Islamitische Staat (IS) heeft twee antieke mausolea bij het Syrische Palmyra vernietigd. Door naar verluidt mijnen onder de ruïnes te plaatsen, bliezen de jihadisten op wat ze beschouwden als een ’terugkeer naar paganisme’.
Op foto’s die online verspreid werden, was te zien hoe rook boven een heuvel rees. Op die heuvel, zo’n vier kilometer van het Syrische Palmyra, was de tombe van Mohammed Bin Ali gevestigd. De man was een kompaan van de neef van de profeet Mohammed, de imam Ali.
Islamitische Staat (IS) beweert twee antieke schrijnen vernietigd te hebben in de buurt van de stad die in het Arabisch veeleer bekendstaat als Tadmur. Het tweede doelwit was een schrijn die meer dan 500 jaar geleden gebouwd werd voor de soefi-geleerde Nizar Abu Bahaa Eddine. Dat bericht Al Jazeera.
UNESCO
Naarmate overheidstroepen in opmars kwamen in een poging de stad te heroveren die in mei nog in handen van de terreurbeweging viel, plaatsten de jihadisten explosieven onder de ruïnes van Palmyra. De stad wordt geroemd omwille van de historische schatten en Romeinse ruïnes die deel uitmaken van de UNESCO-werelderfgoedlijst.
De overname van de stad door IS wekte internationaal veel onrust. Erfgoed in het buurland Irak in gebieden onder controle van de militanten moest er eerder al aan geloven. Zo maakte de terreurgroep gebruik van een bulldozer om een 3.000 jaar oude Assyrische stad bij Mosul met de grond gelijk te maken en werden artefacten in het stadsmuseum voordien tot puin herleid. In Irak en Syrië werden nog tientallen mausolea – voornamelijk tot het soefisme behorend – vernietigd.
‘Idolatrie’
In een statement maakte IS bekend dat het alle beelden en schrijnen zou vernietigen, omdat het deze als idolatrie beschouwt en geen ’terugkeer naar het paganisme’ wil, zoals de Times of Israel schrijft.
Ondertussen werden in de stad al honderden burgers gedood, zo menen activisten volgens Al Jazeera. Duizenden anderen sloegen op de vlucht. (WB)
