In memoriam, voormalig sovjetleider Michail Gorbatsjov: held én schlemiel

Michail Gorbatsjov in 1989. © Imago Stock & People GmbH

Michail Sergejevitsj Gorbatsjov (1931-2022) droeg vrijwel in zijn eentje het totalitaire systeem van de Sovjet-Unie ten grave. Hij droeg de last van deze tragedie met zich mee tot aan zijn dood, woensdagavond 30 augustus gemeld door het Russische staatspersbureau Interfax.

Hij was een selfmade man, iemand die het ver schopte ondanks zijn bescheiden komaf. Michail Sergejevitsj Gorbatsjov groeide op in een armoedig boerengezin in het gehucht Privolnoje, bij de Zuid-Russische stad Stavropol, niet ver van de grens met Tsjetsjenië. Geen warm water, telefoon of stroom.

Zijn familie ‘had nog geluk in die tijd’, memoreerde Gorbatsjov later. Het is maar wat je geluk noemt. Twee ooms en een tante overleefden de hongersnood van de jaren dertig niet. Opa’s van beide kanten werden door Stalins geheime politie opgepakt en naar de Goelag gestuurd. Wonderwel keerden ze levend terug.

Als kind hielp Michail mee op het land en leerde hij een combine besturen. Zijn ­ijver hielp hem aan de Rode Banier voor Arbeid, een trofee waarmee hij zich onderscheidde van zijn leeftijdgenoten.

Pas op zijn veertiende, toen de oorlog voorbij was, kon Michail naar school, waar hij de klassieke Russische schrijvers Aleksandr Poesjkin en Michail Lermontov leerde waarderen en citeren. Ambitieus als hij was, sloot hij zich aan bij de Komsomol, de jeugdbeweging van de almachtige Communistische Partij.

Op zijn negentiende werd de slimme en leergierige plattelandsjongen toegelaten tot de prestigieuze Moskouse Staatsuniversiteit. Het hielp dat hij behoorde tot de arbeidersklasse. Afkomstig zijn uit de gegoede burgerij of een intellectueel milieu was in de Stalinjaren eerder een nadeel.

Michail Gorbatsjov en Ronald Reagan tijdens tweedaagse ontmoeting in Genève in 1985. Foto: AFP/ANP

Op de universiteit leerde Michail de vrouw van zijn leven kennen, Raisa Titarenko, studente filosofie. Ze hadden een harde jeugd gemeen. Raisa was altijd met haar vader, een spoorwegarbeider, kriskras door de  Sovjet-Unie getrokken. In bittere armoede, zonder vast woonadres, zonder vaste vriendinnetjes of beschermende omgeving.

Gorbatsjov moest veel moeite doen om de uiterst zelfverzekerde, om niet te zeggen pedante Raisa te veroveren. Later kreeg hij er onvoorwaardelijke loyaliteit en een grote dosis wijze politieke raad voor terug.

Klassiek dilemma

Na zijn afstuderen keerde Gorbatsjov terug naar Stavropol, waar hij geleidelijk opklom in de rangen van de Communistische Partij. Twintig jaar lang was hij, zoals zijn Amerikaanse biograaf William Taubman het noemt, ‘zowel toeschouwer als acteur in de langzame pantomime van het provinciale Sovjet-leven: de corruptie, de jaloerse intriges, de door partijbonzen aangerichte bacchanalen van voedsel en wodka’.

Als jonge partijfunctionaris stond Gorbatsjov ambivalent tegenover het Sovjet­systeem en de almacht van de Partij. Enerzijds geloofde hij heilig in het communisme – Lenins theorieën vermocht hij eindeloos te bestuderen –, anderzijds onderkende hij de makkes van het model in de dagelijkse Sovjetpraktijk. Het stoorde hem dat het socialisme zo weinig welvaart bracht.

Privé hield hij er al vroeg ideeën over hervormingen op na. Maar Gorbatsjov begreep dat hij zich binnen de Partij beter nog even koest kon houden. In besloten kring liet hij ook merken dat hij tegen het neerslaan van de Praagse opstand was, in 1968. Als veelbelovende partijbons in Stavropol besloot hij nochtans het besluit van partijleider Leonid Breznjev om in te grijpen, publiekelijk uitbundig te prijzen.

Gorbatsjov stuitte op het klassieke dilemma van de andersdenkenden in een totalitaire staat: als hij stennis schopte, zou dat het einde betekenen van zijn loopbaan en de mogelijkheden fnuiken om het systeem van binnenuit te veranderen.

Gorbatsjov en Margaret Thatcher in 1984. Foto: AP Photo/Gerald Penny, File
Drie Sovjetleiders sterven binnen twee jaar

Zijn carrière verliep voorspoedig. In 1970 schopte Gorbatsjov het tot partijbaas in Stavropol. Met zijn ongebruikelijke profiel en stijl – hij stond bekend als een ware communistische gelovige, maar stond in zijn regio wel debatten toe over hervormingen – sprong hij in Moskou in het oog. Gorbatsjov werd de protegé van Joeri Andropov, de eveneens (voorzichtig) hervormingsgezinde chef van de geheime dienst die later korte tijd partijleider was. Tegenover Andropov uitte Gorbatsjov bijvoorbeeld zijn ergernis over het tekort aan consumptiegoederen voor burgers. De remedie vonden ze niet.

Dankzij steun van Andropov belandde Gorbatsjov in 1979 in het Politbureau, het hoogste uitvoerende orgaan van de Partij. Eenmaal opgenomen in dat gremium, werd Gorbatsjov in 1985, eerder dan verwacht, de primus inter pares.

Na het, kort na elkaar, overlijden van de bejaarde partijleiders Brezjnev (1906-1982), Andropov (1914-1984) en Konstantin Tsjernenko (1911-1985) – ze stierven alle drie binnen amper twee jaar tijd – was de benoeming van de relatief jeugdige Gorbatsjov een verademing.

Wie dacht dat de nieuwe secretaris-generaal het roer radicaal zou omgooien, kwam bedrogen uit. Gorbatsjov bepleitte glasnost (openheid) en perestrojka (hervormingen) maar verzuimde om de geheel vastgeroeste bestuurlijke en economische orde te doorbreken. Er kwam geen radicaal programma voor de productie van broodnodige consumptiegoederen. Geen privatisering van kleine, laat staan van grote bedrijven. Geen hervorming van de dodelijk inefficiënte collectieve landbouw.

Gorbatsjov en Vladimir Poetin in 2004. Foto: AFP PHOTO DDP/JOCHEN LUEBKE
Gorbatsjovs menselijkheid werd gezien als zwakte

Terwijl China onder tijdgenoot Deng Xiao­ping hervormde zonder openheid en politieke vrijheid, deed Gorbatsjov in de Sovjet-Unie het omgekeerde. Met zijn glasnost-campagne voor het openlijk kritiseren van het gevoerde beleid – zonder dat daar een nieuwe politieke en economische koers tegenover stond – maakte hij krachten los die uitmondden in het uiteenvallen van het Sovjet-imperium, in de teloorgang van de Communistische Partij en uiteindelijk in zijn eigen ondergang. Gaandeweg werd hij door zijn politieke tegenstanders, verstokte communisten en radicale hervormers, uit het centrum van de macht verdreven.

Hij was nooit een meedogenloze leidersfiguur geweest. Michail Sergejevitsj had niet die typische Sovjetgewoonte om zijn tegenstanders te kleineren en dan nog een trap na te geven. Gorbatsjovs menselijkheid werd in  het Kremlin echter beschouwd als een zwakte. Zijn rivalen minachtten hem.

Nobelprijs, maar in eigen land verloor hij zijn gezag

Voor zijn inspanningen voor de beëindiging van de Koude Oorlog en het neerhalen van het IJzeren Gordijn in Oost-Europa, kreeg Gorbatsjov in 1990 de Nobelprijs voor de Vrede. Maar in eigen land verloor hij zijn gezag. In augustus 1991 pleegde een groep verstokte communisten een staatsgreep, terwijl Gorbatsjov op de Krim verbleef. Boris Jeltsin, zijn voornaamste tegenstrever, greep  zijn kans. Met hulp van het leger voorkwam hij dat de klok in de Sovjet-Unie werd teruggedraaid.

Hans Crooijmans 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content