‘Herzie de sancties tegen Syrië’

‘”De sancties zijn nog erger dan de bommen”, klinkt het her en der in Syrië’, schrijft Benoit Lannoo. ‘De economische sancties herzien is geen toegeving aan Bashar al-Assad, het is de enige kans voor de Syriërs om hun land weer te kunnen opbouwen.’

Toevallig viel de vierde ‘Journée des Chrétiens d’Orient‘ van de Franse kerkelijke hulporganisatie L’OEuvre d’Orient afgelopen weekend samen met de tiende verjaardag van de eerste Europese sancties tegen Syrië. Intussen zijn de vijandelijkheden op het grootste deel van het Syrische grondgebied al maanden stilgevallen, alleen in het noorden en noordoosten van het land, respectievelijk in Afrin en in de Jazira, laait het geweld nog regelmatig op. Maar de term ‘burgeroorlog’ is daar nog minder op zijn plaats dan ooit tevoren, gezien de actieve inmenging van Russische en Turkse troepen. Alleen is het in heel Syrië vooral de overblijvende burgerbevolking die er na de bommen gebukt gaat onder economische sancties. ‘Die zijn erger dan de bommen’, getuigen Syriërs van divers pluimage in koor.

Herzie de sancties tegen Syrië.

Toen de Europese Unie (EU) op 9 mei 2011 voor het eerst sancties decreteerde tegen 273 individuen en 70 instellingen die als steunpilaren van het regime van Bashar al-Assad werden beschouwd, alsook specifieke restricties op de handel van cultureel erfgoed, van luxegoederen, van waardepapier van de Syrische overheid, van technologie en van petroleumproducten, was dit ingegeven door de vaststelling dat de Ba’ath-regering van de alevitische Assad-familie de prille Arabische Lente in het land met harde hand onderdrukte. Dit was volgens het Westen een burgeroorlog tegen een heersende dictator, die gruweldaden tegen de eigen bevolking niet schuwde. Het Westen zou dat varkentje wel eens wassen, gerichte economische sancties zouden Al-Assad op de knieën krijgen.

Armoedebom

Ik ben de laatste om te beweren dat het regime van Bashar al-Assad niet misdadig is. Maar de waarheid gebiedt vast te stellen dat de economische sancties waar de Europese Unie, de Verenigde Staten van Amerika, Canada (en ook Groot-Brittannië sinds het de EU verliet) aan vasthouden, Assad en zijn kliek geen moment aan het wankelen brachten. Wat ze wel hebben gedaan, is alle heropbouw van het land onmogelijk maken. ‘Na de militaire bommen, valt nu een armoedebom op Syrië’, zei de pauselijke nuntius in Damascus, kardinaal Mario Zenari, medio maart nog. Toen dacht hij dat acht op de tien Syriërs onder de armoedegrens leefden. Intussen zijn dat er negen op de tien, zei de speciale gezant voor Syrië van de Verenigde Naties, de Noorse diplomaat Geir Otto Pedersen, begin vorige week.

Europees cynisme

‘Het Syrische volk gaf gedurende het conflict blijk van enorm weerstandsvermogen’, zei de Europese Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands- en Veiligheidsbeleid, de Spanjaard Josep Borrell, toen hij vorig jaar aankondigde tot eind mei onverkort vast te houden aan het sanctiebeleid. Hoe cynisch kun je zijn? ‘Deze sancties treffen alleen de verantwoordelijken van het lijden van het Syrische volk, hun supporters en de business-men die van de oorlogsindustrie leven; de EU is vastberaden het Syrische volk te blijven steunen en alles te doen om tot een politieke oplossing voor het conflict te komen en een einde te maken aan de repressie’, voegde Borrell eraan toe. Is liegen nu een Europese waarde? Al wie enig contact heeft in Syrië, weet dat de sancties het lijden er alleen verergeren.

Microkredieten

‘Hoe de mensen de touwtjes aan elkaar knopen? Ik zou het bij God niet weten’, zucht zuster Maria Arbash. Haar congregatie van de zusters van de Heilige Harten probeert in Damascus, in Ghouta of in Tartous kinderen online – want corona! – wat les en ontspanning te bezorgen, vrouwen psychologisch bij te staan en hen met microprojecten van de bedelstaf te houden: een winkeltje herinrichten, een naaiatelier weer opstarten, noem maar op. De mannen van die gezinnen zijn vaak afwezig, want onder de wapens of gesneuveld of op de vlucht. De zusters van de Heilige Harten en hun weldoeners van onder meer L’OEuvre d’Orient staan erop geen enkel onderscheid te maken tussen christenen en moslims en iedereen te helpen. ‘Moslims leren de christenen zo steeds meer te waarderen.’

Eerstecommunicanten

‘Onze kapotgeschoten kathedraal is dankzij onder meer Kerk in Nood prachtig hersteld’, zegt de maronitische aartsbisschop van Aleppo, monseigneur Joseph Tobji. ‘Het is feest elke keer wij er samenkomen. Maar intussen hebben de mensen niks meer, alles is onbetaalbaar geworden. Is waardig leven hier nog mogelijk?’ Dat zijn parochie dit jaar maar zeven eerste communicantjes telde vindt hij erg; maar hij vreest dat het er volgend jaar nog minder zullen zijn. Eénmaal oosterlingen geen kinderen meer krijgen, betekent dit dat ze wanhopig zijn. Ook de familie van een moslima uit Aleppo die ik goed ken, is de wanhoop nabij. Het waren voor de oorlog ondernemers, maar hun bedrijf is ontmanteld en over de Turkse grens heropgebouwd en er is onvoldoende benzine om überhaupt nieuwe business op te starten.

Verkiezingen

Op 26 mei worden in Syrië presidentsverkiezingen gehouden, zo maakte het Syrische parlement veertien dagen geleden bekend. Niemand maakt zich illusies: zoals in 2007 en in 2014 zal zittend president Bashar al-Assad voor een vierde, zeven jaar durende ambtstermijn verkozen worden. Tegenstanders van het regime wonen voor hun eigen veiligheid in ballingschap in het buitenland, maar alleen Syriërs die de afgelopen tien jaar onafgebroken in het land woonden, kunnen meedoen. Bovendien moet elke kandidatuur gesteund worden door 35 leden van het parlement, terwijl de volksvertegenwoordiging wordt gedomineerd door Assads Ba’ath-partij. Geen sprake dus dat dit eerlijke, transparante of vrije verkiezingen worden. Wil dat zeggen dat de economische sancties na de verkiezingen weer verlengd worden?

Vluchtelingen

De sancties tegen Syrië handhaven, is de Syriërs in de nasleep van een verwoestende oorlog de facto de nek toeknijpen. Het land is totaal vernield. Meer dan een half miljoen Syriërs overleefde tien jaar oorlog niet. Er zijn ruim zes miljoen mensen in eigen land op de dool. Dat is nog altijd meer dan de ruim vijfeneenhalf miljoen Syriërs die naar het buitenland gevlucht zijn. Om de grootteorde van dit alles te schetsen: slechts iets meer dan één miljoen Syrische vluchtelingen kwam in het Westen terecht, daarvan werden er nauwelijks vijfentwintigduizend in België opgevangen. Er zitten nog altijd anderhalf miljoen Syriërs vast in het eveneens failliete Libanon, drie-en-een-half miljoen Syriërs zitten in Turkse kampen ten gevolge van een andere cynische deal van de Europese Unie.

Perspectief

Maar de Syriërs willen niet langer vluchten, zij willen hun land heropbouwen. Zolang er geen druppel uit de benzinepomp komt, is dat echter onmogelijk. ‘Je kent ongetwijfeld de Syrische falafel’, zegt mgr. Tobji mij. ‘Straks weet je beter hoe lekker die is dan de Syriërs zelf, want die kunnen zich nog zelden een falafel permitteren. De mensen overleven op wat brood met ajuin en zout op, meer hebben ze niet meer.’ Het is van tweeën één: ofwel is Bashar al-Assad niet langer de gewettigde president van Syrië en dan kan de Syrische bevolking er niks aan doen dat hij op zijn troon blijft, ofwel is hij wel president van zijn land en moet het Westen – samen met Iran, Rusland, Saudi-Arabië en Turkije – het gesprek aangaan over een dringende ‘verrijzenis’ van Syrië na tien jaar ellende.

Benoit Lannoo is consulent interreligieuze dialoog en al jaren sterk verbonden met de Oosterse christenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content