Franse erkenning Armeense genocide verpest relaties met Turkije

Turkije trekt zijn ambassadeur terug en kondigt sancties aan nadat het Franse parlement het ontkennen van de Armeense genocide strafbaar maakte.

De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan heeft sancties tegen Parijs afgekondigd na de stemming in het Franse parlement van de “genocidewet”. Ankara schort bilaterale bezoeken op, roept zijn ambassadeur in Parijs terug voor overleg en annuleert de gezamenlijke militaire oefeningen.

De Franse Assemblée nam de wet bij handopsteking met een ruime meerderheid aan. De minister van Buitenlandse Zaken, Alain Juppé, verzette zich tegen de wet. Volgend jaar zal de Senaat zich erover buigen.

Volgens de wet riskeert iemand die de volkerenmoord in het openbaar ontkent, een jaar cel en een boete van 45.000 euro. Volgens de Armeniërs zouden tot 1,5 miljoen mensen om het leven zijn gebracht in 1915-1916. Volgens Ankara zouden eerder 300.000 mensen gestorven zijn en zouden er ook Turken gedood zijn bij de opstand van de Armeniërs tegen het Ottomaanse regime toen Russische troepen het oosten van Anatolië binnenvielen.

Meer dan twintig landen erkenden de slachtpartij officieel als genocide. Turkije, dat vandaag dankzij de charismatische Erdogan en zijn indrukwekkende economische prestaties snel aan invloed wint in de regio, verwerpt de term “genocide” echter om het doden van Armeniërs tijdens het Ottomaanse Rijk te benoemen.

De Turkse ambassadeur, Tahsin Burcuoglu, zal Frankrijk verlaten en de Turkse premier, Recep Tayyip Erdogan, zal bijkomende maatregelen aankondigen.

Voor het Franse parlement stonden duizenden manifestanten; ook voor de Franse ambassade in de Turkse hoofdstad Ankara protesteerden mensen tegen de wet. De Armeense minister van Buitenlandse Zaken, Edward Nalbandian, dankte het Franse parlement daarentegen voor de steun voor de wet.

Juppé: ‘Onze Turkse vrienden moeten niet overreageren’

De Franse minister van Buitenlandse Zaken Alain Juppé “betreurt” de Turkse sancties en zegt dat Turkije niet mag “overreageren”. “Turkije is voor Frankrijk een strategische bondgenoot en partner”, beklemtoont de bewindsman. “In de huidige context is het belangrijk de wegen van dialoog en samenwerking open te houden.”

“Ik wens dat onze Turkse vrienden niet overreageren”, heeft Juppé ook gezegd.

Het Grote Kwaad

De Armeense genocide, ook wel Het Grote Kwaad genoemd, is nog steeds een diplomatiek obstakel tussen Turkije en Armenië. De Franse wet wakkert de discussie in Turkije zelf nog aan. Advocaat en mensenrechtenactivist Orhan Kemal Cengiz, die zelf de term ‘genocide’ gebruikt en vaak over het onderwerp publiceert, vreest echter voor de gevolgen van de hetze, schrijft de Nederlandse nieuwswebsite Pers.nl.

“Ik ben niet de enige die de gruweldaden uit het verleden onder de aandacht brengt van het Turkse publiek. Hoe gaat de Franse wet die discussie beïnvloeden? Het antwoord is simpel: het debat wordt om zeep geholpen”, zegt Cengiz.

‘Verraders’

Hij vreest dat het debat door nationalisten zal gekaapt worden. Bij veel Turken leeft immers nog de idee dat Armeniërs ‘verraders’ zijn, omdat ze rond 1915 in opstand kwamen tegen het Ottomaanse Rijk. Critici deken dat het wetsvoorstel dat beeld versterkt en zo de verzoening tussen Turken en Armeniërs belet, aldus Pers.nl.

Volgens de Nederlandse nieuwssite zijn veel Armeniërs ook tegen de Franse wet. Onder hen Orhan Dink, de broer van de vermoorde Armeens-Turkse journalist Hrant Dink. Hij vindt de wet een beperking van de vrijheid van meningsuiting: “We moeten onze pijn niet in handen laten vallen van politici.”

In weerwil van wat vaak gedacht wordt, is er geen Turkse wet die het noemen van de ‘Armeense kwestie’ een ‘genocide’ expliciet stelt, weet Pers.nl. Maar via een juridische omweg langs artikel 301 uit de Turkse strafwet, dat het ‘beledigen van Turksheid’ strafbaar maakt, werden mensen die dat deden wel vervolgd.

Adolf Hitler: ‘Wie herinnert zich het bloedbad op onder de Armenen nog?’

De Europese Unie oefende druk uit op Turkije om die wet aan te passen, wat gebeurde in 2008. Sindsdien moet de minister van Justitie toestemming geven om een zaak op grond van artikel 301 te beginnen. De laatste die veroordeeld werd omdat hij het woord ‘genocide’ gebruikte in die context was de zoon van Hrant Dink, Arat. Hij werd in 2007, een aantal maanden na de moord op zijn vader, veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar, schrijft Depers.nl.

Robert Fisk, correspondent uit het Midden-Oosten voor de Britse krant The Independent, noemde de Armeense genocide ‘de eerste Holocaust’, in zijn gelijknamig essay. Die ‘eerste genocide’ van de twintigste eeuw bleek inspirerend te zijn. Adolf Hitler zei immers in 1939 “Wie spreekt vandaag nog over het bloedbad onder de Armenen?” De rest is geschiedenis. (Belga/SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content