Talloze Sudanezen blijven vastberaden op straat komen om democratie te eisen nadat het leger Omar al-Bashir afzette na dertig jaar hardvochtige dictatuur.
In de Sudanese hoofdstad Khartoem braken op 6 april massale protesten uit tegen president Omar al-Bashir, die sinds 1989 met de harde hand over het land regeerde. Vijf dagen later werd hij door het leger afgezet.
De militaire junta die momenteel de plak zwaait in Sudan bestaat vooral uit getrouwen van de voormalige president, zeggen burgers. Ze blijven op straat komen voor een civiel bestuur.
De 75-jarige Omar al-Bashir werd de eerste president die door het Internationaal Strafhof in verdenking gesteld werd, en dat voor genocide en oorlogsmisdaden in de West-Sudanese regio Darfoer.
Al-Bashir had internationaal de reputatie een hardvochtige dictator te zijn. Zijn dertigjarige bewind stond in het teken van oorlog en conflict. Volgens sommige bronnen zou hij miljarden dollars verduisterd hebben.
Het Sudanese militaire bewind dat de plaats van al-Bashir innam heeft betogers gewaarschuwd hun protesten te staken en blokkades op te heffen. Dat weigeren ze.
Al sinds eind vorig jaar gaan Soedanezen bijna iedere dag de straat op om het vertrek van president Omar al-Bashir te eisen.
Het regime van Omar al-Bashir reageerde hardvochtig op de protesten, met tientallen doden tot gevolg.
De demonstraties begonnen in december, toen de broodprijs werd verhoogd. Voedsel en brandstof zijn gesubsidieerd in het land, omdat de economie in crisis verkeert.
De betogers gingen mettertijd het vertrek van president al-Bashir eisen.
Demonstranten maken vaak het ‘V-teken’ voor overwinning en vrede.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier