FPÖ haalt slag thuis: Oostenrijkse presidentsverkiezingen moeten worden overgedaan

Norbert Hofer en Alexander van der Bellen © Belga

De Oostenrijkse presidentsverkiezingen moeten worden overgedaan omdat er zich onregelmatigheden voordeden bij de telling, oordeelt het Grondwettelijk Hof.

De extreemrechtse partij FPÖ had de uitslag van de presidentsverkiezingen van 22 mei aangevochten nadat hun kandidaat Nobert Hofer erg nipt de duimen had moeten leggen voor de door de Groenen gesteunde kandidaat Alexander Van der Bellen. Hofer haalde 49,7 procent van de stemmen, Van der Bellen 50,3 procent. In absolute cijfers gaat het om een verschil van nauwelijks 30.863 stemmen.

Onregelmatigheden

Toen de FPÖ bekend maakte de uitslag aan te vechten, zei partijleider Heinz Christian Strache over bewijzen te beschikken van verschillende onregelmatigheden, vooral met betrekking tot de omgang van de stemmen per brief. Dat zou in totaal gaan over 570.000 stemmen. Ook beweert de partij dat -16-jarigen en buitenlanders hebben kunnen stemmen.

‘Wij zijn geen slechte verliezers, maar dit gaat over het beschermen van de fundamenten van de democratie,’ klonk het bij Strache. ‘De omvang van de onregelmatigheden is beangstigend. Daarom voel ik mij verplicht om het resultaat aan te vechten. Je moet niet in complottheorieën geloven om een slecht buikgevoel te krijgen bij deze verkiezing.’

Het Grondwettelijk Hof moest zich uitspreken voor 8 juli, de dat waarop de nieuwe Oostenrijkse president – in het Alpenland vooral een ceremoniële functie – in principe de eed moet afleggen. (KVDA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content