Hoe ernstig moeten we de nucleaire dreigementen van Poetin nemen?

Rusland, 19 februari. Het Russische leger voert een test uit met een Iskander-raket, die gebruikt kan worden om minikernwapens te lanceren. © Gettyimages
Jeroen de Preter

De Russische president Vladimir Poetin heeft zijn ‘afschrikkingswapens’ in een verhoogde staat van paraatheid gebracht. Ook waarschuwt hij voor ‘gevolgen die je nog nooit eerder in de geschiedenis hebt gezien’. Hoe ernstig moeten wij die vage nucleaire dreigementen nemen?

Is het denkbaar dat Vladimir Poetin straks echt kernwapens inzet in de oorlog met Oekraïne? Er zijn verstandige Russen die dat scenario zeer ernstig nemen. Garri Kasparov, bijvoorbeeld, de voormalige schaakkampioen en Poetin-criticus die in 2013 naar Amerika vluchtte.

In een interview met Frankfurter Allgemeine Zeitung vertelde Kasparov vorige week dat Poetin, na 22 jaar aan de macht, de wereld enkel nog ‘vanuit zijn bubbel’ bekijkt. ‘De dictatuur van die ene man in Rusland is verreweg de grootste existentiële bedreiging voor de mensheid’, zo denkt Kasparov.

Volgens hem hoeft Poetin niet onder te doen voor de beruchtste dictators uit het verleden, met dat verschil dat Poetin ‘met zijn vinger op de rode knop’ kan duwen.

Voor Poetin is er geen weg terug. Zich terugtrekken, en het bijbehorende gezichtsverlies lijden, is geen optie.

Oliver Thränert, expert internationale wapenbeheersing

Dmitri Moeratov, de Russische journalist die vorig jaar samen met Maria Ressa de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, denkt daar niet fundamenteel anders over. Tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement sprak Moeratov vorige week over ‘het reële risico van een nucleaire reactie’. Ook verwees hij naar Poetins uitspraak dat een Amerikaanse tussenkomst zou kunnen leiden tot ‘gevolgen die je nog nooit eerder in de geschiedenis hebt gezien’. Moeratov acht de Russische president wel degelijk in staat tot de meest radicale vergeldingsmaatregel. ‘Ik sluit niet uit dat hij op een bepaald moment in de verleiding komt om kernwapens te gebruiken’, aldus Moeratov.

Paniekzaaier

‘Met zijn uitspraken wil Poetin in de eerste plaats signaleren dat hij de mogelijkheid heeft om kernwapens in te zetten’, zegt de Duitse anti-atoomwapenactiviste Xante Hall in een telefonisch gesprek met Knack. ‘Of hij ook echt bereid is om zover te gaan, is onmogelijk met zekerheid te zeggen.’

Hall, die codirecteur is van ICAN (International Campaign to Abolish Nuclear Weapons), de vereniging die in 2017 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, zegt dat ze het niet evident vindt om over de ernst van de huidige nucleaire dreiging te praten.

‘Je loopt al snel het gevaar om als een paniekzaaier te worden weggezet. Tegelijk zou het onverstandig zijn om dit dreigement niet ernstig te nemen. In de huidige, zeer gespannen situatie kunnen zulke dreigementen leiden tot een verdere escalatie die uiteindelijk in een kernoorlog kan uitmonden. Als organisatie moeten wij blijven waarschuwen voor de catastrofale gevolgen hiervan. Een nucleaire oorlog kent geen winnaars. De grote atoommachten zullen uiteindelijk net zo goed grote verliezers zijn.’

In hoeverre zo’n oorlog een realistisch scenario is, vindt ook Oliver Thränert, expert internationale wapenbeheersing en hoofd van de denktank Center for Security Studies in Zurich, onmogelijk te beoordelen. ‘Maar mijn eerste inschatting zou zijn dat die dreigende boodschappen in de eerste plaats bestemd zijn voor een westers publiek’, zegt Thränert.

‘Met dergelijke uitspraken geeft Poetin het Westen de boodschap dat het zich beter afzijdig houdt in dit conflict, en bijvoorbeeld maar beter afziet van de wapenleveringen aan het Oekraïense leger. De onderliggende bedoeling is angst zaaien. De angst die zulke uitspraken veroorzaken is een wapen op zich. Ze kan ervoor zorgen dat de Europese lidstaten en Amerika onderling verdeeld raken over de manier waarop het Westen met deze oorlog omgaat.’

Daarnaast kan die vage dreiging met atoomwapens volgens Thränert ook een manier zijn om Oekraïne onder druk te zetten. ‘Als Oekraïne niet capituleert, kan het land mee verantwoordelijk gesteld worden voor een potentieel nucleair conflict. Uiteraard zou de eindverantwoordelijkheid hier altijd bij Poetin liggen, maar Poetin zet Zelensky zo wel extra onder druk. Hij biedt hem als het ware de kans om een nucleaire escalatie te vermijden.’

Gezichtsverlies

Zo bekeken is de dreiging ook onderdeel van wat volgens de meeste experts het eerste en belangrijkste doel is van Poetins aanval: Oekraïne op de knieën krijgen, om er vervolgens een satellietstaat van Rusland van te maken.

Buiten het Kremlin zijn er weinigen die dat een wenselijk scenario achten. Maar het probleem is uiteraard niet opgelost als Oekraïne de Russische aanvallen kan blijven afwenden, zegt Thränert. ‘Voor Poetin is er namelijk geen weg terug. Zich terugtrekken, en het bijbehorende gezichtsverlies lijden, is geen optie. Aan de andere kant is het voor Oekraïne geen optie om zich aan Poetin te onderwerpen. Dat is volgens mij het hoofdprobleem in dit conflict. De enige duurzame oplossing is er een waarin Poetin geen gezichtsverlies leidt én Oekraïne zich niet aan de voeten van Poetin werpt. Mijn felicitaties aan wie daarvoor een oplossing vindt. Ik heb ze in elk geval niet.’

Hoe ernstig moeten we de nucleaire dreigementen van Poetin nemen?
© Marina Lystseva/TASS

Thränert laat er geen twijfel over bestaan: zolang die oplossing niet gevonden is, zal deze oorlog blijven escaleren. Toch vermoedt hij dat er zelfs aan Poetins aanvalsdrift grenzen zijn. ‘Behalve de grote internationale druk is er ook een grote weerstand vanuit het thuisland. Die zal alleen maar groeien als het aantal gesneuvelde Russische soldaten oploopt. Maar nogmaals: of dat Poetin zal tegenhouden, en of hij uiteindelijk bereid zal zijn tot een nucleair conflict durf ik niet met zekerheid te zeggen. Alleen kan ik me op dit moment moeilijk voorstellen dat hij die weg echt zou bewandelen.’

Thränert zit met zijn analyse op één lijn met Walter Feichtinger, gewezen militair en hoofd van het Instituut Vredeshandhaving en Conflictbeheersing aan de nationale defensieacademie van Wenen. In de podcast van de Oostenrijkse krant Kurier noemde hij Poetins dreigementen een onderdeel van ‘een politieke, retorische escalatie. Het gaat hier om een waarschuwingssignaal naar het Westen en, in de tweede plaats, ook naar Oekraïne.’

In theorie, zo stelde Feichtinger, is Rusland probleemloos in staat om doelwitten in Europa met nucleaire wapens te raken. ‘De reikwijdte van de Russische raketten is daar groot genoeg voor. Maar zo’n daad zou totaal niet in verhouding zijn met de omvang van het huidige conflict. Daarom ga ik ervan uit dat er geen reden is om voor een nucleaire aanval te vrezen.’

Waar we wél rekening mee moeten houden, zegt Oliver Thränert, is een periode waarin ‘nucleaire dreiging’ opnieuw een thema wordt. ‘Zoals het er nu naar uitziet, zullen de politieke betrekkingen tussen Rusland en de NAVO alleen maar verharden’, aldus Thränert. ‘Onvermijdelijk zal dat ervoor zorgen dat de NAVO opnieuw moet nadenken over een geloofwaardige nucleaire afschrikking. Dat is trouwens een kwestie waar militaire strategen binnen de NAVO al jaren voor dit conflict intensief mee bezig waren.’

Minikernwapens

Thränert verwijst daarmee naar een bestaand scenario dat rekening houdt met een Russische invasie in een Baltische staat. Omdat die staten, anders dan Oekraïne, lid zijn van de NAVO, zou een militaire interventie dan onvermijdelijk zijn. Experts achten het mogelijk dat de Russen een conventionele militaire reactie van de NAVO zouden beantwoorden met ’tactische kernwapens’: atoombommen met een relatief beperkte kracht, afgevuurd vanop kortere afstand. Volgens die denkoefening zou Moskou ervan uitgaan dat de NAVO daarop niet kan of wil reageren omdat ze dan moet grijpen naar de allerzwaarste middelen: intercontinentale raketten met bijzonder krachtige nucleaire wapens die de toekomst van onze soort op het spel zouden zetten.

Het probleem, zo stipte de Duitse krant Die Welt vorige week aan in een stevig artikel over dit thema, is dat er in Europa niet zo veel van die ’tactische kernwapens’ staan opgesteld. In totaal zou het, verspreid over Duitsland, Italië, Turkije, België en Nederland, gaan over een 150-tal exemplaren. Daartegenover staat het arsenaal in Rusland, dat volgens Amerikaanse bronnen over ongeveer 2000 gebruiksklare tactische minikernwapens zou beschikken. Het voorvoegsel ‘mini’ moet hier overigens met een stevige korrel zout worden genomen. Volgens de krant gaat het om bommen van circa 25 kilogram met een vernietigingskracht die in sommige gevallen groter is dan die van de atoombom die de VS in 1945 op Hiroshima dropten. Om de wapens te lanceren zou Rusland vooral gebruik maken van Iskander-raketten, een type dat volgens experts nu al wordt gebruikt in de oorlog in Oekraïne.

‘De ontwikkeling van de kleine atoombommen is al vele jaren bezig’, verduidelijkte Walter Feichtinger vorige week in de podcast van Kurier. ‘Ze zijn bedoeld om in te zetten in situaties “on the ground” die men niet onder controle heeft. We weten dat Rusland vooral in Kaliningrad (een Russische enclave die aan Polen en Litouwen grenst, nvdr) veel Iskander-raketten heeft opgesteld met dat doel voor ogen. Die bedreiging richting Oekraïne met zulke wapensystemen is een gegeven.’

De-escalatie

De inzet van deze kleine atoombommen is ook de grootste zorg van ICAN-directeur Xante Hall. ‘Het probleem is dat de barrière om die wapens in te zetten een stuk lager ligt. De mininukes worden gezien als wapens die je op het slagveld kunt gebruiken om de oorlog te winnen, zonder al te catastrofale gevolgen. Maar dat beeld klopt niet. Ook die wapens kunnen catastrofes aanrichten. Bovendien zal de inzet van zulke mininukes onvermijdelijk leiden tot het gebruik van grotere atoomwapens.’

Om zo’n doemscenario te vermijden, is er volgens Hall maar één weg. ‘We moeten met Poetin blijven praten. Een eerste stap naar de-escalatie zou zijn dat we Rusland zover krijgen dat het belooft om niet als eerste een kernwapen in te zetten. Ik weet het, velen twijfelen aan de waarde van Poetins woorden. Toch zou zo’n belofte een grote betekenis hebben. Een tweede stap kan zijn dat we ons opnieuw bezinnen over de vraag wat deze oorlog ons waard is. Wat verliezen wij, als we Rusland garanderen dat Oekraïne neutraal blijft? In plaats van verder olie op het vuur te blijven gooien, lijkt het me verstandiger om zulke denksporen te volgen.’

Partner Content