Golfstaten kijken steeds vaker naar hernieuwbare energie

Masdar City in het emiraat Abu Dhabi: een stad die model wil staan voor duurzaamheid in de toekomst © Reuters

Extreme weersomstandigheden en de druk van de publieke opinie dwingen zelfs grote exportlanden van fossiele brandstoffen om voor zichzelf de kaart van duurzame energie te trekken. Maar dat wil niet zeggen dat hun export van olie ook stopt.

In januari alleen al hebben de Verenigde Arabische Emiraten (UAE) de volgende conferenties gehost: het Gulf Intelligence UAE Energy Forum, de World Future Energy Summit, de Abu Dhabi Sustainability Week en de Future Sustainability Summit. Volgende maand volgen in Dubai nog de International Conference on Renewable and Sustainable Energy, de International Conference on Green Energy and Environmental Technology en een congres over Biobrandstoffen en Bio-energie later op het jaar.

De Verenigde Arabische Emiraten zijn de zevende grootste uitvoerder van ruwe olie ter wereld, goed voor 5,5 procent van het marktaandeel, maar promoten zich als een koolstofarm land.

Masdar City in het emiraat Abu Dhabi is een stad, ontworpen door de Britse Foster and Partners architecten, die model zal staan voor duurzaamheid in de toekomst.

Een zonnepark buiten de stad met een capaciteit van 10 megawatt zal alle kantoren van energie voorzien, inclusief de regionale hoofdkantoren van Siemens en IRENA (het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie).

Energiemix

De olie-industrie die zich vroeger concentreerde op wereldwijde prijsontwikkelingen, prospectie en de ontwikkeling van nieuwe olievelden organiseert nu bijeenkomsten over zonne- en windenergie.

‘Wij nemen de energievraag heel ernstig en hebben een strategie ontwikkeld voor een energiemix waar hernieuwbare bronnen deel van uitmaken’, zei Suhail bin Mohammed Faraj Faris Al Mazrouei, de minister van Energie en Industrie van de UAE bij de opening van het UAE Energy Forum eerder deze maand.

Dat plan houdt in dat het land tegen 2050 in totaal 38 procent energie uit gas moet halen, 44 procent uit hernieuwbare bronnen, 6 procent uit kerncentrales en 12 procent uit ‘schone steenkooltechnologie.’ In de rest van de olierijke Golfregio, zal energie uit petroleum van het huidige 91 procent dalen naar 41 procent. Hernieuwbare energie zal een groei kennen van 9 procent vandaag, naar 59 procent in 2050.

Export gaat door

De UAE heeft een bevolking van 10 miljoen mensen, waarvan 90 procent expats. De CO2-voetafdruk per hoofd van de bevolking is 23 ton per jaar. Maar niettegenstaande de plannen om de eigen CO2-uitstoot aan banden te leggen, zal de UAE wel een belangrijk exportland blijven van fossiele brandstoffen.

Evenzeer leeft ook het idee bij de vele conferentiegangers in januari dat er geen andere optie zal zijn dan over te schakelen van olie op meer duurzame vormen van energie en het gebruik van wind- en zonne-energie te promoten.

Zelfs onder toplui uit de olie-industrie gingen stemmen op voor een meer groene aanpak. Raoul Restucci, de Managing Director van Petroleum Development Oman zei: ‘De toenemende vraag naar energie… de druk van de klimaatverandering en technologische innovatie betekenen dat onze oliebedrijven zich zullen moeten richten op hernieuwbare energie, willen we op de lange termijn concurrentieel blijven.’

Gesmolten zout

Dit jaar neemt Oman een 100 megawatt-zonnepark in gebruik. Saoedi-Arabië maakt de switch naar ‘Solar Arabia’ door Concentrated Solar Power (CSP) te integreren in de bestaande thermische centrales en zo aan bijna 2 gigawatt capaciteit te geraken. Er komt 300 megawatt fotovoltaïsche zonne-energie bij en een windproject met een capaciteit van 400 megawatt.

De UAE zelf willen de CO2-uitstoot met 70 procent doen dalen. Dubai ontwikkelt het grootste zonnepark ter wereld en een nieuwe CSP-centrale om elektriciteit op te wekken, zelfs na zonsondergang, door de opslag van thermische energie in gesmolten zout. Elders worden schokken in het opwekken van elektriciteit opgevangen door water naar waterkrachtcentrales te pompen en dat ’s nachts weer vrij te geven door turbines.

‘Hoezeer we ook overschakelen op hernieuwbare energiebronnen, we zullen nog steeds moeten rekenen op olie en gas tijdens de nachten’, legt Jan Zschommler van DNV GL, een Noorse adviesgroep over duurzaamheid.

Prognoses

Volgens prognoses zal olie de bron zijn voor 17 procent van de energie wereldwijd in 2050. Aardgas zal vanaf medio 2020 de primaire energiebron zijn en in de komende twintig jaar zal er een verschuiving zijn richting biogas.

De kostprijs van fotovoltaïsche zonnepanelen is de voorbije tien jaar met meer dan 90 procent gedaald, de prijs van lithium-ionbatterijen kende een val van 80 procent, en onshore windturbines werden 75 procent goedkoper in dezelfde periode. Tegen 2025 zal het goedkoper zijn om elektrische auto’s te bouwen en te gebruiken dan voertuigen op benzine.

Maar, zelfs als de helft van alle auto’s ter wereld elektrisch zijn, zal de vraag naar olie en gas in de nabije toekomst groeien, stellen sommige critici zoals Nobuo Tanaka van de Sasakawa Peace Foundation. ‘Piekolie zal niet vóór 2040 plaatsvinden, want zelfs als lichte voertuigen elektrisch gaan, zal er een grote vraag blijven van de lucht- en scheepvaart, vrachtvervoer en de petrochemische industrie. Dat is misschien goed voor het Midden-Oosten, maar het is slecht nieuws voor de planeet.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content