In Koeweit start maandag een driedaagse, internationale conferentie over de wederopbouw van het door oorloog geteisterde Irak. Bagdad gaat op zoek naar liefst 100 miljard dollar (81,6 miljard euro) en hoopt op veel internationale steun.
Eerste minister Haider al-Abadi leidt de delegatie van Irak. Iraakse functionarissen gaan ervan uit dat zowat 100 miljard dollar nodig is om het land er weer een beetje bovenop te helpen. De delegatie heeft niet minder dan 212 investeringsprojecten klaar om te presenteren aan de internationale investeerders.
De delegatie bestaat uit bedrijfsleiders uit sectoren als de olie-industrie, elektriciteit, de bouwsector en verkeersinfrastructuur. Van de kant van de investeerders nemen onder meer de Wereldbank en tal van internationale bedrijven deel aan de fondsenwervende conferentie. De organisatie verwacht meer dan 1850 bedrijven uit zowat 50 landen.
Zonder Trump
De Verenigde Staten lieten eerder deze week al verstaan dat ze niet van plan zijn enige bijdrage te leveren aan de wederopbouw van Irak, het land dat zij vijftien jaar geleden binnenvielen en nog steeds niet hebben verlaten. Het Amerikaanse gebrek aan gulheid past in de lijn van president Donald Trumps filosofie dat de VS niet meer aan ‘nation building’ doen.
Irak heeft de voorbije 35 jaar nooit rust gekend: de Golfoorlog met Iran werd gevolgd door de oorlog van 1991, het embargotijdperk, de Anglo-Amerikaanse invasie van 2003 en de opkomst van Islamitische Staat (IS).
