Het Internationaal Strafhof opent een vooronderzoek naar vermoedelijke deportatie van de moslimminderheid Rohingya door Myanmar naar buurland Bangladesh. Dat heeft hoofdaanklaagster Fatou Bensouda dinsdag aangekondigd.
Een vooronderzoek is de eerste stap in een proces dat kan leiden tot een formeel onderzoek van het Strafhof, en, eventueel, aanklachten.
De Rohingya worden sinds decennia gediscrimineerd, uitgesloten en vervolgd in Myanmar. Sinds augustus 2017 vluchtten honderdduizenden leden van de minderheid naar Bangladesh voor het militair geweld in het overwegend boeddhistische Myanmar.
Een onafhankelijke commissie van de Verenigde Naties vroeg vorige maand nog in een rapport dat de militaire leiding in Myanmar zich zou verantwoorden voor een internationale rechtbank wegens genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden tegen Rohingya.
Soldaten hebben zich schuldig gemaakt aan moord, massaverkrachting, foltering, geweld en het tot slavernij brengen van kinderen en volledige dorpen platgebrand, luidde het toen. In het noorden van de deelstaat Rakhine, waar iets meer dan een jaar geleden honderdduizenden Rohingya met geweld werden verdreven, zijn er zelfs aanwijzingen voor volkerenmoord, aldus de VN-onderzoekers.
