Hoe vluchtelingen als speelbal dienen van de politiek: ‘Waarom haten ze ons zo?’

Aan de Grieks-Turkse grens heerst sinds enkele weken complete chaos. © Mohssen Assanimoghaddam/dpa

Journaliste Ingeborg Beugel woont in Athene en nam een jaar geleden de Afghaanse vluchteling Fridoon in huis. Samen met hem ervaart ze hoe agressief het klimaat tegenover asielzoekers is geworden.

‘We verdragen bijna alles, maar dit, dit kán niet, niet met onze moeders en zussen!’ Fridoon wijst op zijn mobieltje, terwijl hij van de uitklapbare Ikea- slaapbank springt. We zijn bij mij thuis in Athene, het is zondag, heel vroeg, 8 maart. Internationale Vrouwendag. Maar daar heeft het niets mee te maken.

Hij kon vanwege z’n terugkerende nachtmerries weer eens niet slapen, tuurde al uren op zijn geliefde Afghaanse nieuwszender Kabul Plus. De afgelopen wintermaanden liet hij me voortdurend foto’s zien. Foto’s die nooit de Noord-Europese media halen. Foto’s van jonge Afghanen, net als hijzelf, begin twintig of jonger, die doodgevroren zijn tussen Afghanistan en Pakistan, of ergens in Iraanse en Turkse bergen. De verstarde jongensgezichten zijn wit en vredig, sneeuwvlokken en ijskorreltjes in donssnorren, vlasbaardjes, wimpers en wenkbrauwen, de ogen meestal half open, net als hun monden, alsof ze nog iets wilden zeggen toen ze hun laatste adem uitbliezen.

Kan ons niet schelen dat je zwanger bent. Hebben wij je soms geneukt? Nee? Nou dan!

Fridoon aait dit soort screenfoto’s meestal stilletjes, maar nu hamert hij foeterend op z’n schermpje. Hij bekijkt een hijgende anchor man die vertelt dat Griekse soldaten aan de Turkse grens Afghaanse vluchtelingen arresteren, vrouwen dwingen zich voor de ogen van hun mannen uit te kleden, hen lange tijd naakt in de kou laten staan terwijl ze grapjes maken, naar hen wijzen, en hen daarna terug naar de Turkse grens brengen. Fridoon vertaalt met overslaande stem. Ik probeer uit te leggen dat er veel nepnieuws in omloop is, dat hij niet alles moet geloven. Het landt niet. Begrijpelijk.

Sinds de Turkse president Erdogan op 29 februari aankondigde dat vluchtelingen die naar Griekenland willen niet meer tegengehouden zullen worden, is de chaos compleet. Op de Griekse eilanden Lesbos en Chios en aan de Grieks-Turkse grens bij de rivier de Evros worden vluchtelingen met geweld, zelfs met rubberen kogels tegengehouden. Vooral Afghanen zijn het mikpunt van haat. Op zee, en in het niemandsland rond de rivier.

Beeldenoorlog

De afgelopen weken circuleerden talloze schokkende beelden op de sociale media. Zo was er het filmpje van de Turkse kustwacht dat viral ging op YouTube. Daarop was te zien hoe een rubberbootje vol gillende vluchtelingen tussen Turkse en Griekse patrouilleboten ronddobberde. De Grieken duwden met stokken de minizodiac richting Turkije, scheerden er vlak langs, grote golven veroorzakend, waardoor de mensen op het schommelende bootje nog harder krijsten. ‘Griekse kustwacht probeert vluchtelingen op zee te laten verdrinken’, meldde het officiële Turkse persbureau. Een tsunami woedende posts van Grieken op Twitter en Facebook was het resultaat: dit was puur fake news van sultan Erdogan, de Griekse kustwacht deed alleen maar aan afschrikmanoeuvres.

Een ander clipje dook op: met schokkerige candid camera was vastgelegd hoe Turkse militaire politie bange mensen, ook vrouwen en kinderen, met de geweerloop dwingt om een bus te verlaten, en naar de Griekse grens te lopen. ‘Kom nooit meer terug, want dan maken we je af!’, schreeuwden Turkse agenten. ‘Propaganda en in scène gezette leugens’, antwoordden Turkse main- streammedia, en honderden Turken op sociale media.

Afschuwelijke beelden van halfnaakte Afghanen, littekens van stokslagen op hun blote ruggen, en stotterende verslagen van hoe de mannen van kleren en bezittingen waren bestolen, en zelfs Afghaanse vrouwen door Griekse grenssoldaten waren mishandeld, doken op. Direct gebagatelliseerd en als ‘niet waar’ bestempeld door Grieken, die met pijltjes en cirkels op het filmmateriaal aantoonden dat onder de plastic zak die hun naaktheid bedekte toch heus een mobiele telefoon aan een riem te zien was. Dus hoezo bestolen door Griekse soldaten? Het was een ware beeldenoorlog.

Dora Bakoyianni, zus van de rechtse Griekse premier Kyriakos Mitsotakis, riep alle burgers op via sociale media álle verklaringen van de Griekse regering wat Turkije betreft te delen en te verspreiden, ook in het Engels, ‘opdat Turkije deze vuile imago-oorlog niet zal winnen’. Erdogan op zijn beurt meldde dat hij Athene bij het Europese gerechtshof zou aanklagen voor grove schending van de mensenrechten.

Op sociale media circuleren veel beelden van gemolesteerde asielzoekers.
Op sociale media circuleren veel beelden van gemolesteerde asielzoekers.

Over hoe die mensen in dat bootje, en al die mensen daar in dat onherbergzame niemandsland, zonder eten, drinken, beschutting en medische hulp, tussen Griekse en Turkse soldaten die állemaal met drones traangasbommen gooiden, zich moesten voelen, had niemand het meer.

Alleen de smartphoneclipjes die ik kreeg toegestuurd van bevriende en wegens gewelddadigheden van extreemrechtse groeperingen ondergedoken hulpverleners op Lesbos waren níét voor meerdere interpretaties mogelijk: vluchtelingen proberen met hun handen in de ijskoude zee naar de wal te roeien in een stuurloos bootje met kapotte motor (op zee vernield door gemaskerde Gouden Dageraad-lieden in speedboats die overvolle rubberbootjes aanvielen); op de kade staan razende inwoners van Lesbos die voorwerpen naar hen gooien; een man roept tegen een vrouw-met-dikke-buik: ‘Kan ons niet schelen dat je zwanger bent, hebben wij je soms geneukt? Nee? Nou dan!’ ‘Waarom haten ze ons zo? Wat hebben we misdaan?’ fluistert Fridoon wanneer ik hem de beelden laat zien.

Perzische prins

In december 2018 ontmoette ik Fridoon toen ik filmde in vluchtelingenkamp Malakassa. Zijn pup speelde met mijn hond, we raakten in gesprek. Zoals hondeneigenaren dat zo vaak doen. Ik begreep dat hij vier talen sprak – Engels, Pashtu, Urdu en Dari – en met zijn 21 jaar eigenlijk nog een kind was dat zijn moeder miste. Hij kwam uit een goed en warm nest in Kabul. Hij wilde zakenman worden, genoeg geld verdienen voor zijn mama en zussen. Ik was onder de indruk van zijn zachtaardigheid en beleefdheid. Het idee alleen al dat deze tengere, zacht sprekende jongen die iets weg had van een dromerige Perzische prins uit een sprookje, moest zien te overleven in het beruchte Malakassa was hartverscheurend. Te midden van 1500 asielzoekers. Tussen al die dronken, boze en vechtende mannen in een van de vele treurige boxen van de UNHCR.

Op de dag dat hij achttien was geworden hadden zijn wanhopige mama en zusjes hem naar Europa gestuurd. Hij had er zes maanden over gedaan om via Pakistan en Iran naar Istanbul te lopen. Vandaar was hij met mensensmokkelaars meegereden naar Ayvalik, het gezapige kustplaatsje pal tegenover Lesbos. Omdat hij geen geld meer had, moest hij een bootje vol vluchtelingen zien te krijgen. Hij mocht dan gratis mee, aan het roer, als instant kapitein, ook al had hij nooit gevaren.

Het bootje spoelde op 24 november 2015 aan op Lesbos, waar de Griekse politie hem onmiddellijk arresteerde. Beschuldigd van trafficking: hij zat immers aan het roer. Hij werd naar Athene overgebracht en gevangen gezet. Mazzel, anders was hij terechtgekomen in het helse kamp Moria dat weldra uit z’n voegen zou barsten met 12.000 vluchtelingen, terwijl er plaats was voor nog geen 3000. Acht maanden zat hij vast in Athene. Hij had alleen contact met een vriendelijke Griekse onderwijzer die vrijwilligerswerk deed in de gevangenis met jonge asielzoekers.

Fridoon kreeg een verkeerde vertaler toegewezen. Zijn vluchtverhaal is volstrekt incorrect vertaald.

In juli 2016 eindelijk weer op vrije voeten, want onschuldig, ging hij moederziel alleen, geld voor een advocaat had hij niet, de ondoorgrondelijke en stroperige Griekse asielprocedure in. Daardoor mocht hij in een container in kamp Malakassa, 60 kilometer buiten Athene wonen. Zo kreeg hij het felbegeerde IOM-pinpasje waarop in afwachting van zijn asiel 150 euro per maand werd gestort om van te eten. Een jaar later, in juli 2017, had hij zijn eerste, enige en laatste gesprek over zijn vluchtverhaal. Dat was mazzel, want tegenwoordig krijgen nieuwkomers pas drie of vier jaar na aankomst hun ‘interview’, ook al probeert premier Mitsotakis dat met nieuwe, mensenrechten- schendende wetgeving te versnellen.

Omdat hij af en toe wat zei over de streng verboden, bloedige hondengevechten die voor weddenschappen in het kamp worden gehouden, werd hij bedreigd. Ook zijn jonge herdershond Tiger – gekregen van vrienden die de pup verlaten in een bos hadden gevonden – liep gevaar.

Ik gebruikte Fridoon wel eens als vertaler tijdens reportages. Om niet ’s nachts helemaal terug te moeten naar Malakassa, sliep hij dan op m’n uitklapbank tegenover het voeteneinde van mijn bed in mijn loft, hartje Athene. Onze honden werden maatjes, sliepen samen op mijn bed. Nadat hij een keer in elkaar was geslagen door laveloze kampbewoners, en Tiger bewerkt met sigarettenpeuken, heb ik jongen en hond in huis genomen. Daar wonen we nu samen, iets meer dan een jaar, in één ruimte. Als m’n vriend komt, moet hij even met de honden wandelen, zodat ik wat privacy heb.

Toen hij afgelopen november opnieuw werd afgewezen, werd voor zijn ogen z’n pinpasje doorgeknipt. Gelukkig valt Fridoon nog onder de oude asielwetgeving en kan hij een laatste poging ondernemen, mét een advocaat, via een rechtszaak. Daar wachten we nu op.

Schild van Europa

In Griekenland nemen de afgelopen twee weken vreemdelingenhaat en racisme openlijk razendsnel toe, alsof iemand op fast forward heeft gedrukt. Studenten en bewoners van de anarchistenbuurt Exarchia, die grenst aan mijn centrum-Athene-achterbuurt Metaxourgiou, zeggen dat ze het gevoel hebben door een tijdsmachine naar 1938 te zijn gekatapulteerd. Nadat Mitsotakis eind vorige zomer en afgelopen herfst met politiegeweld de paar succesvol functionerende Syrische en Afghaanse wooncommunes in kraakpanden heeft ontruimd, en steeds meer vooral Afghanen en Afrikanen worden afgewezen, hebben studenten hun klaslokalen in universiteitsgebouwen aan wanhopige op straat belande vluchtelingenfamilies gegeven. Het is wachten op wederom gewelddadige ontruimingen. De studenten zijn er klaar voor.

De extreemrechtse Gouden Dageraad terroriseert vluchtelingen én hulpverleners.
De extreemrechtse Gouden Dageraad terroriseert vluchtelingen én hulpverleners.© BELGAIMAGE

‘Laat ze maar komen, het is tijd voor revolutie’, zeggen ze grimmig als je ernaar vraagt.

Afgelopen donderdag 5 maart was er een in de haast georganiseerde protestmars in het centrum van Athene met volgens sommige kranten tienduizend, volgens andere media zelfs twíntigduizend demonstranten. Grieken, Griekse en buitenlandse hulpverleners én vluchtelingen verzamelden zich bij Panepistemiou Metro, pal voor de universiteit. Het was een demonstratie vóór humane vluchtelingenopvang, tégen het inhumane EU-vluchtelingenbeleid, tégen Turkije en tégen premier Mitsotakis. Die had zich opeens als de fanatiekste verdediger ontpopt van Europa’s grenzen, die ‘door miljoenen illegale immigranten onder de voet gelopen dreigden te worden’.

Tijdens het bezoek van Mitsotakis samen met voorzitter van de Europese Raad Charles Michel en voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen aan de grens werd de voormalige EU-paria Griekenland opeens uitgeroepen tot ‘Schild van Europa’. Op de sociale media regende het hashtags als: We Stand With Greece; Greece=Europe Under Attack; We Support Greece; Greece is Europe’s shield.

Na de tweede afwijzing van zijn asielaanvraag afgelopen november, drie jaar na zijn ‘eerste interview’, heb ik voor Fridoon een competente Griekse vreemdelingenadvocaat in de arm genomen.

Ze vond binnen de kortste keren uit dat Fridoon tijdens dat essentiële eerste en laatste gesprek een verkeerde vertaler toegewezen had gekregen. Een vrouw die geen Dari, maar Farsi sprak. Fridoon kon haar wel verstaan. Zij hém echter niet. Ergo: zijn vluchtverhaal is volstrekt incorrect vertaald. De Griekse autoriteiten namen op basis van haar in het Grieks opgetekende rapportage een beslissing over Fridoons leven. En die was negatief. Twee keer.

In die Griekse rapportage stond níéts over alles waardoor hij allang een vluchtelingenstatus had moeten krijgen. Niets over het feit dat zowel zijn moeder, vader, oom als hijzelf voor de Amerikaanse ambassade in Kabul hadden gewerkt. Niets over het officieel erkende feit dat zijn hele familie door de Taliban als ‘verraders’ wordt gezien, omdat ze ‘heulden met de vijand’. Niets over dat zijn oom en vader door de taliban zijn vermoord. Ook wordt niet gemeld dat hem bij terugkeer in Kabul een zekere dood wacht. Niets van dat alles.

De Griekse advocaat is vol hoop, bijna euforisch. ‘De technische fouten en de nalatigheid wat betreft de asielaanvraagprocedure van Fridoon zijn zo overduidelijk, dit gaan we winnen’, gniffelt ze. Maar niets is zeker. Niet in het huidige klimaat.

Premier Mitsotakis roept keer op keer dat ‘alle illegale immigranten geen enkele kans meer hebben in Griekenland’. Zowel in Griekenland als in Nederland wordt Afghanistan nu als een ‘veilig land’ gezien en velen beschouwen de vluchtelingen daarom als ‘illegale immigranten’. Terwijl in werkelijkheid Afghanistan net zo onveilig is als Syrië.

Knokploegen

Zonder Fridoon, zonder honden ga ik naar de demonstratie. Ik ontmoet er hulpverleners die net van Lesbos zijn vertrokken, omdat hun veiligheid niet meer gewaarborgd kon worden. In café Good Wolf in Psirri proberen we wat de afgelopen tijd gebeurd is op een rijtje te zetten.

Hoe vluchtelingen als speelbal dienen van de politiek: 'Waarom haten ze ons zo?'

Volgens twee vrouwen die een week lang doodsbang op Lesbos binnen hadden gezeten omdat lokale knokploegen ngo-medewerkers met stokken aanvielen, ligt de oorzaak bij de opgelaaide strijd in Syrië. De Turkse inval in het noorden van het land en het Syrische offensief bij Idlib zorgden voor nieuwe vluchtelingenstromen. Het besluit van Erdogan om te doen waar hij al jaren mee dreigt, namelijk de grens te openen, was de druppel die de emmer deed overlopen.

Op Lesbos was de situatie in het beruchte kamp Moria, die al jaren gruwelijk was, volstrekt oncontroleerbaar geworden: er bivakkeerden inmiddels 22.000 vluchtelingen in complete chaos, zonder verwarming of sanitaire voorzieningen. Er was schurft uitgebroken. En het aantal nieuwkomers bleef toenemen.

Zowel op Chios als op Lesbos is de neonazistische partij Gouden Dageraad sterk vertegenwoordigd. De leden organiseren zich in knokploegen, terroriseren niet alleen vluchtelingen, maar bovenal hulpverleners en lokale bevolking. De meeste inwoners zijn wanhopig en super gestrest. Door de vernietigde toeristische industrie zijn velen immers failliet. Toch leggen de meesten de schuld daarvoor bij de EU en de Griekse regering, en níét bij de onschuldige vluchtelingen. Maar de kleine groep extremistische hooligans bepalen het beeld in de media.

Na een conflict over de bouw van gesloten opvangkampen werden niet alleen vluchtelingen op Lesbos met stenen en andere voorwerpen bekogeld; ook auto’s van hulpverleners, zoals verplegend personeel van Stichting Bootvluchteling, werden met ijzeren staven bewerkt en vernield werden. De directeur van de UNHCR werd fysiek aangevallen. Hulpverleners kregen tot dinsdagochtend 3 maart de tijd om Lesbos te verlaten, de politie kon en wilde hen niet meer beschermen. De meesten gaven gehoor aan die oproep en liepen op donderdag mee in de Atheense protestmars, om pas daarna naar huis te vliegen.

Sinds die mars is het alleen maar erger geworden. Aan de grens schieten Griekse soldaten niet alleen met traangas en rubberen kogels, maar ook met waterkanonnen met niet afwasbare blauwe verf, om vluchtelingen te ‘smurfen’. Afgelopen weekend werden journalisten aangevallen en gingen twee buurtcentra voor vluchtelingen in vlammen op – bibliotheek, leslolaken, vrouwenzalen, kinderspeeltuinen.

Nadat Erdogan potsierlijk had gemeld Athene wegens schending van de mensenrechten voor het gerecht te dagen, kondigde hij aan geen bootjes meer te laten vertrekken ‘omdat dat gezien de acties van de Griekse kustwacht te gevaarlijk was voor de vluchtelingen’. Op zondagmiddag verkondigde hij dat hij maandag naar Straatsburg zal afreizen om met de EU-ministers te praten over meer geld voor de opvang van vluchtelingen in Turkije.

In Griekenland kondigde Mitsotakis midden in het weekend aan dat asielzoekers, die het recht op asiel aanvragen al was ontnomen, niet meer dan een maand onderdak en een betaalpasje zullen krijgen. Zijn boodschap aan nieuwkomers: jullie zijn níet welkom.

Op maandagochtend is Fridoon weer vroeg wakker. Zijn nachtmerries zijn heftiger dan ooit. Hij leest een stuk over Afghaanse vrouwen en kinderen die, omdat de meeste hulpverleners en verpleegsters en dokters die in Moria werkten nu weg zijn, een gemakkelijke prooi voor seksueel geweld zijn geworden. ‘Waarom haten ze ons zo, waarom haten ze ons zo, wat hebben we misdaan’, prevelt hij wederom. Als een nieuw mantra.

Pas maar op met die Afghaanse protegé van jou. Zo meteen vermoordt ie jou.

De vorige middag probeerde Fridoon nog tevergeefs zijn moeder en zusjes in Kabul via Messenger te bellen, om hen te feliciteren met Internationale Vrouwendag. ‘Dat is altijd een bijzondere dag voor ons’, legde hij uit. ‘Ik kookte dan altijd iets so very delicious, voor m’n moeder en zussen, omdat ze dat zo verdienen.’ Hij vroeg wat ik zou willen eten: ‘ Anything you want, it is for me, a man respecting women, my honour and pleasure to cook it for you’. Maar ik wist even niks.

Avondrondje

Samen met Fridoon liet ik op zondagavond de honden op ons buurtpleintje uit. De immer vriendelijke dikke man die ook een avondrondje liep met zijn twee reuzenhonden Ira en Elly, zei opeens tegen me, voor het eerst: ‘Kijk maar uit met die Afghaanse protegé van jou.’

‘Pardon?’

‘Zo meteen vermoordt ie jou, en verkracht ie je dochter! Daar ga je dan met al je goede bedoelingen! Dát staat je te wachten. En als het zover is, kom niet bij míj uithuilen, want ík heb je gewaarschuwd.’

Fridoon stond erop dat ik hem vertelde waarom ik opeens zo verdrietig was. Na enige aarzeling, biechtte ik op wat de man me had gezegd, schaamtevol.

Fridoon lijnde de honden aan en zei: ‘Alexander de Grote heeft ooit gezegd: goden en mensen moeten vrees hebben voor het gif van de Cobra, de tanden van de Tijger, en de wraak van de Afghanen.’

Vlak voordat we die nacht onrustig in slaap vielen, kwam er een laatste ping van Messenger:

‘Eerste Corona besmetting op Lesbos+feit. Lokale Griek. Waarschijnlijk worden alle ngo’s verplicht geëvacueerd.Dan=er helemaal niemand meer vr de vluchtelingen. Morgen verder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content