‘Ian Paisley moet herinnerd worden als sterk parlementslid’

Ian Paisley © Belga Image
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

De Noord-Ierse voormalige dominee en politicus Ian Paisley, een historische figuur van het radicale protestantisme in Noord-Ierland, is op 88-jarige leeftijd overleden. ‘Toch werd hij te vaak voorgesteld als boeman, terwijl hij een steengoed parlementslid was’, meent oud-Knackredacteur en Ierlandkenner Misjoe Verleyen.

Ian Paisley was 37 jaar lang leider van de orthodox-protestantse Democratic Unionist Party (DUP) en van maart 2007 tot mei 2008 premier van Noord-Ierland. Paisley was altijd fel gekant tegen vredesakkoorden met katholieken, om uiteindelijk – onder druk van Londen en Tony Blair – toch mee te werken aan het vredesproces. De ultraconservatieve dominee en politicus overleed op 88-jarige leeftijd.

Belangrijk parlementslid

‘Hij werd vaak als de boeman voorgesteld. Ook nu bij zijn overlijden’, zegt Misjoe Verleyen, oud-Knackredacteur en Ierlandkenner. ‘Maar bij de katholieken had je die evengoed. Paisley was een steengoed parlementslid. Een aspect van hem dat zelden de nodige aandacht kreeg.’

Paisley zetelde van 1979 tot 2004 als lid voor Noord-Ierland in het Europees Parlement, waar hij ooit voor ophef zorgde toen hij de paus Johannes Paulus II uitschold voor ‘antichrist’.

‘Binnen elke partij zijn er extremen. Bij de DUP waren er die protestanten die de katholieken uit de weg wilden en zulke uitspraken graag hoorden. Zo suste Paisley de achterban’, aldus Verleyen. ‘Maar bij andere kiezers was zijn werk als parlementslid dan weer belangrijker.’

Simplistisch voorgesteld als godsdienstconflict

Verleyen: ‘Die Noord-Ierse kwestie is zo ingewikkeld en wordt al te vaak simplistisch voorgesteld als een godsdienstconflict. Maar dat kon vooral groeien omdat Noord-Ierland nooit traditionele partijen kende. Er waren daar geen Conservatives, Labour of Lib-Dems. Er waren geen vakbonden, wat de werkgevers dan weer goed uitkwam. Godsdienst werd zo een paraplu, om de troepen in het gareel te houden.’

Dan rijst de vraag waarom – als godsdienst niet de kern van het probleem was – Paisley toch zo’n extreem antikatholiek discours voerde. ‘Het ging gewoon om macht’, meent Verleyen. ‘En daarvoor moest hij alle leden van zijn partij tevreden houden. Eigenlijk zie je dat nu ook bij de N-VA. Binnen die partij staan de oer-Vlaams-Nationalisten tegenover de modernere vleugel. Ook daar moeten beiden gesust worden.’

Macht verdeeld

En dat verklaart volgens Verleyen de schijnbare ‘bocht van 180 graden’ die Paisley met het vredesproces nam. ‘De onderhandelingen voor die vredesakkoorden waren al jaren aan de gang. Er waren al veel afspraken gemaakt, die pas met de akkoorden naar buiten kwamen. Maar de macht was al verdeeld, voor Paisley was het niet langer nodig om zo radicaal op te treden.’

In Noord-Ierland wilde iedereen op wat fanatiekelingen na, zo zegt Verleyen, eigenlijk het gewone leven weer kunnen oppikken. Een vredesproces was voor Paisley onmogelijk zolang de IRA nog wapens in handen had. Uiteindelijk droeg de betere economie destijds ook bij tot het slagen van het vredesproces, meent Verleyen. ‘De minder radicale Paisley werd daarop niet afgerekend door zijn radicale achterban.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content