Human Rights Watch beschuldigt jezidi’s van executie van burgers

Jezidi in Sinjar, Irak. © Reuters

Strijders van de jezidi-minderheid hebben in het noorden van Irak 52 burgers ontvoerd en geëxecuteerd. Dat stelt de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW).

De actie van de jezidi’s zou een vergelding geweest zijn voor de misdaden die gepleegd werden door de jihadistische terreurorganisatie Islamitische Staat (IS).

Volgens getuigen werden mannen, vrouwen en kinderen van acht soennitische gezinnen ontvoerd en zonder enige vorm van proces geëxecuteerd.

De jezidi’s vormen een Koerdische religieuze en etnische minderheid, die in Irak zwaar te lijden had onder het geweld van IS. In 2014 werden nog duizenden jezidi’s uit het Iraakse Sinjar-gebergte door IS naar Syrië gedeporteerd. Veel mannen werden toen vermoord, terwijl de vrouwen werden gebruikt als seksslavinnen.

HRW trekt nu aan de alarmbel over een vergeldingsactie die de jezidi’s op 4 juni 2017 hebben uitgevoerd. Volgens getuigen werden toen mannen, vrouwen en kinderen van acht soennitische gezinnen ontvoerd en zonder enige vorm van proces geëxecuteerd. De slachtoffers waren op de vlucht geslagen voor het geweld in Hashd al-Shaabi, ten westen van Mosoel.

Het Iraakse leger voerde toen, samen met paramilitaire eenheden, een operatie uit om de op een na grootste stad van het land uit de handen van IS te krijgen. Begin juli slaagden ze er uiteindelijk in om Mosoel te bevrijden.

‘Nu de strijd tegen IS in Irak ten einde loopt, moeten de veiligheidsdiensten van het land zich concentreren op het voorkomen van vergeldingsacties en op het invoeren van de rechtstaat’, zo beklemtoont Lama Fakih van de mensenrechtenorganisatie. ‘De gruweldaden tegen de jezidi’s geven geen vrijgeleide voor het uitvoeren van gewelddaden tegen andere groepen.’ Human Rights Watch beklemtoont dat standrechtelijke executies een oorlogsmisdaad vormen.

Partner Content