In beeld: een veilige haven voor Rohingya weduwen en wezen

© REUTERS
Eva Schram
Eva Schram Correspondent voor Knack.be in Noord-Amerika.

Sinds augustus zijn meer dan 625.000 Rohingya-moslims op de vlucht geslagen voor de etnische zuiveringen door het Myanmarese leger. In de zuidelijke heuvels van Bangladesh worden ze opgevangen. In het Balukhali-kamp wonen 230 vrouwen en kinderen, die hun echtgenoten, zonen, of beide ouders zijn kwijtgeraakt in de moordpartijen.

Roshid Jan liep met haar vijf kinderen tien dagen lang naar Bangladesh, nadat soldaten haar dorp hadden afgebrand. Ze huilt als ze vertelt over haar vermiste echtgenoot. Hij werd ervan beschuldigd lid te zijn van de militante Rohingya die recent aanslagen pleegden op het Myanmarese leger. Samen met vier andere dorpelingen werd Jan’s echtgenoten elf maanden geleden gearresteerd. Ze heeft sindsdien niets meer van hem vernomen.

De 19-jarige Aisha Begum vertelt hoe haar man werd vermoord door Myanmarese soldaten toen ze op de vlucht sloegen. ‘Ik zat naast zijn lichaam en bleef maar huilen, huilen, huilen’, zegt ze. ‘Hij was gesnapt en ze hebben hem vermoord met messen. Ik vond zijn lichaam naast de weg. In drie delen.’

De meeste Rohingya zijn stateloos. In Myanmar (waar de meerderheid van de bevolking Boeddhistisch is, de Rohingya zijn islamitisch) worden ze als illegale immigranten gezien.

De VN en de VS hebben de acties van het leger gelabeld als etnische zuiveringen. Internationale mensenrechtenorganisaties hebben de troepen beschuldigd van gruweldaden als verkrachting, brandstichting en moord.

De overheid van Myanmar heeft de meeste claims ontkend. Het leger zegt dat in eigen onderzoek geen overtredingen naar voren zijn gekomen.

Partner Content