De Haïtiaanse president Jovenel Moïse is woensdagochtend vroeg in zijn huis vermoord.
Dat heeft uittredend premier Claude Joseph gezegd. Volgens hem gebeurde dat door een buitenlands commando, meldt persagentschap AFP.
De vrouw van de president raakte bij de aanval gewond en werd in het ziekenhuis opgenomen, aldus nog Joseph. Hij riep op tot kalmte en zei dat de politie en het leger de orde zouden handhaven.
‘De president werd in zijn huis vermoord door buitenlanders die Engels en Spaans spraken. Ze hebben de residentie van de president van de republiek aangevallen,’ zei Joseph. ‘De veiligheidssituatie is onder controle,’ verzekerde hij.
President van Haïti
De 53-jarige Jovenel Moïse, die uit het bedrijfsleven komt, werd in 2016 tot president gekozen en trad op 7 februari 2017 aan.
Het Caraïbische land Haïti is het armste van het Amerikaanse continent en wordt geteisterd door ontvoeringen voor losgeld door bendes die vrijwel straffeloos hun gang kunnen gaan.
Jovenel Moïse wordt beschuldigd van passiviteit ten aanzien van de crisis, en stuit op sterk verzet van een groot deel van zijn inwoners. Daarom hebben de VN-Veiligheidsraad, de Verenigde Staten en Europa opgeroepen om vóór eind 2021 vrije en transparante parlements- en presidentsverkiezingen te houden.
Jovenel Moïse had maandag de benoeming aangekondigd van een nieuwe eerste minister, Ariel Henry, met als opdracht verkiezingen te organiseren.
Dominicaanse Republiek
De Dominicaanse Republiek heeft woensdag na de moordaanslag de ‘onmiddellijke sluiting’ van haar grens met Haïti bevolen.
‘We hebben het bevel gegeven om onmiddellijk de grens tussen Haïti en de Dominicaanse Republiek op het eiland Hispaniola te sluiten’, zei Ceinett Sanchez, woordvoerster van het ministerie van Defensie.
