Het onbesproken debacle: Obama’s politiek in het Midden-Oosten

Resten van een hospitaal in Aleppo © REUTERS
Rudi Rotthier

Tot grote frustratie van onder meer minister van Buitenlandse Zaken John Kerry en gewezen FBI-baas David Petraeus slagen de VS er niet in om in Syrië iets uit de brand te slepen, of zelfs maar levens te redden. ‘Zou Churchill aan een andere oplossing gedacht hebben? vraagt president Obama zich af.

Dat het buitenlands beleid van George W. Bush een puinhoop was, en leidde tot allerlei onvermoede en desastreuze gevolgen, is genoegzaam bekend. Een ploeg van neoconservatieven had het land op basis van foutieve informatie in een oorlog gemaneuvreerd waarmee men zo goedkoop mogelijk een democratie naar westers model wilde stichten in het hart van het Midden-Oosten. De pleitbezorgers van de oorlog in Irak hadden niet gerekend op chaos, of op diepe religieuze en etnische geschillen. Ze bruuskeerden het leger en de aanhang van de Iraakse dictator Saddam Hoessein en dreven dit deel van het Iraaks establishment voor een groot stuk in de handen van soennitische extremisten. De invasie van Irak werd het schoolvoorbeeld van een aanpak die een tegenovergesteld resultaat opleverde.

Mede door deze faliekante oorlog kon Barack Obama verkozen worden – met de belofte om zo snel hij kon een einde te maken aan de oorlogen van Bush.

Maar intussen zijn er onder voogdij van president Obama in het Midden-Oosten misschien evenveel doden gevallen als onder Bush (de cijfers over slachtoffers in Irak zijn betwist, gaan van enkele honderdduizenden tot 1 miljoen, in Syrië gaan de schattingen van 300.000tot een half miljoen. Er zijn veel meer vluchtelingen onder Obama dan onder Bush, met quasi evenveel ongewenste consequenties als onder Bush, zoals de wereldwijde opmars van het populisme.

‘De theorie dat je iets moet opblazen…’

Er is natuurlijk een levensgroot verschil: Obama heeft geen oorlogen gestart. Hij heeft Amerikaanse troepen teruggetrokken.

Je kunt, en dat doet Obama tot op zekere hoogte, je handen van de problemen aftrekken, de schuld in de schoenen van Bush schuiven, of in de schoenen van regionale machten die hun verantwoordelijkheid niet opnemen, naar Frankrijk en Groot-Brittannië die na de interventie in Libië te snel tevreden waren, of naar de gewezen premier van Irak verwijzen, Maliki, die onder zowel Bush als Obama het samenleven van soennieten en sjiieten in Irak quasi onmogelijk maakte, en zo een vruchtbare bodem creëerde voor Islamitische Staat.

En Syrië is inderdaad en moeilijk en complex probleem, met kampen die elk met veel reden geloven dat ze het bewind van de andere niet zullen overleven. Er zijn geen goede oplossingen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Thomas Friedman, commentator bij The New York Times, staat globaal sympathiek tegenover Obama, “maar mijn sympathie houdt op wanneer hij me vertelt dat hij een genie is, en dan alles anderen idioten zijn”. Friedman is het met Obama eens dat er geen goede keuzes zijn, “maar misschien moeten we een slechte keuze maken”. Dat is, argumenteert hij, het probleem met Obama: hij steekt zijn nek niet uit, hij laat een slechte toestand etteren.

De idee bij sommigen is: Bush deed te veel, verwachtte te veel en wist te weinig – Obama doet te weinig, en ziet zoveel complexiteiten dat hij erdoor verlamd wordt.

‘Wat zou Churchill bedacht hebben?’

Obama ontkent dat in een serie interviews, die terugblikken op zijn twee ambtstermijnen. In New York Magazine stelt hij deze week dat zijn politiek tegen het gebruik van chemische wapens in Syrië wel degelijk effect heeft gehad – ondanks het feit dat hij zijn lijn in het zand uit eindelijk opgaf (de VS hadden aangegeven dat ze militair zouden tussenkomen als het Syrisch regime chemische wapens zou gebruiken, maar deden dat niet).

“De theorie is dat je iets moet opblazen, ook al krijg je daardoor de chemische wapens niet weg”, verklaarde hij in New York Magazine. “Er blijft een gebrek aan reflectie over het feit dat mijn beslissing erin bestond (de Syrische leider Bashar al-)Assad niet te laten doen wat hij wilde”.

Een week eerder, in een interview met Vanity Fair, gaf Obama toe dat Syrië hem ook ’s nachts achtervolgt.

De interviewer, historica Doris Kearns Goodwin, legde hem een uitspraak van oorlogspresident Franklin D. Roosevelt voor: “Ik denk aan zaken die me in de loop van de dag werden voorgelegd en de beslissingen die ik heb getroffen, en ik zeg aan mezelf – wel, ik heb gehandeld naar bestvermogen. Ik draai me om en slaap”.

Obama: “Exact. Een ander goed voorbeeld is dat van de toestand in Syrië, die me voortdurend achtervolgt”.

“De wetenschap dat er honderdduizenden gedood zijn en miljoenen op de vlucht, maakt dat ik mezelf afvraag wat ik in de afgelopen vijf, zes jaar anders had kunnen doen. De gebruikelijke antwoorden op die vraag zijn fout. De theorie dat ik wat meer wapens had kunnen bezorgen aan de Syrische rebellen – dat zoiets had geleid tot het omverwerpen van Assad. Of dat ik door een gerichte bomaanval toen de chemische wapens ter sprake kwamen – dat zoiets beslissend zou geweest zijn. Ik ben geneigd sceptisch te zijn over al die dingen. Maar ik vraag me wel degelijk af of er iets was waar we niet aan gedacht hebben. Was er een maatregel die niet aan me voorgesteld is, maar die een Churchill misschien had opgemerkt, of die een Eisenhower had gevonden? Dat is wat me bezighoudt als ik tijd heb om erover na te denken – vooral omdat een van de dingen die ik me in deze baan realiseer is dat het heel lastig is en dat per definitie de problemen die bij mij belanden door niemand anders opgelost worden. Gewoonlijk ben ik er behoorlijk goed in om de opties te bekijken en de beslissing te nemen die op dat moment de beste zijn, gelet op de informatie die we hebben. Maar er zijn momenten dat ik zou willen dat ik een verschillend niveau van inzicht had kunnen verbeelden”.

Obama laat druppelsgewijs meer Amerikaanse troepen naar Irak vertrekken (en in mindere mate naar Syrië), maar hij blijft terughoudend over verdergaande militaire betrokkenheid die volgens hem in een wespennest contraproductief kan zijn. Ten gronde betwijfelt hij of de VS voor politiemacht moet spelen in de regio. Hij wilde, zei hij enkele maanden geleden, zijn aandacht wegtrekken uit het Midden-Oosten om zich op Azië en Latijns-Amerika te kunnen concentreren.

Hij wijst op andere successen, zoals de toenadering tot Cuba, of het nucleair verdrag met Iran (dat als neveneffect ook niet hielp om het Midden-Oosten op korte termijn te stabliseren).

De ministers van Buitenlandse Zaken John Kerry en Sergei Lavrov
De ministers van Buitenlandse Zaken John Kerry en Sergei Lavrov© REUTERS

Sommige gewezen of huidige medewerkers zijn deze Obama als Hamlet wat moe. Ze staan een harder optreden in Syrië voor.

De meest bekende is minister van Buitenlandse Zaken John Kerry, die zich in september, tijdens een bijeenkomst met Syrische opposanten op de Nederlandse missie bij de VN in New York, beklaagde over het feit dat zijn regering en het Congres zijn diplomatie niet ondersteunen met wapendreiging. Een van de Syrische deelnemers nam het gesprek op en speelde de opname door aan de New York Times.

“Ik denk dat er drie, vier mensen in de regering zijn die allen voor het gebruik van geweld gepleit hebben, en ik het dat argument verloren”, aldus Kerry. “Niemand is meer gefrustreerd dan wij”.

Dat wil zeggen: de Syriërs op de bandopname zijn duidelijk meer gefrustreerd dan hij.

Tijdens de opname schoof Kerry verkiezingen naar voor als alternatief, waaraan volgens hem ook Bashar al-Assad mag deelnemen. Als de vluchtelingen kunnen stemmen, aldus Kerry, maakt Assad geen kans.

De Syrische opposanten geloofden hun oren niet: vijf jaar nadat Obama het vertrek van Assad had geëist, willen de VS nu dat hij mag deelnemen aan verkiezingen?

De falende Amerikaanse diplomatie, keer op keer voor schut gezet door maneuvers van de Russen, leidde maandag tot een dubbele opschorting van akkoorden. De Russen kondigden aan dat ze het akkoord over de afbouw van militair plutonium opschorten, terwijl de Amerikanen even later het akkoord over militaire samenwerking opschortten, dat na het recentste, kortstondige, staakt-het-vuren in Syrië was gesloten. Ook de onderhandelingen over Syrië werden tijdelijk opgeschort.

‘Het is niet te laat’

David Petraeus, topgeneraal onder Bush en Obama en enkele jaren CIA-directeur onder Obama, zei vorige week tijdens een gesprek met Charlie Rose op de publieke tv-zender NPR dat de “oorlogsmisdaden in Syrië” (bombardementen van burgerdoelwitten door Syrische en Russische vliegtuigen) relatief gemakkelijk gestopt kunnen worden. “Mensen blijven me vragen: is het te laat? En het antwoord is: neen, het is niet te laat. Het is niet te laat om veilige zones uit te roepen. En het is niet te laat om no-fly zones af te kondigen”. In die veilige zones kunnen vluchtelingen intern worden opgevangen. “En als de luchtmacht van het regime bijvoorbeeld mensen bombardeert die wij ondersteunen, of over wie we ons zorgen maken, dan zeggen we dat we hun luchtmacht aan de grond zullen houden”.

David Petraeus
David Petraeus© Belga Image

“Dat is heel, heel simpel. Heel, heel snel. En je moet daarvoor niet eens hun luchtruim betreden. Je kunt het realiseren met kruisraketten, afgevuurd uit de lucht, of vanop zee, en met andere wapens”.

Het werd jarenlang gedaan in Irak, aldus Petraeus, en was destijds heel effectief om bijvoorbeeld Koerden te beschermen tegen represailles van Saddam Hoessein.

Het probleem, vanuit Obama’s standpunt bekeken, is natuurlijk wat de reactie zal zijn. Riskeer je een escalatie met de Russen over Syrië? Voor de Russen is Syrië tot dusver een vrij goedkope diplomatiek-militaire ingreep, die het land weer mee op het eerste plan zet in een wereldconflict. Meer zelfs, Rusland wordt onmisbaar op een moment dat het elders allerlei internationale regels met voeten treedt. En ondertussen boekt het regime van Assad terreinwinst, bombardeert het zonder consequenties de troepen die door de VS ondersteund worden.

Onderwijl in de campagne: overgewicht

Syrië en Irak zijn lang niet de enige problemen in het Midden-Oostenbeleid van Obama. Obama gaf zelf al aan dat zijn land tijdens de ‘Arabische Lente’ grote kansen heeft gemist. In Egypte is de ene dictator vervangen door een andere – dat was niet bepaald wat Obama in het vooruitzicht had gesteld tijdens zijn vroege toespraak in Cairo. Een oplossing rond een Palestijnse staat is verderweg dan ooit. In Libië liep het niet als gepland. In Jemen worden, zoals in Syrië, oorlogsmisdaden gepleegd – in Jemen gebeurt dat door bondgenoten van de VS. Saudi-Arabië wantrouwt de toenadering van de VS tot Iran, en Iran doet agressief tegen Amerikaanse oorlogsbodems.

Dat alles komt niet of nauwelijks aan bod in de presidentiële campagne, hoewel de humanitaire catastrofe in Aleppo af en toe een Amerikaanse nieuwsuitzending haalt. De twee presidentskandidaten hebben het liever over andere dingen, bijvoorbeeld over Donald Trump en diens fixatie op overgewicht bij vrouwen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content