Iran kreunt onder de coronacrisis: ‘Ongetwijfeld een straf van God’

Jeroen Zuallaert

Weinig landen zijn zwaarder getroffen door Covid-19 dan Iran. De epidemie verhoogt de druk op het krasselende Iraanse regime.

De beelden waren onmiddellijk goed voor het jaaroverzicht. Iraj Harirchi, Iraans onderminister van Volksgezondheid, verkondigde op 24 februari dat de overheid de epidemie onder controle had. Beschuldigingen dat de Iraanse overheid valse cijfers verspreidt over het aantal positieve gevallen, deed Harirchi af als nonsens. Nog geen dag later moest Harirchi erkennen dat hij in quarantaine was gegaan nadat hij positief had getest op het virus.

Iran is, na China en Italië, het land dat het hardst getroffen is door het coronavirus. Volgens de officiële cijfers telt Iran al meer dan 12.000 besmettingen en werd de ziekte meer dan 600 Iraniërs fataal. Begin maart al circuleerden beelden over mortuaria die de toevloed van overledenen niet meer aankonden. Het aantal besmettingen ligt vermoedelijk veel hoger, aangezien de Iraanse overheid nog steeds niet uitgebreid test.

Bovendien is de overheidsreactie in Iran tergend langzaam. Twee dagen na de eerste coronadoden hield Iran nog parlementaire verkiezingen. Vermoedelijk hebben die bijeenkomsten de verspreiding van het virus in de hand gewerkt. Zelfs na Harirchi’s bekentenis bleef president Hassan Rouhani opperen dat het virus een biologisch wapen zou kunnen zijn dat erop uit is de Iraanse economie te schaden. Ook Hadi al-Modarresi, een van de belangrijkste sjiitische schriftgeleerden in Irak, verspreidde aanvankelijk de boodschap dat corona ‘ongetwijfeld een straf van God’ was, als vergelding voor de manier waarop China zijn moslimminderheid behandelt. Ook Al-Modarresi is ondertussen besmet.

Op ideologisch vlak is het virus een nachtmerrie voor het regime: een aanzienlijk deel van de verspreiding gebeurde op religieuze plekken.

Door de Amerikaanse sancties loopt Iran op technologisch en medisch vlak achter. Dat maakt het land bijzonder afhankelijk van China, dat het gros van de technologische producten voor de Iraanse markt levert. Door die afhankelijkheid is het voor Teheran bijzonder moeilijk om de grenzen met China te sluiten. Tot eind februari bleef Iran ook mondmaskers exporteren naar China.

Katoenbal tegen de anus

Het coronavirus is de grootste bedreiging voor het Iraanse regime in jaren. Die bedreiging is ten dele letterlijk: de bestuurlijke elite in Iran is relatief oud, en dus bijzonder kwetsbaar voor het virus. Verschillende parlementsleden en bestuurders, onder wie een topadviseur van Ali Khamenei, zijn al door Covid-19 overleden. Het virus vergroot ook de onvrede bij de bevolking, die ziet hoe het regime er niet in slaagt de pandemie onder controle te krijgen. Dat komt boven op de frustraties over de torenhoge inflatie en krimpende economie, en de woede over het vliegtuig dat het regime in januari neerhaalde, waarbij 176 passagiers om het leven kwamen.

Op ideologisch vlak is het virus een nachtmerrie voor het regime. Zo gebeurde een aanzienlijk deel van de verspreiding op religieuze plekken. Omwille van die religieuze geladenheid aarzelde het theocratische regime aanvankelijk om op te treden en te desinfecteren. Omdat Iran door de sancties moeilijker aan medicijnen en medische apparatuur raakt, hebben de ayatollahs de voorbije jaren islamitische geneeskunde gepromoot als de échte, door God geïnspireerde manier van genezen. Abbas Tabrizian, de zelfverklaarde ‘vader der islamitische geneeskunde’, raadde zijn volgelingen bijvoorbeeld aan corona te bestrijden door een in violetolie gedrenkte katoenbal tegen de anus te wrijven.

Op 20 maart vieren Iraniërs Nowruz, het feest waarbij mensen met de familie Perzisch Nieuwjaar vieren. Het valt te vrezen dat de epidemie de komende weken dus nog zal verergeren.

Partner Content