naar de Kaukasus. Daar is Poetin buitengewoon bang voor: in al onze gesprekken bracht hij dat thema ter sprake. Daarom ook dat hij de alawiet Assad in het zadel houdt, en samenwerkt met de Hezbollah en met Iran. Zo is er in de feiten een sjiitische coalitie ontstaan, inclusief de Russen. En Europa? Wij staan erbij. Wij hebben geen strategie. En de Amerikanen ook niet.

Vanwaar die snelle afbrokkeling van de Amerikaanse macht?

DE HOOP SCHEFFER: Obama trok zogezegd een ‘rode lijn’: de VS zouden geen gebruik van chemische wapens of gifgassen dulden. Tot mijn spijt heeft hij zijn eigen rode lijn niet afgedwongen. Niet dat dit het conflict zou hebben opgelost, maar dan was de machtigste leider ter wereld ten minste een beetje ernstiger genomen dan nu.

Obama’s laissez faireis héél scherp opgemerkt in Moskou en Peking

Obama’s laissez faire is héél scherp opgemerkt in Moskou en Peking. Vergeet niet dat Peking het eigendomsrecht van de Nanhei-eilanden in de Zuid-Chinese Zee betwist tegenover verschillende andere landen. Ik ben benieuwd hoe de Chinese machthebbers zich daarin zullen opstellen, nu ze zien dat Obama zelfs zijn eigen rode lijn niet laat respecteren.

Het resultaat is wel dat de EU in Syrië geen andere weg op kan dan te praten met Poetin.

DE HOOP SCHEFFER: Waarom niet? Poetin is uit op een verlichting van de sancties die de VS en de EU tegen Rusland hebben genomen na zijn annexatie van de Krim. Hij moet niet alleen de pensioenen kunnen betalen van al die mensen in de Krim, hij zit ook opgescheept met een zootje ongeregeld in Donetsk waarvan hij niet goed weet wat hij ermee aan moet. Zo succesvol is Poetin in Oekraïne dus niet geweest.

En tegelijk weet hij dat hij door zijn interventie in Syrië bij wijze van spreken de duivel van alle soenni-moslims dreigt te worden. Poetin heeft dus zelf goede redenen om met ons het gesprek aan te gaan.

Op de koop toe kan Europa ook niet zonder de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.

DE HOOP SCHEFFER: Ik heb veel kritiek op Erdogan. De Turkse gevangenissen zitten vol journalisten, hij heeft de gesprekken met de Koerden teruggedraaid, en de vrije meningsuiting in het algemeen is bedreigd. Erdogan stuurt Turkije een anti-Europese richting uit. Maar de mensen die roepen dat Turkije nooit mag toetreden tot de EU vinden vaak ook dat al die Syrische vluchtelingen maar in Turkije moeten blijven. Daar knelt de schoen.

Pakjesavond valt dit jaar erg vroeg in Turkije

Ondanks al onze kritiek op Turkije wordt Europa geconfronteerd met een gigantische vluchtelingencrisis die zonder Turkije niet te bedwingen is. Daarom ook heeft de Duitse bondskanselier Angela Merkel Turkije bezocht, en nam ze voor het oog van de camera’s naast Erdogan plaats op zo’n verschrikkelijke gouden troon. En vervolgens viel pakjesavond dit jaar erg vroeg in Turkije. Merkel is naar daar afgereisd met de hoed in de hand: de visarestricties worden opgeheven, Turkije krijgt 3 miljard euro steun, en er komen weer gesprekken over de toetreding van Turkije tot de EU. Ik heb daar allemaal moeite mee, maar ik ben vooral een realist.

De VS en de EU kunnen deze crisis alleen oplossen door te praten met lui als Erdogan en Poetin, en – nog een heel stuk erger – met de Syrische president Assad?

DE HOOP SCHEFFER: Ik ben een diplomaat, en diplomaten moeten altijd blijven praten. Ik heb al veel bebloede handen geschud in mijn leven. Ik woon in Den Haag, om de hoek ligt het Internationaal Strafhof. Natuurlijk zou Assad daar aan het hekje moeten staan: hij is een massamoordenaar van zijn eigen volk. Alleen gebeurt dat niet. Assad zit waar hij zit, en hij geniet de steun van machtige vrienden zoals Poetin en de moellahs in Iran.

Als wij, Europeanen, blijven piepen ‘Assad moet weg of we praten niet‘, dan getuigt dat vooral van een gebrek aan strategie. Als we niet praten met Poetin of Assad gaat de strijd in Syrië onverminderd voort. Dan zal Assad zijn bommen blijven gooien op Aleppo en zal de vluchtelingenstroom blijven aanhouden. Politici die blijven roepen dat ze niet willen praten voor Assad weg is, moeten eens bij zichzelf te rade gaan. Want wat na Assad? Het kan altijd slechter. De christelijke minderheden zijn onder Assad ongetwijfeld beter af dan onder een extremistisch soenni-regime.

Herontdekken we de ‘nuttige’ dictator, zoals Mobutu in Zaïre en Manuel Noriega in Panama? Dat waren vreselijke figuren, maar ze zorgden wel voor geopolitieke stabiliteit. Dat zou Bashar al-Assad vandaag kunnen doen, net als de Egyptische president Abdul Fatah al-Sisi.

Egyptisch president Abdel Fattah al-Sisi, destijds nog minister van Defensie.
Egyptisch president Abdel Fattah al-Sisi, destijds nog minister van Defensie.© Reuters

DE HOOP SCHEFFER: Figuren als Sisi of Assad stellen ons voor een enorm moreel dilemma. Iedereen worstelt met de vraag hoe we met Sisi moeten omgaan. We weten allemaal dat hij gewoon een nieuwe Hosni Moebarak is.

Maar ik moet met u vaststellen dat wij Sisi misschien niet van harte steunen, maar hem toch vooral geen strobreed in de weg leggen. We kiezen voor stabiliteit in Egypte, en dus voor Sisi. Dat is een cynische conclusie, maar het is wel het enige besluit dat je kunt trekken.

Zegt u nu echt: het is een tijd om de mensenrechten even te vergeten?

DE HOOP SCHEFFER: We moeten af van het idee dat de hele wereld wil worden zoals het Westen. Ook ik dacht ooit dat iedereen uiteindelijk wel zou inzien dat onze joods-christelijke, humanistische waarden het toppunt van de menselijke beschaving zijn. Maar dat is niet het geval.

Mijn ogen gingen open tijdens een gesprek met de Afghaanse president Hamid Karzai. Een jongen had een in onze ogen onschuldige tekst van het internet gedownload, over ‘vrouwenrechten in een islamitische samenleving’, en ineens hing hem een zware straf boven het hoofd.

We moeten af van het idee dat de hele wereld wil worden zoals het Westen.

Ik was secretaris-generaal van de NAVO en maakte daar bij Karzai een punt van: ‘We zijn hier met 100.000 man om uw land te helpen opbouwen, om te vechten tegen de taliban, we hebben al doden te betreuren gehad. En toch staat u toe dat er dingen gebeuren die haaks staan op onze democratische waarden.’ Karzai antwoordde: ‘Excuseer, secretaris-generaal, maar dit hoort nu eenmaal tot onze cultuur en onze tradities.’ Ik liet het er niet bij: ‘Meneer de president, we hebben toch een Universele Verklaring van de Rechten van de Mens?’ Kennelijk was ik wat naïef: ‘Uw definitie van universaliteit is anders dan de mijne.’

Dat antwoord zal ik nooit vergeten: hij wil gewoon niet worden zoals wij. Landen zoals Afghanistan en China kijken anders aan tegen mensenrechten dan wij.

Daarom houd ik mijn studenten in Leiden voor dat wie de wereld wil begrijpen, moet beginnen met de studie van godsdiensten. Mijn vader was een protestant, maar hij moest katholiek worden als hij wilde trouwen met mijn moeder: dat eiste de katholieke kerk. Mijn broer en ik werden opgevoed in de katholieke zuil, die een soort afgesloten silo was: ik kende niets van het jodendom en ook niets van het protestantisme, want er was maar één waar geloof. Laat staan dat ik iets wist van de islam of het confucianisme.

Ik weet dus wat het is, opgroeien in een verkokerde wereld. Daarom zeg ik aan mijn studenten: ‘Wie wil functioneren in de islamitische republiek Afghanistan, móét de islam begrijpen. Je moet weten wat die kerels beweegt.’

Europa moet dus stoppen met het vingertje op te steken?

DE HOOP SCHEFFER: Ik ben nooit zo voor dat vingertje geweest, ook al hoorde dat inderdaad bij onze volksaard. Maar zelfs in Nederland is die mentaliteit er stilaan uit. Als de koning straks afreist naar Peking, is een belangrijke rol weggelegd voor Lilianne Ploumen (PvdA), onze ‘minister van Hulp en Handel’: Nederland heeft één minister voor ontwikkelingssamenwerking én buitenlandse handel. In de jaren van Jan Pronk was die combinatie volstrekt vervloekt. Ook ik was in het begin cynisch over een minister die zogezegd hulp gaat aanbieden maar eigenlijk geld wil verdienen. Maar het werkt, zo blijkt, ook al omdat Ploumen het uitstekend doet. Met het vingertje zou dat niet lukken.

Ik praat dus niet goed wat in landen als China gebeurt, en ik hoop dat wij ons waardepatroon zullen blijven uitdragen en verdedigen. Maar ik ben al lang de illusie kwijt dat iedereen wil worden zoals wij.

Jaap de Hoop Scheffer
Jaap de Hoop Scheffer© Saskia Vanderstichele/Knack

Wat zich in de wereld afspeelt, gebeurt ook in Nederland en België. Veel nieuwe landgenoten willen vooral zichzelf blijven.

DE HOOP SCHEFFER: Dat is zo. Ik maak me zorgen over de opkomst van nieuwe zuilen in de samenleving. We verkokeren opnieuw. Er komen natuurlijk etnische zuilen bij. Maar er is ook een aparte zuil ontstaan voor alleen maar beter opgeleiden, naast eentje voor mensen met minder scholing. Ik zat op school bij de jezuïeten. Dat was eliteonderwijs, maar op onze schoolbanken zaten de zonen van ondernemers en rechters samen met die van de kruidenier en de slager. Ik ging bij hen thuis huiswerk maken, we sportten samen, we zagen hoe mensen van een andere klasse leefden. En nadien, tijdens onze dienstplicht, lagen we weer allemaal samen in dezelfde modderige tentjes op de hei.

Het onderwijs en de dienstplicht brachten de verschillende sociale groepen bij elkaar

Het onderwijs en de dienstplicht brachten de verschillende sociale groepen bij elkaar. Bij mijn kinderen zie ik geen vermenging van sociale klassen meer.

Veel van uw landgenoten zeggen dan: wij kozen voor kwaliteitsonderwijs.

DE HOOP SCHEFFER: Ik heb ook oog voor de neveneffecten ervan. De leden van de elite praten elkaar het eigen comfort aan, en dat is niet goed. Dat gevaar dreigt ook op de Europese fora.

Eurocraten, journalisten en academici feliciteren elkaar met het geweldige Europa dat zij vormgeven. Maar het volk volgt ons niet meer. Wij moeten er dus voor zorgen dat een gewone man uit Aalter – laat ik de gemeente van mijn goede vriend Pieter De Crem (CD&V)even noemen – weer vertrouwen krijgt in wat zijn politieke leiders zeggen en doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content