In memoriam: Michael Lang (1944-2022), oprichter van het iconische Woodstock-festival

© Getty Images

De Amerikaanse producer en concertpromotor Michael Lang (77) overleed op 8 januari 2022 in New York aan lymfeklierkanker. Een korte blik op zijn leven.

Michael Lang stamt uit de New Yorkse wijk Brooklyn. Pa runt er een bedrijfje voor verwarmingsinstallaties. Over de paperassen en vooral de facturen gaat ma. Een ondernemend gezinnetje met nog een dochter en een Europees joodse achtergrond.

De Langs investeren in een Latino-nachtclub, en daar maakt Michael kennis met muziek. Binnen de kortste keren zit hij in een band achter de drums en aan de drugs. Voor zijn ouders niet echt een punt. ‘Zij maakten tenslotte de drooglegging mee, en mijn vader werkte voor illegale stokers’, schrijft hij in zijn biografie The Road to Woodstock.

We zitten vol in de jaren zestig, met hippies, Vietnam en raciale hommeles. Lang beweert niet goed bij zijn hoofd te zijn en komt zo onder zijn legerdienst uit. Hij schrijft zich in aan de University of Tampa, en na zes maanden weer uit. ‘Het zat er vol would-beastronauten.’ Met geld van zijn vader begint hij in Miami een tent met accessoires voor (soft)drugs. Omdat hij optredens regelt ter promotie van zijn shop, rolt hij de concertorganisatie in. Dat loopt lekker. In 1968 haalt hij Jimi Hendrix en Chuck Berry naar een festival, dat 25.000 bezoekers trekt.

Rampgebied

‘Michael zat vol ideeën. Een energieke en leuke man, altijd met een plan’, weet Paul Ambach, onze meest gerenommeerde concertpromotor uit de vorige eeuw, ook bekend als Boogie Boy. Hij kende Lang persoonlijk. ‘Michael wilde ook in Wallonië een festival opzetten. Er kwam niets van, misschien omdat festivals organiseren niet echt mijn ding was.’

Lang strijkt na Florida neer in Woodstock, twee uur rijden benoorden New York. Hij kent het van gezinsvakanties. Eén motel, veel boeren met een Hollandse pedigree, maar ook een bonte kolonie hippies en kunstenaars zoals Bob Dylan, die er revalideert na een motorongeval. De 24-jarige Lang wil er eerst een opnamestudio neerpoten, dan een groots event organiseren: de Woodstock Music & Art Fair.

Hij haalt er Artie Kornfeld bij, manager bij Capitol Records en ook afkomstig uit Brooklyn. Ze vinden nog twee zielsverwanten op zoek naar enige zin in hun leven: de ene is de zoon van een farma-industrieel, de pa van de andere bezit een van de duurste tandklinieken in New York. Die twee krijgen bij de bank een kredietlijn van 800.000 dollar.

Het waren duistere tijden in Amerika. Toen kwam Woodstock als een baken van hoop.

Lang vindt maar geen terrein in of rond Woodstock omdat niemand de komst van 50.000 ongewassen hippies ziet zitten. Amper één maand voor het begin van het festival (15 augustus 1969) huurt hij in Bethel, 80 kilometer van Woodstock vandaan, ijlings velden van een grote melkveehouder. Die Max Yasgur bedingt 57.000 dollar huur. Ter vergelijking: een van de goedkoopste acts op Woodstock is de vrijwel onbekende Santana, voor 750 dollar. Top of the bill Jimi Hendrix vangt 18.000 dollar. Hij zal op maandagochtend – de programmering ontspoort indrukwekkend – het weekend afsluiten.

Michael Lang rekent op 50.000 bezoekers. Het worden er tussen de 350.000 en 500.000. Niemand weet het echt want zodra het festival begint, gaan de hekken van het festival eraan. Lang kondigt stoïcijns aan dat iedereen gratis binnen mag. Door de overrompeling wordt Woodstock een organisatorische nachtmerrie. De wegen in en rond Bethel slibben her- metisch dicht. Bezoekers te veel maar van alles te kort: water, voedsel, drank, toiletten… Noodweer verandert de festivalweide in een zompige poel. De gouverneur van New York wil Bethel tot rampgebied uitroepen.

Op de maan

Met onder meer Hendrix, Santana – helemaal wég onder de mescaline -, The Who en Janis Joplin spelen meer dan 30 bands zich de onsterfelijkheid in. Woodstock wordt iconisch, de moeder van alle festivals. Waarom? ‘Het waren duistere tijden in Amerika’, meende Lang. ‘Toen kwam Woodstock als een baken van hoop.’ De bijbehorende epische documentaire van drie uur bevestigt dat, als weergaloos portret van een generatie. ‘Als student zag ik de film in Amsterdam, en ik werd weggeblazen’, herinnert Paul Ambach zich. ‘Dat was net zo straf als Neil Armstrong op de maan.’

Financieel blijken drie dagen love, peace & music een debacle. Maar Lang overleeft alle processen en claims. Hij wordt daarna een geslaagd internationaal promotor, manager, organisator en platenproducent. Maar zijn handelsmerk blijft Woodstock. In 1994 organiseert hij succesvol Woodstock 2. In 1999 draait nummer 3 uit op een commerciële miskleun vol geweld, en in 2019 moet hij de luisterrijke viering van 50 jaar Woodstock op de valreep annuleren.

‘Maar onderschat het belang van het eerste Woodstock niet’, zegt Ambach. ‘In de slipstream ontstond de muziekindustrie zoals we ze nu kennen, met haar cult- en topbands, de promotoren, de managers… Dat danken wij aan Michael Lang.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content