IS-bruiden terug naar IS in ruil voor Koerdische gevangenen: ‘Onze enige zorg zijn onze kinderen’

'De meeste vrouwen willen niet terug naar IS. De oorlog gaat door, de kans is groot dat je omkomt door bombardementen. En toch worden we teruggestuurd.' © iStock
Joanie De Rijke
Joanie De Rijke Medewerkster Knack

Tatiana Wielandt en haar schoonzus Bouchra Abouallal, de twee IS-vrouwen uit Antwerpen die in het Syrische vluchtelingenkamp Al-Roj vastzitten en de Belgische staat voor de rechter dagen, willen met hun kinderen naar België gerepatrieerd worden. Knack sprak begin mei met Belgische en Nederlandse IS-vrouwen in hetzelfde kamp: ‘We zijn doodsbang dat de Koerden ons terug naar IS sturen in ruil voor Koerdische gevangenen.’

Kamp Al-Roj in Syrië ligt in het uiterste noordoostelijke punt van het land, in de walm van de olievelden. Er verblijven tussen de 35 en 40 buitenlandse IS-vrouwen, vertelt kampdirecteur Elem ons bij aankomst. Onder hen Selin Yildiz en haar moeder uit Sint-Niklaas, Besime Car uit Antwerpen en de Nederlandse Ilham Borjani, de vrouw van de Antwerpse IS-strijder Bilal Al Marchohi.

Borjani werd in september vorig jaar opgepakt in Raqqa nadat ze zich samen met haar man had overgegeven. Of Ilham Borjani inmiddels bevallen is van haar tweede kind, vragen we. Elem, zelf een jonge vrouw, zegt dat ze het niet weet: ‘Er worden hier constant baby’s geboren. Zó veel dat ik het niet kan bijhouden. Elke nacht komen er kinderen bij, alle vrouwen zijn zwanger.’

We zijn hier in de eerste plaats om Besime Car te spreken, de vrouw van de Vilvoordse Syriëstrijder Caner Cankurtaran met wie we de dag voordien een lang interview in een Koerdische gevangenis in dezelfde regio hebben afgenomen. Besime is verhuisd naar een andere tent, zegt de kampdirecteur. Ze gaat kijken of ze de vrouw kan vinden. Terwijl we voor de deur van Elems kantoortje wachten, zien we dat het hier inderdaad krioelt van de kleuters, peuters en baby’s. Zodra de vrouwen begrijpen dat we Nederlandstalig zijn, drommen ze om ons heen.

We weten dat iedereen ons haat en dat het niemand iets kan schelen wat er met ons gebeurt. Maar onze kinderen kunnen er niets aan doen.

Amber Klijn uit Dordrecht

Ze beseffen dat ze fout zijn, dat zeggen ze keer op keer. ‘Maar wat er met ons moet gebeuren, is niet belangrijk nu,’ zegt Nawal Hammoudi (32) uit Utrecht. ‘Onze enige zorg zijn onze kinderen. Er zijn zoveel zieke kinderen op het moment. Er heerst tbc en hepatitis. Medische hulp is er nauwelijks. Het jongste kindje van Besime Car is een paar weken geleden gestorven omdat het ziek was en geen medische zorg kreeg. Een ander kindje uit Turkije is ook dood.’

‘We weten dat iedereen ons haat en dat het niemand iets kan schelen wat er met ons gebeurt,’ gaat Amber Klijn uit Dordrecht verder. ‘Maar onze kinderen kunnen er niets aan doen. Ik heb het voor mezelf al opgegeven, als ik mijn hele leven achter de tralies moet doorbrengen, dan is het maar zo. Maar niet mijn dochtertje, ze is vier maanden, ze verdient dat niet. Een kind hoort niet in de gevangenis.’

Hun grootste angst is dat ze teruggestuurd worden naar IS, vertellen de vrouwen. Er wordt al maanden verteld dat IS-vrouwen én kinderen naar IS worden teruggebracht in ruil voor Koerdische gevangenen. ‘Sommige vrouwen willen zelf terug naar IS,’ zegt Selin Yildiz uit Sint-Niklaas. ‘Omdat ze in hun thuisland levenslange gevangenisstraf krijgen of de doodstraf. Maar de meeste vrouwen willen niet terug naar IS. De oorlog gaat door, de kans is groot dat je omkomt door bombardementen. En toch worden we teruggestuurd. Vorige week zijn hier drie autobussen vertrokken met vrouwen en kinderen uit het kamp. We stonden erbij en hebben het met eigen ogen gezien. Nu zijn we al bang als we een auto horen komen.’

Besime Car duikt plots voor ons op. Haar gezicht bedekt door een sluier, we zien alleen haar ogen. Het gaat niet goed, zegt ze. De enige die ze heeft, is Zeyneb, haar driejarig dochtertje. Verder wil ze niets zeggen.

Welke vrouwen en kinderen geruild worden voor Koerdische strijders, is niet bekend. Waar ze precies naartoe gaan, is ook niet geweten. De kans is groot dat ze naar de regio Haijn worden gebracht, tegen de Iraakse grens. In Haijn wordt nog altijd zwaar gevochten. Er zouden volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zo’n 65 IS-leiders verblijven en een paar honderd gevangenen waaronder Jezidi en Koerden.

Het bericht over de drie bussen die een week eerder uit kamp Al- Roj vertrokken met IS-vrouwen en kinderen, werd ons bevestigd door een bekende Koerdische bron. Ook de Nederlandse documentairemaker Sinan Can bevestigt dat een groep vrouwen en kinderen op de bus werd gezet in ruil voor Koerdische strijders die door IS gevangen waren genomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content