Immuniteitszaak tegen Trump: kon hij als president straffeloos een politieke tegenstander vermoorden?

Rudi Rotthier vanuit de VS

Donald Trump verdeelt momenteel zijn tijd tussen processen en campagnetoespraken. Hij probeert van enkele strafzaken af te komen door presidentiële immuniteit te pleiten. Maar zijn advocaten drijven dat principe wel héél ver. Zo zou Trump niet voor de rechter gebracht kunnen worden, mocht hij als president de moord op een politieke tegenstander hebben bevolen.

Donald Trump was niet verplicht om aanwezig te zijn op de rechtszitting in Washington waar een panel van drie rechters zich boog over zijn claims rond immuniteit. Er viel voor hem weinig publiciteit te halen. Hij mocht zelf niet tussenkomen. Er waren geen camera’s in de rechtszaal. Dat hij er toch voor koos zijn primarycampagne te onderbreken, wijst erop hoe belangrijk deze zaak voor hem is.

Trump beweerde eerder dat zijn gedrag tijdens de bestorming van het Capitool en in de aanloop ernaar niet voor een rechtbank kan gebracht worden omdat het valt onder presidentiële immuniteit. Dat is een cruciaal element in zijn verdediging en het heeft belang omdat – als de rechters hem gelijk geven – 2 van de 4 strafzaken die tegen hem lopen, wegvallen. Dat geldt voor de federale rechtszaak in Washington rond de bestorming van het Capitool en Trumps acties om de verkiezingsuitslag ongedaan te maken, en ook voor de zaak in Georgia die draait rond verkiezingsbeïnvloeding en pogingen om met fake kiespersonen de kiesuitslag in die staat om te keren.

Speciaal aanklager Jack Smith vond Trumps argument zo essentieel dat hij meteen om een behandeling, en liefst een weerlegging, door het Hooggerechtshof verzocht. Dat had ook een andere reden: de tactiek van de ploeg Trump bestaat erin tijd te winnen en procedures uit te melken, zodat processen niet voor de presidentsverkiezingen van november kunnen doorgaan of in elk geval niet voor die verkiezingen tot een veroordeling leiden. Als hij die verkiezingen wint, kan Trump zichzelf gratie verlenen en wordt elk proces tandeloos. Tot de verkiezingen kan de gewezen president publiciteit puren uit de rechtsgang en zichzelf als een slachtoffer van politieke processen etaleren.

Het Hooggerechtshof weigerde echter de versnelde behandeling. De immuniteit wordt nu eerst behandeld door het Hof van Beroep in Washington.

Omgekeerde redenering

Trumps advocaat, John Sauer, argumenteerde dat daden van president Trump alleen voor een rechtbank kunnen worden gebracht als hij eerst omwille van de geviseerde daden afgezet werd als president. Aangezien hij voor de bestorming van het Capitool wel een impeachmentproces aan zijn been had, maar niet door de Senaat werd afgezet, hoort hij volgens de advocaat buiten vervolging gesteld te worden voor de huidige aanklachten.

De verrassend brede interpretatie van presidentiële immuniteit zorgde voor scepticisme bij de rechters, die advocaat Sauer onderwierpen aan een spervuur van hypothetische gevallen.

Stel, zei een van de rechters, Florence Pan, dat een president gratieverleningen verkoopt, of staatsgeheimen, of dat hij een speciaal commando de opdracht geeft een politieke tegenstander te vermoorden. ‘Zou een president in dat geval onderhevig kunnen zijn aan criminele vervolging als hij niet afgezet was?’

Sauer argumenteerde dat in die gevallen wis en waarachtig een afzetting zou gebeuren, maar zonder de afzetting zou een rechtszaak inderdaad niet mogelijk zijn. Als die regel niet wordt gevolgd, was zijn stelling, kunnen bij elke machtswissel vervolgingen geopend worden tegen de vorige president. Het niet-volgen van de door hem voorgestelde regel zou de ‘doos van Pandora openen’ en ex-presidenten openstellen voor cycli van politieke vervolging.

Twee van de rechters brachten in dat de toenmalige advocaten van Trump tijdens het impeachmentsproces rond 6 januari juist het tegenovergestelde hadden geargumenteerd: dat er geen veroordeling en afzetting door het Congres nodig was omdat een rechtbank zich later over crimineel gedrag kon uitspreken. ‘Geen enkele voormalige verkozene in dit land is immuun’, verklaarde een advocaat van Trump destijds. De Republikeinse Senaatsleider, Mitch McConnell, gebruikte dat gegeven om niet voor de afzetting van Trump te stemmen: hij zei dat er na een evenement waarbij tientallen politieagenten verwond werden, en vijf mensen het leven lieten, wel voldoende actie zou zijn om Trump voor strafrechtbanken of voor burgerrechtbanken te dagen en daar gerechtigheid te verkrijgen.

(lees verder onder de preview)

‘Wet verdedigen door ze te overtreden?’

Rechter Karen Henderson, die enige van de drie rechters die onder een Republikeinse president werd aangesteld, had nog een ander bezwaar tegen het betoog van Sauer. Hij had betoogd dat het Trumps grondwettelijke plicht was om als president vermeende verkiezingsfraude op te sporen en te corrigeren. Waarop Henderson repliceerde: ‘Ik denk dat het paradoxaal is om te beweren dat zijn grondwettelijke plicht om de wetten correct uit te voeren hem de toelating geeft om de strafwet te overtreden’. Ze stelde dat de strafzaken van de afgelopen 200 jaar aanduiden dat iedereen, ‘het weze een man in de straat of een president, crimineel aansprakelijk kan gesteld worden’.

De derde rechter, Tanya Chutkan, probeerde van het Trump-kamp een verduidelijking te krijgen over welke acties van de president als privé beschouwd kunnen worden, en welke als officieel. Voor advocaat Sauer viel alles onder dezelfde paraplu: zonder afzetting geen gerechtelijke vervolging.

De komende dagen of uiterlijk weken komen de drie rechters met een beslissing, die met een meerderheid van twee moet genomen worden. Daarna wordt die beslissing naar alle waarschijnlijkheid voor het Hooggerechtshof aangevochten.

De federale strafzaak rond de bestorming van het Capitool zou begin maart moeten beginnen, maar of het Hooggerechtshof tegen die tijd een oordeel velt over presidentiële immuniteit, valt te betwijfelen. In dat geval wordt het proces allicht uitgesteld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content